Boris Ivkov en de weerlegging van het Wolga gambiet
Bijna 2 jaar geleden kwam ik de naam Boris Ivkov weer eens tegen. Ik las een artikel over hem op de voortreffelijke Schaaksite.
Het artikel ging over laatste rondes en wat voor rampen zich daarin allemaal kunnen voltrekken. Maar daarover gaat dit stukje niet.
Na een afwezigheid van dertig jaar, werd ik 2014 lid van SV Erasmus. In de tussentijd had ik voorrang gegeven aan mijn gezin en maatschappelijke carrière. Nu ik gepensioneerd was en weer tijd had, ging ik kijken of ik schaken weer leuk zou vinden. Dat was het geval, maar het schaken was erg veranderd, geëvolueerd zo u wil, in die dertig jaren.
Het ratingsysteem van professor Arpad Elo was toentertijd nog in ontwikkeling. Zo ook schaken op en tegen de computer. Als je een computer bezat of leende, waren de spelregels soms niet eens geheel correct geprogrammeerd. Of als je op een laag niveau speelde, rokeerde de computer niet. Als je een hoger niveau instelde, ging de computer uren denken en ging zo de aardigheid er snel vanaf.
Internet bestond niet. Maanden later verscheen er van de belangrijke toernooien een toernooiboek, waaruit je dan de partijen kon naspelen en analyseren. Soms verscheen er dagelijks een toernooibulletin op papier, soms gestencild. Per fax of telex (wie kent ze nog?) konden de partijen wereldkundig worden gemaakt.
Het kon gebeuren dat een grootmeester slachtoffer werd van een openingsnieuwtje, omdat hij niet op de hoogte was van partijen gespeeld in een of ander toernooi in Siberië. Iets wat vandaag de dag niet meer is voor te stellen. Alle toernooien over heel de wereld zijn live te volgen.
Computers zijn zo sterk geworden dat wereldkampioenen ervan verliezen. Gevolg hiervan is dat afgebroken partijen tot het verleden zijn gaan behoren. Analyseren van stellingen uit afgebroken partijen kon worden gedaan met de computer. Daar ging de lol dus ook vanaf.
De digitale klok deed zijn intrede mede door de legendarische wereldkampioen Robert James Fischer ingegeven. Partijen worden tegenwoordig in één sessie beslist.
Schaken bleek desondanks nog steeds leuk te zijn. Je speelt heroïsche partijen, boekt overwinningen op sterker geachte tegenstanders. Of staat een partij lang met de rug tegen de muur en weet een remise uit het vuur te slepen. Je haalt de beslissende overwinning die je team aan de zege helpt. Partijen die je je leven niet meer vergeet.
Maar de medaille heeft ook een keerzijde. Een andere keer zit je te prutsen. Je verliest van een zwakke opponent. Er zijn partijen die je het liefst nooit had willen spelen en die je zo snel mogelijk vergeet.
Toen ik in 2014 mijn herintrede deed in de schaakwereld, googelde ik met keywords ‘Schaken’ en ‘Posthumus’. Wat schetste mijn verbazing, deze zoektocht leverde een partij op: Ivkov-Posthumus.
Klaarblijkelijk viel deze partij voor mij in de categorie ‘Zo snel mogelijk vergeten’. Ik herinnerde mij de partij namelijk helemaal niet meer. Maar bij mijn weten is er maar 1 Posthumus die schaakt. Ook was het Wolga gambiet een opening die ik destijds vaak speelde. De partij moet dus wel van mij zijn geweest. Raadsel blijft hoe het komt dat de partij tevoorschijn kwam bij een zoekopdracht op internet. Het mysterie wordt groter want bij het schrijven van dit artikel kan ik de hit van destijds niet meer terugvinden. Gelukkig stelde ik de partij veilig, zodat ik jullie die aan het eind van dit artikel kan laten zien.
Van het Wolga gambiet naar naamgeving van openingen. Weer kwam deze opening in het nieuws toen Pál Benkő vorig jaar op 91-jarige leeftijd overleed. In veel schaaktijdschriften verschenen artikelen over deze Hongaar. In zijn goede jaren behoorde hij tot de wereldtop en hij nam deel aan de kandidatentoernooien in 1959 en het gedenkwaardige toernooi in Curaçao in 1962. In veel landen heet het Wolga gambiet namelijk Benkogambiet omdat Benkő daar in 1973 een boek over publiceerde.
Over naamgeving van openingen is ook een boek te schrijven. Wij hebben het over de Spaanse opening, maar in de meeste andere landen heeft men het over de Ruy Lopez. Hier staat wel van vast dat deze opening Spaanse wortels heeft. Maar wat gebeurde er nu precies aan de Wolga?
Terug naar de Joegoslaaf Borislav Ivkov. Je kunt hem een representant noemen van de naoorlogse communistische hegemonie in het schaken. Onder aanvoering natuurlijk van de Russen, maar de Joegoslaven, ook alweer verleden tijd, waren een goede tweede. Deze Joegoslavische schakers stonden onder aanvoering van de ook al legendarische Svetozar Gligoric. Jarenlang de nummer 1 van Joegoslavië. Maar Ivkov deed zeker niet veel voor hem onder. Zeker niet op het gebied van het aantal gespeelde toernooien en prijzen.
Bekende Joegoslaven uit die generatie die je zo te binnen schieten: Matanovic, Ljubojevic, Planinc. En de hier te lande ook zeer bekende Velimirovic; bekend om zijn beroemde partij tegen Donner en zijn eindspel tegen Jan Timman.
Jaarlijks waren er in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw simultaanseances na afloop van wat toen nog Hoogovenstoernooi heette. V&D was meermalen hoofdsponsor en soms werd ook gespeeld in de kantines van dit inmiddels failliete warenhuis.
Vond mijn partij plaats tijdens één van die seances? Ik weet het niet meer. De notatie van deze partij bleef bewaard, dankzij internet.
Tot slot de partij waarin ik er met zwart in het Wolga gambiet niet aan te pas kwam.
Boris Ivkov – Wim Posthumus
Verbeeld ik het me of is sindsdien het Wolga gambiet een zwarte raaf in de schaakpraktijk geworden?
Wim Posthumus