De onbekende Joegoslaaf en de verdwenen Argentijn

Hoe gevaarlijk het is uit je geheugen te putten, toonde mijn vorige artikel – Simultaanseances van weleer – aan. Gelukkig zijn er kritische lezers. Nog mooier is het dat zij het verleden beter naar boven weten te halen dan ik. Mijn dromen die mythische vormen aannamen zijn zo tot hun ware proportie terug gebracht. Met dank aan de wakkere clubgenoot.

Toen ik in 2014 weer tot de gelederen der clubschakers toetrad, dacht ik dat correspondentie schaken wel tot de verleden tijd zou behoren. Het was niet mijn verwachting dat de bond van correspondentieschakers in onze tijd van schaakengines en computers nog een bestaansrecht zou hebben. Maar niets is minder waar.

De bond is springlevend. Heeft natuurlijk ook een – aantrekkelijke – website. Er is een heuse wereldkampioen correspondentieschaak Aleksandr Dronov.

En de Nederlandse GM Erwin l’Ami speelt nog steeds correspondentieschaak.

De NBC, de Nederlandse Bond van Correspondentieschakers werd opgericht in 1969 en vanaf die tijd verscheen er een periodiek genaamd Schaakschakeringen. Dit blad hield het vol tot april 2011. Toen werd het omgezet in een elektronische nieuwsbrief. Ze zijn allemaal te vinden in het archief van de site van de NBC.

Al bladerend in die archieven kom je vele bekende namen tegen. Meesters zoals Hans Bouwmeester en Haje Kramer leefden zich uit in het correspondentieschaak. Maarten Etmans, still going strong, kom je vaak tegen. Tot hij het niet meer leuk vond. Hij kreeg het idee tegen computers te spelen in plaats van tegen tegenstanders van vlees en bloed. Gert Timmerman speelde vele toernooien en werd meerdere keren kampioen van Nederland. Een winstpartij van Henk de Kleijnen kwam ik tegen.

In het grijze verleden speelde ik vele correspondentieschaakpartijen. Gelukkig heb ik nog van die partijen uit de jaren 1970 tot 1978 terug gevonden in één van de verloren gewaande notatieboekjes.

Zelf deed ik mee aan de voorronde van een heus Nederlands jeugdkampioenschap Correspondentieschaak. Zie het oktobernummer 1969 van Schaakschakeringen. Overigens bleef het bij die voorronden. Alleen de poulewinnaars gingen door.

Mijn kennis van de Breyervariant van het Spaans dank ik aan deelname aan een thematoernooi in correspondentiewedstrijden.

Het idee om in het Spaans 9. .. Pc6-b8 te spelen is afkomstig van de veel te jong overleden Hongaar Guyla Breyer. Zo’n thematoernooi is bij uitstek geschikt om je de finesses van een bepaalde opening eigen te maken.

De NBC heeft vele landenwedstrijden georganiseerd. Zelf nam ik deel aan landenwedstrijden tegen Canada, Engeland, Italië, Joegoslavië en Spanje. Het leuke van correspondentiewedstrijden is dat je naast de schaakzetten die je opstuurt ook kan corresponderen over wat spelers in andere landen beweegt. Ook presenteerde ik mezelf altijd als liefhebber van postzegels. Van een Roemeense tegenstander kreeg ik altijd briefkaarten met postzegels als schilderijen erop.

Ook tijdens mijn diensttijd in Suriname hield ik mij bezig met correspondentieschaak. Suriname had in die tijd schitterende postzegels met allerlei afbeeldingen van tropische vogels. Zo kan je schaken in alle uithoeken van de wereld. De veldpost bezorgde mij de zetten in het Zuid-Amerikaanse oerwoud uit alle delen van Europa!

Dan nu de relatie met de aanhef van dit artikel. Klaarblijkelijk heten er net zoveel Joegoslaven Ivkov als Nederlanders Jansen. Ik kwam er in dit geval door ons gewaardeerd clublid Ton Dulk achter. Hij vond de partij Ivkov – Posthumus terug in de correspondentiedatabase van ChessBase. De partij was niet tegen Boris Ivkov, de grootmeester, maar tegen de onbekende Stanimir Ivkov. Nogmaals mijn excuses. De simultaanseances bij V&D waren er echt. De partij tegen Boris Ivkov vond nooit plaats. In zo’n landenwedstrijd speelde je twee partijen tegen één tegenstander. De eerste ging verloren, de tweede wist ik remise te houden. Aan dit bord dus 1½- ½ voor Joegoslavië.

Stanimir Ivkov – Wim Posthumus

Wim Posthumus - Stanimir Ivkov

In de wedstrijd tegen Canada speelde ik tegen een Franstalige tegenstander uit Quebec. Van hem herinner ik me dat hij altijd schreef over de grote hoeveelheid sneeuw die in de straten lag van begin november tot eind april. Geen wonder dat in landen met een land- of arctisch klimaat grote feesten worden gevierd als de sneeuw uit de straten verdwijnt. Tegen hem mocht ik twee partijen winnen. Aan bord 24 dit keer dus 2-0 voor Nederland.

Tenslotte, ik speelde een wedstrijd tegen een toen 46-jarige Argentijn, Alfredo L. Monsalvo. De wedstrijd was moeilijk op gang gekomen. Mijn eerste brief was per abuis met de boot gegaan in plaats van de luchtpost. De brief deed er daardoor twee maanden over in plaats van twee dagen. Maar goed, hij schreef dat hij ook radiozendamateur was. De twee partijen, ook de Breyervariant van het Spaans, vonden plaats in de jaren 1976-78.

De jaren van de Argentijnse junta en de demonstraties van de Dwaze Moeders op Plaza de Mayo in Buenos Aires. Verdwijningen van tegenstanders van de junta waren toen aan de orde van de dag.

Maar na 30 zetten hoorde ik niets meer van mijn Argentijnse tegenstander. Ook op herinneringen antwoordde hij niet. Ik claimde 2 winstpartijen bij de wedstrijdleider, maar een onbehaaglijk gevoel bleef hangen. Wat was er met hem gebeurd?

Sinds die tijd heb ik, terecht of onterecht, een hekel gehad aan Videla’s en de Zorreguieta’s, de machthebbers in Argentinië in die tijd.

Wim Posthumus