Toen ik prof. dr. ir. Van Bekkum vertelde dat ik met mijn studie scheikunde was gestopt keek hij me vriendelijk als altijd, maar onbegrijpend aan. Hoe kon ik, het mooiste vak dat er bestond?

Gelukkig deelde ik een andere passie van hem: schaken. Samen met Corrie Vreeken en Justus de Hooge stond hij aan de basis van de successen van Volmac Rotterdam. Ze haalden me naar die club en ik heb er een fantastische tijd beleefd. Hij was een geweldige voorzitter, hoewel Corrie hem somtijds te vriendelijk vond.

Waar hij het allemaal vandaan haalde is me een raadsel. Zijn curriculum is ongeëvenaard. Een normaal mens heeft daar meerdere levens voor nodig.

Toen ik bij de club kwam, waarvoor hij alle tijd leek te hebben, was hij onder andere rector magnificus van de TU Delft. Het aantal promovendi dat hij begeleid heeft is een absoluut record. Topwetenschapper. Altijd uiterst aimabel en energiek.

Onze laatste ontmoeting, ruim drie jaar geleden, was ronduit treurig. Zijn club Rotterdam, de topclub van weleer, heette nu schaakvereniging SO Rotterdam en was helemaal in het slop geraakt. De bekerwedstrijd tegen Erasmus werd in een naargeestige ruimte op een bedrijventerrein gespeeld. Het aantal leden was zo gedecimeerd dat hij nauwelijks nog een team op de been kon brengen. Maar Herman, het gevierde lid van de KNAW, liet zijn club niet in de steek.

Die avond, in een krap zaaltje onder het bleke licht van neonlampen, sprak en zag ik hem voor het laatst. Ouder geworden uiteraard, maar die vriendelijke ogen boven het karakteristieke ringbaardje straalden nog altijd energie uit, ook al was de situatie deplorabel. Een bijzonder mens.

Hij overleed op 30 november op 88-jarige leeftijd, zes dagen na het overlijden van zijn vrouw Ada.

R.I.P. Herman

Wim Westerveld