De aanschaf van schaakboeken is uiteraard zeer specifiek. Iemand die niet kan schaken zal deze links laten liggen of hooguit cadeau doen aan iemand. Is schaken je hobby dan zoek je op een gegeven moment een aanvulling of een handreiking van je spel, die je al spelende tekort komt.

Ik zal u mijn schaakontwikkeling schetsen met de meest belangrijke schaakboeken, die ik hierbij heb gebruikt of gekregen heb. Het zijn er niet heel veel, een bescheiden boekenplankje vol.

Schaken heb ik geleerd van mijn vader. Ik ben van 1972 en er stond altijd wel een schaakbord in de huiskamer. Regelmatig was hij ermee bezig en zo spelenderwijs kreeg ik mee welk stuk wat kon doen. Het lastigste was toch wel de paardsprong. Ook vertelde mijn vader er veel over, uiteraard was het de après Fischer tijd.

En er waren altijd wel wat artikelen in de krant, vaak ook met partijen erbij. Zo kreeg ik ook de notatie mee en kon ik partijen naspelen. In mijn herinnering mis ik wel de stap van wat kunnen de stukken naar een partij spelen. Er werd thuis onderling gespeeld en ook keek ik mee als pa zat te spelen tegen een vriend van hem.

1. Wat was het eerste schaakboek dat je onder ogen kreeg?

We hadden thuis één schaakboek en dat is een belangrijke geweest voor mij. Ik heb het helaas niet meer in mijn bezit. Dat was het paarse boek, slappe kaft, van Berry Withuis. Op de achterkant een fotootje van hem achter een typemachine. Het ging van zeer makkelijk naar partijfragmenten bespreken en ook wat opgaves voor zover ik mij kan herinneren. Heel vaak doorgekeken en gelezen. Later begreep ik dat er ook een rode versie was, die was makkelijker, de paarse was wat moeilijker.

In de vijfde klas van de lagere school had ik het geluk dat de meester zelf schaakte. Hij gaf schaakles voor en na schooltijd. Zodoende was ik er meer mee bezig dan alleen thuis. Er zat een jongen in de zesde klas, die was veel beter, tegen hem zat ik altijd te spelen, andere leerlingen moesten het nog leren. Zo hebben we meegedaan aan een schoolkampioenschap in teams van vier. Dat was mijn eerste toernooi zeg maar. Het was druk, daar moest ik wel aan wennen.

Het jaar daarop deden we ook mee, nu was ik de sterkste en zat ik op bord 1. Voor zover ik mij kan herinneren had ik 3 uit 5. De drie winstpunten waren tegen het Maarten Luther King schoolteam 3, 2 en 1. Dat was best wel bijzonder. Deze school stond erom bekend dat er veel leerlingen schaakten.

Op de middelbare school was ik alleen thuis met schaken bezig. Ik hield wel een plakboek bij met schaakkrantenartikelen. Dat deed je vroeger, plakboeken. Mijn broer had er meerdere van zijn geliefde voetbalclub Sparta. We woonden in Spangen, vandaar.

Dat schaakplakboek heb ik nog en best wel leuk om door te bladeren. Veel grote artikelen toch ook wel toen. Veel van Timman, ook partijen. Schaakcolumns van Theo Scheltinga. De match Karpov – Kasparov natuurlijk. De opkomst van Jeroen Piket. De matches van Timman. Het World Cuptoernooi in het WTC in Rotterdam.

Voor mijn verjaardag kreeg ik het boek Het smalle pad van Jan Timman. Deze heb ik van voor tot achter uitgeplozen. Het valt nog net niet uit elkaar nu. Alleen de stijl van Timman vond ik niet heel helder. Met mijn koffiehuisschaakbegrip kon ik er niet helemaal bij. Het is wel een geweldig boek, met ook een kijkje achter de schermen als het ware.

Want vergeet niet, nu is er sociale media. Vroeger niet. De tijd is heel anders. Alles gaat nu immers veel sneller, nu kan je live partijen volgen. Gewoon live! Ik ben niet heel oud maar langzaam de zetten doorkrijgen op teletekst tv heb ik nog meegemaakt. Nu zijn de grootmeesters ook heel toegankelijk op een bepaalde manier. De bantersessies van Magnus Carlsen zijn geweldig. Dat was vroeger toch ondenkbaar? Het was heel bijzonder als je een snelschaakpartijnotatie tussen twee grootmeesters voor ogen had.

Later kreeg ik ook de boeken Schaakwerk 1 en 2 van Jan Timman. Timman is altijd wel een begrip geweest uiteraard. Na de Mavo kwam ik op de school erna, het toenmalige Meao, Martin Rensen tegen. Al gauw bleken we dezelfde hobby te hebben en ook persoonlijk klikte het.

Menig middagen spraken we af en we hebben inmiddels honderden, misschien wel in de duizenden potjes gevluggerd. Hij had Het handboek voor de schaker van Theo Schuster & Minze bij de Weg. Ik weet niet of het dezelfde is maar later heb ik deze ook gehaald. Ook in dit boek gaat het van heel simpel naar vrij pittig.

Echt schaak studeren heb ik eigenlijk niet echt gedaan. Wel veel, heel veel nagespeeld.

2. Welk schaakboek heeft het meeste indruk op je gemaakt en waarom?

Fischer heeft altijd wel aantrekkingskracht gehad op mij. Zo heb ik My 60 memorable games gekocht en uitvoerig gelezen en nagespeeld. Is in wezen een vorm van schaakstudie.

Later heb het boek The Games of Robert J. Fischer van Robert Wade & Kevin O’Connell gekocht. Dit boek heeft toch wel het meeste indruk op mij gemaakt. Hierin staan al zijn gedocumenteerde partijen en heel veel ook met analyses. Ontzettend veel van nagespeeld. Ook hier weer het verschil van tijdperk. Op papier naspelen wat er gespeeld was voelde … bijzonder. Die grootmeesters waren zo onbereikbaar. Qua niveau sowieso uiteraard maar nu met alle sociale media is dat toch wel iets anders vind ik.

Een bijzonder boek, die ik ook heb gekregen, is Chess Curiosities van Tim Krabbé.

Hij heeft ook een schaakcolumn gehad in de zaterdagbijlage van het AD. Deze zijn ook online te vinden. Een aanrader om doorheen te surfen.

Veel bijzondere dingen vanuit echt gespeelde schaakpartijen. Tim Krabbé zelf is een goede schaker overigens.

3. Welk schaakboek heb je als laatste gelezen?

Ook de klassieker De Koning van J.H. Donner staat hier in de boekenkast. Er zijn in de loop van tijd niet heel veel boeken bijgekomen. De belangstelling is er wel maar op een gegeven moment haal je ze niet eens meer omdat er best wel tijd in gaat zitten…

Wel heb ik ook Capablanca’s 100 best games van H. Golombek gekocht. Mooi om na te spelen. Kramnik: My life and games van Vladimir Kramnik & Iakov Damsky heb ik ook.

Het zelf spelen en het zien van partijen doen mij meer dan het schaak studeren zelf zeg maar. Toen ik eenmaal op een schaakclub zat, kwamen er ook niet heel veel boeken bij. De hierboven genoemde boeken zijn voor mij toch wel de belangrijkste geweest. Al met al leuk om dit op papier te zetten, leuk om zo terug te denken hoe het allemaal er altijd al was voor mij.

En ben ook af en toe blijven hangen, bijvoorbeeld bij het plakboek. En ook in gedachten trouwens. Ook wel grappig dat de denkpauzes niet te zien zijn tussen de regels. Überhaupt de tijd die er in gaat zitten. Maar een ieder die regelmatig een stukje schrijft weet dit wel.

Oh, en de eerstvolgende schaakboekaanschaf? Ehmm die van Timman, Timman’s Triumphs: My 100 Best Games.

Ik geef dit boekenrubriekstokje graag door aan Ruud Neumeijer.

Tot schaaks!

Marcel Tillemans