Lang geleden, meer dan veertig jaar inmiddels, had ik een supertalentje in de schaakklas. In die tijd moesten we nog zuinig zijn op de klokken, want die oude Garde klokken waren nogal kwetsbaar en nauwelijks bestand tegen het geweld van de klappen.

Pas de vrijdag voor de jeugdkampioenschappen kwam de klok tevoorschijn. Zaterdag was het zover, de kampioenschappen werden geloof ik gespeeld met een half uur per persoon, wat voor een negenjarige een kleine eeuwigheid is.

Maar Harold was compleet in de stress van die klok en panisch om op tijd te verliezen. Zijn tegenstander had de klok nog niet ingedrukt of Harold zijn tegenzet al gedaan zonder maar naar het bord te kijken om vervolgens nerveus naar de klok te kijken of hij nog genoeg tijd had. Vanzelfsprekend ging het op het bord helemaal mis. Hij eindigde met één uit zeven. Als hij in die zeven partijen totaal zeven minuten tijd verbruikt (voornamelijk besteed aan noteren) heeft, is het veel.

Daarna heeft hij al zijn partijen met klok gespeeld en ook nog met hele strenge instructies: Pen neerleggen en op je handen zitten. Als je tegenstander gezet heeft, de zet netjes noteren, pen weer neerleggen en op je handen gaan zitten en kijken wat hij of zij dreigt.

In onze onderlinge partijtjes heb ik op het irritante aan hem gevraagd “Wat heb ik net gezet” en “Wat dreig ik?” Bijna net zo irritant als om de haverklap de vraag “Waarom speel je die zet?” Maar het volgende jaar werd hij wel kampioen en hij is waarschijnlijk de tel van zijn kampioenschappen kwijt.

Nu, in mijn eerste ‘echte’ partij sinds 6 maart vorig jaar kreeg ik met zwart de volgende stelling op het bord. Kenners herkennen natuurlijk de contouren van een London. Een systeem dat voornamelijk bestaat uit kleine zetjes, prikje hier, duwtje daar, of ook wel ‘proberen je tegenstander uit te zitten.’

Op zich helemaal niets mis mee maar als je zestien maanden lang alleen maar bullet en blitz chess gespeeld hebt is het wel even wennen aan zo’n langzame manoeuvreerpartij.

Wit had zojuist 18. Dd1-e2 gespeeld. Dat schreeuwde natuurlijk om 18. .. Pf6-d5 met de positionele dreiging .. Pf4. Wit speelde terecht 19. g2-g3, maar ik zat intussen al in snelschaak modus. Een gammel paard op f3, een loper begraven op h2 en een los pionnetje op a4. Dat vraagt om de genadeslag.

En zwart speelde dus 19. .. Dc7-c6 waarop 20. b2-b3 de pion dekte. En nu moet je dus op je handen gaan zitten. Dat deed ondergetekende niet en sloeg bijna a tempo op c3 met 20. .. Pd5xc3.

Waarom doe je dat? Dat kon ik nog net uitleggen. Er komt een penning over de c-lijn en de batterij op de lange diagonaal is ontzettend sterk. Maar feitelijk geeft zwart bijna al zijn voordeel weg. Eerst .. b5 was beter, maar .. Lg5 wint bijna op slag want het paard op f3 mag met goed fatsoen niet wijken wegens de matdreigingen op g2 en h1, bijvoorbeeld: 20. .. Lg5 21. Pg5? Pdf4 en de witte stelling staat op instorten.

Wit accepteerde het kleinood met 21. Tc1xc3. En nu ging ik wel (veel te kort) kijken. In mijn beleving was het een soort wie van de drie. De eerste variant was 21. .. Dxf3 22. Dxf3 Lxf3 23. Lxg6 en wit wint. Onzin natuurlijk want na 23. .. Lb7 hangt de loper op g6 zodat zwart de tijd krijgt om het gepende paard terug te winnen en het minimaal gelijk staat. De tweede variant was 21. .. d5 22. Pa5 Dxc3 23. Pxb7 Tc7 en (eveneens onterecht) afgekeurd omdat wit met 24.Lxa6 het paard lijkt te kunnen redden. Dan maar zonder echt te rekenen de derde variant 21. .. b5.

Waarom speel je die? Antwoord: Omdat die andere twee varianten niet goed genoeg zijn. Kennelijk niet veel geleerd in de laatste veertig jaar en zeker niet van Jonathan Rowson’s sterk aan te raden schaakpsychologie boek The Seven Seadly Sins.

22. axb5! ja, dat kan ook nog tussendoor 22. .. a6xb5 23. Pb7xd6 en nu zou zwart na 23. .. Dxd6 iets beter staan want wit heeft wat meer zwakke pionnen en moet bovendien zijn koningstelling verzwakken om Lh2 weer in het spel te krijgen. Maar ik speelde, consequent en te snel 23. .. Dc6xc3 en moest na 24. Pd6xb7 concluderen dat ik mezelf goed in de nesten had gewerkt.

Met name voor de kids wil ik toch ook even de slotstelling laten zien.

Wat dreigt er?

Zwart had nog geprobeerd in troebel water te vissen. Maar wit was kalm gebleven en zwart had in plaats van .. Dh4 te spelen hier op moeten geven, maar ik gunde Jaap een mooie slotcombinatie. Hoewel zwart nog dreigt mat te zetten met 33. .. Th1 en 34. .. Dh3# is de situatie compleet hopeloos. De dame of loper naar e4 is al meer dan goed genoeg.

Maar Jaap vond vrij snel het mooie dame offer: 33. De2-e8 Pg6-f8 34. De8xf8 Kg8xf8 35. Lb8-d6 Kf8-g8 36. Te1-e8#

Leo de Jager