Ronde 9 van de zomercompetitie had 11 partijen. En diverse pareltjes zagen weer het licht.

Dank aan de aangeschreven clubleden die weer voor een bijdrage hebben gezorgd, zodat we allemaal mee kunnen genieten.

Maar eerst even mijn keek op de week met de knipoog naar ons schaken. Deze keer leg ik de link tussen Murphy en Morphy.

Murphy of Morphy

Het nieuws plofte vanuit de woonkamer op mijn deurmat. Het was dinsdag. Zeg maar gerust black Tuesday. Voor onze Olympiërs dan. Lucky Wednesday was nog niet geboren.

Zijn we eindelijk in Japan, worden we slachtoffers van de wetten van Murphy. Zo werd althans op de televisie in wanhoop gesuggereerd. Boos geworden over alle onrecht en pech die onze sporthelden daar tijdens de Olympische Spelen overkomt, liet ik me gewillig meeslepen in deze zielige stemmingmakerij. Kranten hadden eerder volop gerept over een flink aantal gouden plakken die Nederland ging binnenhalen. Maar na een week was er nog steeds niets binnengehaald. We hadden gefaald, al was dat niet onze schuld. Het lag aan Murphy.

Was het niet een onbenullige plank die onze Matthieu als mountainbiker letterlijk missloeg, was het niet een tranen trekkend slot voor onze Annemiek bij het wielrennen? En of het nog niet genoeg was, alleen onze landgenoten werden getroffen door botsingen en besmettingen. En dan werden onze sporters ook nog eens geïsoleerd in cellen.

Zijn ze daar echt overgeleverd aan de wetten van Murphy? Onzin natuurlijk! Er bestaat geen toverkracht die je noodlot predestineert. Niks pech die juist jou achtervolgt.

Diezelfde dag trof een fraai tijdschrift mijn deurmat. New In Chess. Ik heb geen spijt van mijn onlangs afgesloten abonnement op een bijzondere serie van dit interessante maandblad. Vier forse uitgaven van elk meer dan 100 pagina’s. In deze editie las ik een boeiend artikel over Paul Morphy, de ‘star that keeps shining’. Het schaakfenomeen kijkt ons vanaf de voorkant zelfverzekerd aan. In de schaakhistorie zijn voorbeelden te over van schaakhelden die hun roem mede te danken hadden aan een gigantisch geloof in zichzelf.

Paul Morphy was de geniale winnaar van het American Chess Congress in New York in 1857, zeg maar het eerste schaakkampioenschap van Amerika. Blakend van zelfvertrouwen wilde hij zich nu meten met de beste schakers uit Europa en daagde hen uit om met hem in Amerika een match te spelen. Geen reactie. Dan zoek ik ze zelf wel op, dacht de twintigjarige Morphy, net toen hij zijn studie economie erop had zitten. Hij versloeg de complete Europese schaakelite, onder wie de sterke Adolf Anderssen. Zijn genialiteit werd onsterfelijk. Zijn ster schijnt nog steeds. Zo jammer dat deze ster zichzelf na twee jaar al doofde. Hij hing helaas zijn schaakstukken en bord veel te vroeg aan de spreekwoordelijke wilgen.

Blijf als schaker weg van die heilloze wet van Murphy. Geloof in jezelf, en in de wet van Morphy!

Overigens, inmiddels staan we binnen twee dagen met 3x goud en flink wat zilver en brons weer op de been!

Welkom

Ik herkende hem vaag aan zijn gezicht. Zijn naam was me ontschoten. “Karoly Kiss” zei hij monter, toen hij de speelzaal betrad. Een jaar of zes geleden was Karoly een tijdje lid van onze club. Inmiddels met pensioen en weer helemaal klaar voor een clublidmaatschap. “Ik heb er weer zin in en tijd genoeg. Kan ik ook meedoen voor de bondswedstrijden?” Karoly speelt vanaf ronde 11 mee in de zomercompetitie om al vast wat warm te lopen en staat nu al vast opgenomen met 4½ punt op de ranglijst.

Inzendingen van de spelers

En dan nu de bijdragen van onze leden, met dank aan Danny Hetharia, Leo de Jager, Jaap van Meerkerk, Henk Ochtman, Ruurd Ouwehand, Martin Rensen en Peter Weeda.

Frank van Zutphen – Henk Ochtman

Henk schreef: Een spektakel in 64 zetten. De avond begon rustig met een kopje koffie en een moderne openingsopzet. Op het bord ontstond een loopgravenoorlog en naast het bord werd de koffie vervangen door cola en Hertog Jan. Toen was het plotseling gedaan met de rust.

Een dubieus dameoffer van Frank, want dat moest kunnen in de zomercompetitie. Inderdaad moest ik in de verdediging. Op het nippertje kon ik nog rokeren en een verdediging opzetten tegen binnenvallende torens.

Vervolgens gebeurde er weer iets bijzonders. Frank won een kwaliteit om hem direct weer terug te geven. En het initiatief verschoof naar ondergetekende. Na wat pionnengekletter kon ik met paard en dame op koningsjacht!

Vliegende tijdnood, leuk voor de toeschouwers, bracht veel extra dynamiek. Het bedenken of verhinderen van paardvorkjes terwijl de laatste seconden wegtikken is natuurlijk geweldig! Het initiatief dat ik had maakte het tot een kat en muisspel. Na 64 zetten waren er genoeg gaten geslagen in de witte vesting.

Frank van Zutphen – Henk Ochtman

Na zo’n ongebruikelijk lange partij was de schaakavond ook meteen afgelopen. Bord en stukken werden snel weggehaald door de wedstrijdleider. De volgende ochtend de partij nog eens op de computer bekeken, ter lering ende vermaak. Grandioos.

Leo Verhoeven - Peter Weeda

Peter mailde: Aangekomen in de speelzaal zag ik Leo Verhoeven net na mij binnenkomen. “Misschien mogen wij tegen elkaar Leo”, zei ik en zowaar, het geschiedde aldus.

Nu had ik afgelopen week pijnlijk verloren tegen een andere Leo, recht vanuit de opening en ik speelde nu nog met zwart ook.

Kalmpjes aan dus, maar ook weer niet te. Dat ging best goed. Na mijn 10. .. Le4 stond ik zeker niet minder. Later bij het naspelen bleek zelfs dat deze stelling, meestal met remise als resultaat, ook in de GM-arena voorkwam.

Behoedzaam probeerde ik ruimte te krijgen op de damevleugel en toen dat lukte bood ik een gelijke stand remise aan. Leo accepteerde na een paar minuten denken. Best tevreden mee, want Leo is een te duchten opponent.

Leo de Jager - Wim Posthumus

Leo schreef: Nadat ik mijn paard op e5 had kunnen planten en bijna alle pionnen op de juiste kleur (vanuit wits perspectief dan) stonden, de zwarte koningsstelling met een gerust hart een gatenkaas genoemd kon worden en ook nog eens de uitnodigend open b- en h-lijnen voor het grijpen lagen zal het weinigen bevreemden dat ik hier wel content was. En als bovendien het eindspel van paard tegen slechte loper lonkt …

17. Dd3-d1 met twee hangende pionnen moest toch wel een of ander kleinood verorberd kunnen worden. Ik verwachtte hier 17. .. h5 met de bedoeling zo meteen het paard met f6 te verjagen. Dan kon ik weliswaar op c6 slaan, maar dan bleef ik wel zitten met een achtergebleven pion en kon zwart op de halfopen c-lijn de nodige druk opbouwen. Daarom had ik 18. c4 gepland waarna ik ook nog eens veld c5 in handen zou krijgen. Zwart besloot echter tot de objectief mindere zet 17. .. f7-f5.

In deze stelling was 18. Tab1 eigenlijk de enige zet. Het slechtste witte stuk transformeert in een beest op een open lijn. Maar de spoken begonnen alweer hun werk te doen: f5 maakt de weg vrij voor de zwarte toren naar h6 en wat doe je dan tegen .. Dh1# ? Daarom creëerde ik met 18. f2-f4? zowel een vluchtveld voor de koning als een weg naar g1 of h1 voor een zwaar stuk om alle gevaar in de kiem te smoren. Thuis bleek dat f4 wel een goed idee was, maar dan op een later moment: 18. Tab1 Tf6 19. Pxc6 De8 20. Pe5 Dh5 en pas nu 19. f4 zou ervoor zorgen dat de zwarte speldenprik niets voorstelde en de zwarte damevleugel wijd open lag.

18. .. Dd8-e8 en passant slaan was heel slecht omdat wit met de dame terugslaat en dan liggen alle lijnen naar de zwarte koning open wat samen met het beest op e5 meer dan voldoende moet zijn. 19. Kg1-f2 Tf8-f6 20. Dd1-a4?? Hiermee probeerde de witte dame via a3 de zwarte stelling binnen te vallen. Maar eerst 20. a4 en 21. Tab1 was veel sterker, zeker omdat zwart niet goed kon opponeren op de open lijn.

20. .. La6-b5 21. Da4-a3 Tf6-h6 22. Tc1-h1? en toen kon je naar binnen en trok je been terug. Na 22. Dd6 Dh5? 23. Th1 Dxh1? 24. Txh1 Txh1 dreigde zwart weliswaar mat in één, maar wit mocht eerst en e6 ging er met schaak af en daarna gingen op zijn minst ook nog eens de f- en g-pion er met schaak af en was van mat geen sprake meer terwijl het zwarte kaartenhuis wel instortte.

22. .. Th6xh1 23. Ta1xh1 Kg8-g7 24. Da3-d6 Ta8-a7 25. Dd6-c5 Ta7-b7? En weer aarzelde wit. Ik was van plan om met 26. Tb1 gevolgd door a4 binnen te dringen maar kwam op het laatste moment tot de conclusie dat ik na 26. .. Db8 27. a4 Lxa4 28. Txb7 Dxb7 niet alleen een pion geofferd had maar ook de zwarte dame binnen gelaten. Weer onzin want door de afwezigheid van de torens kon de koning gewoon naar h2 lopen. En met 29. Dd6 kwam de dame beslissend binnen.

In plaats daarvan speelde ik direct 26. Dc5-d6?? Hopend op 26. .. De7 27. Dxe7 Txe7 28. Tb1 en het paard moet van de superslechte loper winnen. Wederom een onzin redenering want na 28. .. a4 was de loper weliswaar een veredelde pion, maar hoe moest wit ooit binnenkomen. Dankzij de torens was zetzwang ook geen mogelijkheid. Het waas potremise.

26. .. Lb5-a4?? Hier schrok ik wel van. De loper ging onontkoombaar naar e4 en is dan een stuk minder slecht. De tekstzet was echter een verliezende zet als wit tenminste verder zou gaan met 27. Pd3 Lc2 28. Pc5 met het idee 28. .. Tb2? 29. Dc7 en uit.

Wit speelde echter 27. Dd6-a3? La4-c2 28. Da3xa5.

Wit had een pion geroofd en bedreigde de zwarte koning zowel via de h-lijn als de zevende rij. Ik dacht dan ook dat ik hier zo goed als gewonnen stond. Zwart, al in extreme tijdnood, besloot tot het verwachte 28. .. La4. Intussen flitste het door me heen dat 28. .. Le4 wel eens vervelend kon zijn. Ik had dan 29. Te1 Tb2 30. Te2 Txe2 31. Kxe2 Db8 32. Da3 gepland en de zwarte dame kon niet binnenkomen: 32. .. Db1 33. De7 en zwart liep mat. Maar in deze variant zat een groot lek, want, zoals we (gelukkig voor mij) pas na de partij vonden, 29. .. Dh5 op weg naar h2 was zo gevaarlijk dat wit met eeuwig schaak genoegen moest nemen na 30. Dd8 Dh2 31. Dg5.

Zoals gezegd speelde zwart echter: 28. .. Lc2-a4?? en nu stond wit weer gewonnen want het paard verliet zijn voorpost om alle gaten in de dijk te dichten. 29. Pe5-d3 dekte veld b2 en was op weg naar b4 of soms c5. 29. .. c6-c5 30. Da5xc5 La4-c2 31. Pd3-b4 De8-a4 32. Dc5-d6 Lc2-e4 De loper bereikte alsnog weer het ideale veld, maar inmiddels was er geen tijd meer om de zware artillerie erbij te halen. De dame was nu wel beslissend binnen 33. Dd6-e5 Kg7-f8 34. De5-f6. Niet de sterkste, het was mat in vier, maar meer dan goed genoeg. 1-0

Marcel Tillemans - Jaap van Meerkerk

Jaap vertelde: Ik had alweer het geluk aan mijn zijde. In een halve slaaf speelde ik eerst vier pionzetten en kwam uit in een zijvariantje met a6. De stelling vervlakte door wat geruil van lichte stukken, maar ik dacht goede vooruitzichten te krijgen door tegen een witte isolani op d4 te gaan spelen. Het bleek lastig. Ik ging positioneel in de fout door d5 van wit toe te laten. In de thuisanalyse kon ik d5 sowieso niet verhinderen.

Ik zat volkomen onterecht nog in dat online rapid-tempo het thematische Te8 te spelen, terwijl een koe kon zien dat 18. Tc8 eerst nodig was om de zwarte dame te stutten. Nu loste 19. d5 niet alleen de witte zwakte op maar leverde ook pionwinst op. Zwart counterde noodgedwongen met actief stukkenspel en via wat dreiginkjes van de toren op de tweede lijn, wat moeraszetten van loper en paard vlocht ik ondertussen een eenvoudige aftrek in de stelling.

Een doorzichtige combinatie die Marcel snel zag, maar hij moest toch vrij lang een goede tegenzet verzinnen. Zijn toren had weinig ruimte. Met Pf3 koos hij voor een paardvork die zwart helaas loperruil afdwong en een resterend toren-paardeindspel met een pion minder. Wit koos echter niet voor die afruil en koos voor Lb7 om nog een pion te winnen. Marcel was inmiddels die aftrektruc vergeten. Ik won de kwaliteit. De zwarte toren en loper sloegen meteen hard toe en na drie zetten moest wit al opgeven. En ik neem me voor om stellingen die daarom vragen wat langer te bestuderen.

Hans Brobbel - Ruurd Ouwehand

Ruurd mailde: Het werd een rustige afruilvariant van de Caro-Kann die op een snelle remise leek uit te draaien. Ik wikkelde af naar een pionneneindspel met een paard tegen een loper. Hans ging niet in op de mogelijkheid om zijn loper te ruilen voor een paard wat tot een alles of niets race zou leiden die uiteindelijk mij de winst zou brengen.

Daarom bood ik maar remise aan, wat gezien de stelling logisch was. Hans begreep niet dat het een remiseaanbod was en speelde door. Daarna kon ik profiteren van enkele fouten, waarna ik na pionwinst het eindspel in mijn voordeel beslechtte.

Martin Rensen - Ruud Neumeijer

Martin vertelde: Afgelopen maandag mocht ik weer eens de degens kruisen met Ruud. Deze ontmoetingen hebben altijd wel een bijzonder tintje omdat we naast de schaakvereniging ook goed met elkaar omgaan en vooral niet van elkaar willen verliezen. Ruud is deze zomercompetitie heel sterk gestart en zakte daarna wat terug. Ik deed het andersom. Ik heb me deze competitie voorgenomen om onverschrokken ten aanval te trekken, en er een leuk spektakel van te maken op het bord.

Dat laatste lukte wel, alleen liep ik daardoor wel tegen wat nederlagen aan, maar wel na allemaal bijzonder interessante partijen. De partij tegen Ruud werd er ook weer zo eentje. Na vorige week in 12 zetten gewonnen te hebben (sorry Harry, je was niet de snelste) kwam in deze ronde het volgende miniatuurtje op het bord.

Martin Rensen - Ruud Neumeijer

Danny Hetharia - Gerrit Boer

Danny schreef openhartig: Helaas was die overwinning vrij onverdiend en niets om trots op te zijn. Hoewel ik vrij comfortabel uit de opening kwam, speelde ik het in het middenspel te gehaast. Gevolg was tegenspel voor zwart, dat vrij kon afstevenen op een relatief open koning. Gerrit speelde het netjes en vond het winnende plan. Met de moed der wanhoop offerde ik een toren in een poging om het nog even goed ingewikkeld te maken.

Gerrit zat er lekker in en gaf snel gevolg aan zijn plan (bijna elke meer geduldige zet was winnend). Door de dreiging van dubbel schaak (en daarmee mat) werd vervolgens eerst de zwarte dame afgenomen. Dat bleek te moeilijk te verkroppen voor Gerrit, die vervolgens terug nam met zijn toren. De schade was al geleden en het ging mooi mat op de volgende zet.

Jonathan van Es - Peter Ruimschoot

Als toeschouwer zag ik rond 22.30 uur een moeilijk te taxeren middenspelpositie en kon zelf geen plan voor wit bedenken. Jonathan kennelijk wel.

In de langstdurende partij van ronde 9 - die bloedstollende aan bord 1 tussen Frank van Zutphen en Henk Ochtman was net een minuutje eerder afgelopen - wist Jonathan de winst binnen te slepen. Hij kon de partij echter niet meer reconstrueren voor een persoonlijk verslag, zo meldde hij me.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand van de zomercompetitie.

Zo dat was het weer voor deze ronde. Op naar de tiende! Tot maandag en veel schaakplezier allemaal.

Jaap van Meerkerk