Derde Erasmusteam pakt resoluut koppositie in RSB klasse 2A

Wat vooraf ging

De Dr. Jan Schoutenlaan lag er donker verlaten bij op die maandag 27 oktober 2021.

In de stellige overtuiging speellocatie ‘De Flat’ rechts aan te treffen reden Wim en teamcaptain Jaap het wijkgebouw voorbij. Geen getomtom. Lekker even zoeken na thuis op de kaart de route in je hoofd te hebben gezet. Heerlijk.

Lucian Mihailescu en Emil Verhoef reisden zoals dat heet op eigen gelegenheid. Stipt om 19.00 uur had Ruurd Ouwehand zijn slagschip de complete parkeerplaats van Arcadia laten innemen. “Plaats voor zeven”, had schipper Ruurd trots zijn patrijspoort opendraaiend geroepen. En dus reden we toch maar met twee auto’s. Niet om het klimaat een dienst te bewijzen, eerder om iets als een virus zo kansloos te laten als aanstonds de schakende flatbewoners van Maassluis.

En dat was tegen de verwachtingen in. Maassluis 1 is opgesierd met hogere ratings aan de eerste zes borden. Ruurd wapperde waarschuwend met een imposante ratinglijst in een poging ons te herinneren aan onze ratingvrees en zei bemoedigend dat ze op volle oorlogssterkte aantraden. Gelukkig hadden wij met onze 7-1 tegen Overschie ook op hen indruk gemaakt.

In zijn openingswoord typeerde teamcaptain Kruidenier treffend het karakter van de komende strijd. Beide teams hadden de eerste wedstrijd glorieus gewonnen. Hij deed daarbij een geslaagde poging de druk bij het te kloppen team weg te halen met zijn “maar onze tegenstanders waren zwakker”. Had ik als teamcap mijn mannen wel voldoende in een gewenste staat van paraatheid gebracht? Ik betwijfelde het.

Het feit dat ze om 19.30 uur al in De Flat aan de koffiebar stonden – op onze koele Emil Verhoef na dan, die kwam op de afgesproken tijd van 19.45 pas – getuigt van motivatie en discipline. Ook maakte ik me wat zorgen over Ruurds “Het moet van de lage borden komen”, zichzelf bij voorbaat verontschuldigend voor een mogelijk debacle. Dat hij mij aan bord 7 daarmee onbedoeld extra onder druk zette, soit. “Als de eerste vier borden 1½ punt halen en de laagste vier 2½ ben ik tevree”, hoorde ik mezelf zeggen.

En tot overmaat van ramp ging ik veel te ver in een poging de teamgenoten te motiveren: “Wie onnodig verliest zit de volgende wedstrijd aan een laag bord!” “Vandaar dat ik nu voor straf aan zeven moet zitten”, voegde ik er ter verontschuldiging aan toe. Een uitermate treurige opmerking natuurlijk, die kant noch wal raakte. En zo kabbelde het verder aan de bar, de gebruikelijke uitwisseling van een naar zelfvertrouwen zoekend team.

Maar dat sfeertje helpt ons niet echt naar de zege, dus “jongens wij zijn veel sterker dan onze tegenstander vermoeden”, “speel je eigen spel”, “ga voor je kansen” en “zet druk.” Dat laatste had ik moeten zeggen en verzin ik er nu maar even bij. Die hou ik tegoed voor mijn volgende peptalk.

De wedstrijd van uur tot uur

Als team voor het eerst in een zaaltje bijeen, achter imposant grote borden. Met velden voor mij net te ruim bemeten. Ik had daardoor het idee dat ik voortdurend gaten in mijn stelling had.

Ruurd Ouwehand aan één van de topborden tegen Kouwenhoven was als eerste klaar en terecht opgelucht over zijn remise, die voelde als een overwinning. Netjes, Ruurd. Ruurd: “Ik had op bord 3 een solide wedstrijd tegen een tegenstander met 300 ratingpunten meer. Gelijkwaardige partij die terecht eindigde in remise.”

Wim Posthumus aan bord 2 was ook tevree. In iets mindere stelling legde hij met een remiseaanbod de bewijsdruk bij zijn tegenstander Van der Hidde omdat die het afsloeg. Daarna produceerde die niet de beste zetjes en bood vervolgens zelf remise aan. Wim vond dat best. Tussenstand: 1-1.

Jaap van Meerkerk aan bord 7 tegen Dirk Brijs moest wat bewijzen. Gestraft dus door zijn teamcaptain met een laag bord vanwege zijn slechte beurt tegen Overschie. En, raar eigenlijk, maar hij speelde lekker ontspannen. De ontknoping van zijn partij heeft Jaap in dit verslag verwerkt. Tussenstand: 2-1

Direct daarna nog twee uitslagen. “Mag ik remise aanbieden?” vroeg Lucian. “Ik sta iets beter, maar zie verder geen plan om te winnen. Dat was oké gezien de stand nu. Maar de overige borden waren niet zeker. Ok vond ik, niet verliezen is het uitgangspunt, en dat hadden we nog niet. Iets forceren zou onnodige risico’s opleveren.

Onderweg naar Lucians bord zag ik Hans Brobbel tegen Dijkstra aan bord 6 al aan de analyse. Aan Hans valt nooit iets van zijn gezicht af te lezen. Hij had schijnbaar geruisloos gewonnen! En nam de felicitaties koeltjes glimlachend aan. En dat was 3-1.

Direct daarna accepteerde Lucian Mihailescu’s opponent Kroes aan bord 5 het halfje en stond het 3½-1½. Nog een halfje met nog 4 uitslagen te gaan. Jan Hoek van Dijke aan bord 1 stond een pion achter met remisekansen met nog heel veel materiaal op het bord.

Jeroen Landsheer aan 4 speelde met 4 ballen tegelijk en overal waren brandhaardjes. Compleet onzeker dus. “En weer niet gerokeerd, zou hij na afloop grijnzend melden!” Help! Hij schaakt in het centrum en op de vier hoeken van het bord. Aan bord 8 zat Emil Verhoef met licht initiatief, of was het toch een gelijke stelling? Het moest toch mogelijk zijn een halfje of wie weet zelfs een punt uit de resterende borden te halen? Dat zou geweldig zijn.

En het werd geweldig! Tegen 23.00 uur zagen we het gebeuren. Emil zette tegenstander Paul voor het blok en met een kleine combi (aanval op verdediger + hout) won hij een paard. Ongekend en onverwacht. Zoals Emil het verwoordde: “Ik mocht de winnende in de kruising schieten! De overwinning was hiermee een feit! 4½-1½.

Jeroen werd tegen Kruidenier aan bord 4 langzaam linksachter weggedrukt. Zijn dame en koning verdedigden tegen wat boeren die op promoveren stonden met tegelijk directe matdreigingen. Had ik zijn tegenstander gewaarschuwd voor Jeroens capaciteiten en capriolen dan had hij ook de lange diagonaal beter bewaakt, want … helemaal aan de overkant daar was Jeroen zelf met een pionneke wat opgeschoven naar h3.

Toen Kruidenier – zo leek het – beslissend naar c7 doorschoof en de diagonaal even vrijgaf, was het klaar! Terwijl wit zijn zet uitvoerde zag hij het mat reeds aankomen. Jeroen haalde glunderend uit met Da8-g2 mat! Wat een geweldig verrassende ontknoping! Schaken is een feest. 5½-1½.

Tenslotte onze top-Jan, die niet eens mopperend aan het hoogste bord had plaatsgenomen. Jan, tijdens de voorronde van onze interne zoekend naar zijn vorm, speelde een goede partij, maar kon het tegen zijn sterke opponent Bergen met weinig tijd net niet meer remise houden, overzag een dubbele aanval en moest capituleren. Jan had zich in een merendeels zeer degelijke pot prima geweerd.

En zo werd de eindstand 5½-2½.

Schaakvereniging Maassluis zwaaide ons uit met een uitnodiging voor het rapidschaaktoernooi van zaterdag 20 november ten ere van hun 70-jarig jubileum. Ik beloofde hierop onze clubleden te attenderen. Toegang inclusief lunch is gratis. Opgeven bij Marcel Bergen via svmaassluis@gmail.com.

Nu zijn wij het te kloppen team! Ik ben trots op jullie, mannen! Wat een strijdlust. Super. Nu wacht ons Barendrecht. En dan vergeten we al het voorgaande.

Jaap van Meerkerk – Dirk Brijs

Ik profiteerde van mijn rapidpartijen in de online competitie. Na een zet of 9 had ik de 1.30 uur nog op de klok en een tijdsvoorsprong van een kwartier. Pas toen zwart Pf6-h5 deed en afweek liep mijn tijd echt. Om daarna tevreden vast te stellen dat de zwarte koningsstelling aan flinters lag.

Wat is schaken toch een mooi spel, lekker genieten, dacht ik. Bij mij werkt dat. Alleen even, heel even, voelde ik de adrenaline haar werk doen. Ik had zwart naar mijn idee toch nog teveel in de wedstrijd laten terugkomen en was deze voor wit +2 stelling bereikt.

Wat te doen. Als ik nu niet doorpakte en druk zette ging ik zelf misschien wel andermaal kopje onder. Ik aarzelde over de rol van mijn paard. Op c3 blijven (en na a3 bijvoorbeeld Pa2 spelen?) om de komende zwarte (wanhoops)aanval op te vangen of zelf ten strijde trekken?

Een hijgend geluid haalde me uit balans en tilde mijn hoofd uit de denktank. Mijn tegenstander glimlachte en herkende net een fractie eerder het geluid van de grote dorstige moerashond. Ze had zich tot het middenspel nog ingehouden en lag niet echt in de weg op mijn routes naar bar en toilet. Hijgend had ze te kennen gegeven best aan eten toe te wezen. Het moet geen gewoonte worden te worden gestoord door gesmak (Overschiese hamburger), gehijg (Maassluise hond) en wie weet straks andere aan eten gerelateerde geluiden.

Na tien minuten denktank, besloot ik niet te gaan verdedigen en wilde de witte aanval vooral eerst laten komen, centraliseerde mijn paard richting verzwakte zwarte koningsstelling en plaatste de beslissende aanval.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in klasse 2A van de RSB-competitie.

Jaap van Meerkerk