Weer een ruime overwinning voor het derde

Donderdag 25 november. De derde wedstrijd in klasse 2A van de RSB. Voor het eerst een thuiswedstrijd, na twee eerdere overwinningen uit.

Om 19.45 uur waren we al compleet aanwezig in onze ruim bemeten speelzaal. Onze luxe houten borden ijverden met de prachtige stukken van Steenbergen om de eer.

Mij viel direct de juiste verhouding veld en stukgrootte op. Vier pionnen moeten precies op een veld passen. Maar dan ook precies. Geen ruimte er nog omheen, dan heb je het idee dat het tocht. En dat zou dubbelop zijn, want Arcadia ventileert haar speelzaal al te goed. Is het veld te klein – wat je vaak ziet – dan overzien veel schakers (ik dus) de stellingen niet goed (ouderdom) en dit euvel doet het reeds aanwezige gebrek aan inzicht dermate toenemen dat men (ik dus) het niet meer kan verhullen.

De tafels stonden in lijn opgesteld met een tussenruimte van 75 cm. En wees gerust, de borden stonden wel degelijk 1,5 meter uit elkander. Ik had aan bord 3 het geluk dat mijn tafel er bij de eerste zet niet meteen vandoor rolde: geblokkeerde wielen. Het is me eerder overkomen dat ik tegenstander en tafel na de eerste zet plots elders in de zaal aantrof. Gelukkig was dit voor de interne.

Om 20.00 uur zaten de spelers van Erasmus 3 braaf te wachten achter hun bord, onze tegenstanders – zo bleek weldra – al een kwartier achter de brug, de Van Brienenoordbrug wel te verstaan. Leo Verhoeven had als wedstrijdleider ons reeds toegesproken, een relaas dat onze tegenstanders vanaf het Overmase moet zijn ontgaan. Rond 20.07 uur verscheen hun eerstebordspeler. Wim Posthumus was op dat moment dus verzekerd van een schaakpartij.

Uiteindelijk bereikten alle tegenstanders doodgemoedereerd onze speelzaal en liet Leo het tweede startsein wat in het vage. Je kunt tenslotte niet twee keer beginnen. Toch maar even welkom heten, vond Leo terecht, terwijl de meeste klokken al liepen. Mijn tegenstander zat lekker te babbelen over die brug en de files en zo meer, maar feitelijk waren we al begonnen. Maar ach wat maakt het uit. Of Jeroen aan bord 6 daardoor direct al die centrumpion inleverde laat ik even in het midden. Daarover straks meer.

Wim Posthumus (bord 1) kwam met zwart niet echt in zijn spel geloof ik. Wit pakte het in de opening voortvarend aan en schoof al zijn koningsvleugelpionnen naar voren. Wim neutraliseerde en kreeg in het middenspel voor de tweede keer een remiseaanbod. Toen hij zijn teamleider Jaap dit vertelde zei ik dat zijn tegenstander dat mocht doen. Interessant puntje natuurlijk. Je tegenstander mag als hij dat wil op elke zet remise aanbieden – is mij in een paard tegen toreneindspel overkomen – maar als je dat storend zou vinden kun je gaan klagen bij de scheids. Een gedrag waar veel landgenoten veel ervaring mee hebben.

Maar Wim had echter geen enkele reden tot klagen. Wim vond het eigenlijk wel best, remise. En ik vond het geen enkel probleem, hoewel ik er geen flauw idee van had het hoe het zo halverwege de avond op de overige borden stond. Ik heb namelijk een blind vertrouwen in mijn team dat geen remiseschuivers in zijn gelederen heeft.

Ruurd Ouwehand (bord 2) speelde een degelijke partij en schoof zich langzaam maar zeker naar een vol punt. Ruurd werd bepaald niet gehinderd door twijfels, speelde vlot en trefzeker. Ruurd houdt overigens als een soort van hobby nauwkeurig de ratings van onze tegenstanders in de gaten, best handig. Zijn ratingoverzicht van alle mogelijke tegenstanders geeft een indicatie hoe je zou kunnen spelen en hoe blij je mag zijn met een resultaat. De ratings geven volgens zijn teamleider niet meer dan een vage indruk van de (vroegere) speelsterkte van de huidige tegenstanders. De werkelijke speelsterkte wordt bepaald door de mentale weerbaarheid, fitheid en ervaring (inzicht), vind ik. Ruurd had overigens de hoogste rating tegenover zich, was dus gewaarschuwd, en … won.

Jaap van Meerkerk (bord 3) speelde na 1. d4 met zwart toch maar weer naar zijn bekende stellingen, maar door een onnauwkeurigheidje van de witspeler ging hij in op een variant met een tijdelijk pionoffer waarbij zijn loper op g7 beresterk werd, de dames werden geruild en wit met een zwakke c-pion werd opgezadeld. Door een onnodig tempoverlies verloor hij zijn +2 stelling en kwam in een min of meer gelijke positie in het middenspel terecht.

Het werd lang manoeuvreren en dankzij wat mindere zetjes van wit kreeg Jaap zijn torens op de tweede lijn. Dat leverde enkele pionnen op, en uiteindelijk de winst. Het kostte me moeite de klotsende adrenaline uit mijn lijf te temperen. Met weinig tijd moest ik flink zoeken naar de juiste weg die naar de winst voerde. Mijn tegenstander speelde naar eigen zeggen te lang door. Daar was ik het vrolijk mee eens. Hij met een paard en drie pionnen tegen mijn toren en 6 pionnen. Toen ik het paard tegen mijn toren ruilde was het 5 tegen 1 en even later 3 tegen nul. Na mijn promotie gaf hij pas op en vertelde dat dit gedrag hem eerder een vol punt had opgeleverd!

Jan Hoek van Dijke mocht lekker aan bord 4 bijkomen van zijn nul aan bord 1 tegen Maassluis. En dat deed hij met verve! Jan liep trots met de eerste overwinning op zak langs de borden te slenteren. Hij had met wit na de opening met een loper op f4 een degelijke stelling bereikt waarmee zijn tegenstander uiteindelijk geen raad wist.

Jan vertelt: Ik had direct na de openingsfase de gelegenheid voor een manoeuvre met mijn dame die daarmee een dubbele aanval had op zowel een stuk als op de ongedekte pion op g6. Mijn tegenstander koos ervoor zijn stuk te behouden en zo kwam ik de belangrijke pion voor. In het middenspel kon ik met een ogenschijnlijk paardoffer een tweede pion winnen. Door penningsperikelen na het terugslaan zou ik mijn stuk weer terug winnen.

Mijn tegenstander probeerde nog door middel van het slaan met een toren er twee stukken van mij uit te slepen, maar dat plan ging niet door vanwege weer een andere penning. Nu, met een kwaliteit en twee pionnen voor, de koning van de tegenstander inmiddels vrijwel zonder bescherming helemaal op het midden van het bord, en met mijn verbonden torens in de aanval alsook ter ondersteuning van een vrijpion in het centrum, die op zijn beurt ook weer mee deed met de aanval, besloot hij om er verder maar geen kansloze martelgang meer van te maken.

Karel de Neef (bord 5) was keurig ingevallen (voor invaller Pim voor basisspeler Lucian). Met zwart zou Karel het stevig gaan opzetten in één van zijn favoriete openingen. Dat lukte, zag ik, maar in het middenspel was het allemaal vrij onduidelijk. Karel kon zijn stukken wonderwel naar de op termijn beste velden loodsen en dat leverde hem een knap vol punt op.

Jeroen Landsheer (bord 6) tikte in blessuretijd a la Feyenoords supersub Dessers het zesde punt binnen. Jeroen is een klasse apart als het op uitvluggeren en tactische wendingen aankomt. En dat betaalt vanzelf uit! Ik heb even gemist of Jeroen weer eens niet gerokeerd had. Bij navraag bleek hij nu eens wel keurig op tijd zijn koning in de parkeergarage te hebben veilig gesteld. En zijn pionnen vlogen nu eens niet vanaf de start van de tweede naar de vijfde rij. In plaats daarvan gaf hij zijn belangrijkste pion weg.

Jeroen vult zelf nog aan: In mijn partij leek zwart de overhand te krijgen door een belangrijke centrumpion te winnen. Met wat kunst en vliegwerk wist ik mijn stelling weer te repareren door twee pionnen te winnen. Uiteindelijk werd het een dame-eindspel met een pion meer, waarschijnlijk remise maar in tijdnood bleek het toch lastig om alles bij elkaar te houden voor zwart. Jeroen staat nu op 3 uit 3, op weg naar roem.

Emil Verhoef (bord 7) is altijd een zekerheidje en ja hoor, weer pakte Emil het volle punt. Geen kabaal, geen kouwe kak, maar rustig op zijn gemak. Heel netjes. Inmiddels reikt hij met 3 uit 3 naar een toppositie, wellicht op weg naar een beste teamresultaat. Als excuus mompelt hij bescheiden zoiets van “geen kunst aan zo’n laag bord”, maar dat slaat nergens op.

Emil zelf: Ik speelde tegen de nestor van Barendrecht. Voor hem gold het oude adagium: Waarom de tijd sneller gaat als je ouder wordt (Douwe Draaisma). Na 10 zetten was zijn klok al een half uur verder. Niets aan de hand voor mij, twee pionnetjes voor met voor hem nog paar minuten op de klok. Toen ging Nestor ineens vluggeren en ging ik meedoen, ik noteerde niet meer, ik kreeg waarschuwing van wedstrijdleider en schakelde toen toch maar weer even versnellinkje terug en kon uiteindelijk rustig mijn mannetje naar de overkant loodsen en een puntje noteren.

Hans Brobbel (bord 80 kwam goed te staan – ik liet me zelfs vertellen zeer goed – maar Hans verloor de controle en moest helaas het punt aan de eilandbewoners van IJsselmonde laten, waarmee ze de eer wisten te redden en toch nog met een winstpartij over de Van Brienenoordbrug togen die nacht.

En zo werd het een ruime overwinning op de Barendrechters: 6½-1½.

Onze volgende wedstrijd was tegen Moerkapelle, maar deze is nu uitgesteld tot nader order. En ook dan gaan we weer met een creatieve opstelling de strijd aan. En ach wat maakt het uit, we zijn allemaal toch ongeveer van ongelijke sterkte.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in klasse 2A van de RSB-competitie.

Jaap van Meerkerk