Deze ronde kwamen 28 clubgenoten opdraven, genoeg voor 14 partijen waarvan er 7 beslist werden en in zeven partijen remise werd overeengekomen. Remise, doorgaans een probleemloze overeenkomst. Je komt remise overeen.

Maar zo eenvoudig ligt het niet.

Lees het FIDE-reglement erop na, artikel 9 (zie verderop in dit verslag), en je voelt meteen dat misverstanden in een klein hoekje zitten. In dit verslag leest u over weer zo’n gevalletje. Helaas geen echte verrassende uitslagen. Dus geen leedvermaak jegens de toppers of lintjes voor de goudvinken.

De stand op de ranglijst

De voorronde van onze interne competitie werd na ronde 12 op 22 november stilgelegd tot 13 januari. De 17 rondes van de voorronde maken we gewoon af. Nog twee ronden te spelen dus en dan  zijn de 8 spelers van de A-finale bekend. We kunnen helaas maar 1 gesloten finalegroep maken vanwege het (nog) te bescheiden aantal deelnemers aan onze interne. Normaal zijn dat er ongeveer 60. Op dit moment, dus na de 15e speelronde, zouden de volgende spelers zich gekwalificeerd hebben: Pieter Sturm, Frank van Zutphen, Leo Verhoeven, Eric Hoogenes, Andrzej Pietrow, Martin Rensen Leo de Jager en Dick Straathof. De vijf laatste spelers hebben allen 9 punten.

Eveneens met 9 punten staan op de plaatsen 9 en 10 Wim Posthumus en Cander Flanders, gevolgd door drie spelers met 8½ punt. Dus ook nog een beetje in de race: Paul Wilhelm, Arno van  Houten en Jaap van Meerkerk. Zij zullen in ronde 16 een vol punt moeten aantikken. In dat geval doen ze ook serieus mee voor de A-finale.

Zelfs de 8 spelers met 8 punten (Pim Kleinjan, Rinus van der Linde, Marcel Tillemans, Jeroen Landsheer, Joop van ’t Hoenderdaal, Ruud Neumeijer, Karel de Neef en Jan de Korte) kunnen met twee overwinningen nog voor een verrassing zorgen. Het verschil tussen de nummer 4 en 21 op de ranglijst is slechts 1 punt. We gaan dus nog twee spannende ronden tegemoet!

Herstart jeugd

Ook de jeugd was weer aanwezig en zorgde weer voor een gezellige sfeer. Fijn om onze jeugdleider Peter Ruimschoot ook weer in gelukkige staat van opwinding te zien ronddartelen. En de overige jeugdbegeleiders (Wim Posthumus, Leo Verhoeven, Jonathan van Es en Karoly Kiss) waren ook weer van de partij.

Een anekdote aan bord 4

Leuk als je aan bord 4 weet dat je sterke tegenstander nog wat appeltjes met je te schillen heeft. Zonder besef van ruimte en tijd zag ik via het Engels een Semi-Slav ontstaan. Om mij heen werd kennelijk geschaakt. In mijn linkerooghoek zag ik met regelmaat de peinzend zelfverzekerde blik van onze ranglijstaanvoerder. Sinds mensenheugenis onbereikbaar aan kop. Sturm heet hij. Pieter Sturm. In trans bestudeerde hij het plafond. Arme Jeroen. Mocht ie ook eens aan bord 1, gaat zijn tegenstander hem blind afdrogen. Ongemerkt aapte ik Pieters gedrag na, staarde omhoog, op zoek naar de voor mij beste keuze uit het variantencomplex.

In de slotfase zag ik de winstkans te laat en bleek onmachtig mijn geringe voordeel – toren tegen sterk paard plus pion – naar groter  voordeel uit te bouwen dus ik besloot Leo op de 55e zet remise aan te bieden. “Dan moet je wel eerst een zet doen”, reageerde Leo. Hm, dacht ik, dus geen remise!? Ok dan niet, ik doe gewoon de  sterkste zet en wie weet waartoe dat leidt. De actieve zet Te8 beviel me steeds beter en eenmaal uitgevoerd wilde ik doorspelen, wat even later op zijn beurt Leo weer zou verrassen. Leo stelde  zwijgend de klok buiten werking. Wat krijgen we nu? Een seconde of twee wist ik even niet wat er loos was, mijn remiseaanbod was in mijn ogen afgeslagen en ik zat al helemaal in de eindstrijdstand.

Onze voorzitter wandelde net langs. Het was immers al hoog tijd om op te ruimen. We vroegen hem wat hij ervan vond. Frank zocht de beelden erbij via zijn mobiele telefoon. Die vonden zo gauw geen uitsluitsel geven. Vervolgens besloten Leo en ik, vredelievend als we zijn, de remise overeen te komen. Maar wat ging er nu eigenlijk mis? Laten we de reglementen er dan toch maar eens goed op naslaan. Die staan uitvoerig beschreven in artikel 9 van het FIDE-reglement. Aan het remiseaanbod kunnen geen voorwaarden worden verbonden (3e zin, artikel 9, lid 2).

Leo had echter een voorwaarde: “Dan moet je wel eerst een zet doen.” Dat mag kennelijk niet, als ik het goed begrijp. Zijn voorwaarde hing hij op aan de bekende regel (zie de 1e zin van artikel 9.1, lid 2: Een speler die remise wil aanbieden, dient dit te doen nadat hij zijn zet op het schaakbord heeft gedaan, en voordat hij zijn klok indrukt). Mij was nog wel bekend dat je op elk ander moment  kok remise mag aanbieden. Zie de 2e zin: Een remiseaanbod op elk ander moment tijdens de partij is wel geldig ( je mag je tegenstander daarbij niet afleiden of hinderen) En nu zin 4. Die moest ik  3x lezen totdat ik dacht hem te begrijpen: In beide gevallen kan het aanbod niet worden ingetrokken en blijft het van kracht totdat de tegenstander het aanneemt, het mondeling afwijst, of … enz.

Dat ‘in beide gevallen’ slaat dus op een remiseaanbod ongeacht of je (wel of niet) aan zet bent. En het aanbod blijft van kracht – en hier begint de verwarring denk ik – totdat de tegenstander het mondeling afwijst of (zeg maar) een zet doet. In dit geval deed ik zelf een zet en daarmee stond er een andere stelling op het bord waarop het remiseaanbod geen betrekking meer had. Ik herhaalde mijn remiseaanbod dus niet. Zou ik dat wel gedaan hebben dan was het stilzetten van de klok door Leo het accepteren geweest van het remisevoorstel.

Tot zover mijn interpretatie.

Leo de Jager mailde ik bovenstaande tekst en vroeg hoe hij er tegenaan keek. Leo: “aan het aanbod kunnen geen voorwaarden worden verbonden.” Dat moet mijn inziens aangevuld worden met “door de aanbieder” en dan vervalt het remisevoorstel inderdaad pas als ik een zet doe.” Ja, in dat geval heeft Leo helemaal gelijk. Maar volgens mij geldt voor beide spelers dat ze geen
voorwaarden mogen verbinden aan het remisevoorstel. Het is natuurlijk allemaal in Leo’s woorden juridisch geneuzel, maar toch wel handig en verstandig als je tijdens bondswedstrijden juist handelt. Mijn suggestie: bied alleen remise aan als je aan zet bent. En spreek duidelijk (ook daar kan ik een anekdote over vertellen, maar nu even niet) en noteer achter je laatste zet =? Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Voor alle duidelijkheid vermeld ik hier artikel 9, lid 2:

1. Een speler die remise wil aanbieden, dient dit te doen nadat hij zijn zet op het schaakbord heeft gedaan, en voordat hij zijn klok indrukt. Een remiseaanbod op elk ander moment tijdens de partij is wel geldig ( je mag je tegenstander daarbij niet afleiden of hinderen) . Aan het aanbod kunnen geen voorwaarden worden verbonden. In beide gevallen kan het aanbod niet worden ingetrokken en blijft het van kracht totdat de tegenstander het aanneemt, het mondeling afwijst, het afwijst door een stuk aan te raken met de bedoeling er een zet mee te doen of het te slaan, of de partij op een andere wijze is beëindigd En zo blijven spelregels boeiend en ter discussie staan. Zelfs met een Video Assistent Referee.

Bijdragen van de leden

En dan volgen hier nu de bijdragen van enkele clubleden, met dank aan Karel de Neef, Anton van Berkel, Bram de Knegt, Wim Posthumus en Karoly Kiss.

Ruud Neumeijer – Karel de Neef

Karel vertelde: Deze avond was ik uit op een snelle partij; liefst winst of -als het niet anders kon- een stevige remise. Omdat dinsdagmorgen vroeg mij het genot van altijd verkrampte nekspieren wachtte, vanwege het machteloos achterover gelegen ondergaan van een wortelkanaalbehandeling. Tot mijn grote plezier, niet vanwege een verwachte snelle winst natuurlijk. In dit geval, had Arno mij met de zwarte stukken opgescheept tegen de immer olijke Ruud. Het was de eerste keer dat wij de degens tegen elkaar ophieven, dus besloot ik zijn spontane 1. e4 met een gematigd en niet overenthousiast 1. d6 te beantwoorden. Het werd na 2. d4 Pf6 3. Ld3 e5 4. c3 Le7, een halfopen spel met Pirc- en Philidor achtige tendensen. Waarin zwart -met een in beginsel gedrukte stelling- zijn kansen afwacht op een overweldigende uitbraak.

Ruud trok dan ook zoals verwacht spontaan van leer met het opbouwen van een stevig centrum en trachtte naar de voltooiing hiervan met 11. f4 een aanval te introduceren op mijn Koningsvleugel. Dit alles onder het nuttigen van een samen gedeelde, forse reep, pure hazelnoot-chocolade, die ik had meegenomen om de onbekende tegenstander gunstig te stemmen. Dat was bij Ruud natuurlijk niet nodig, maar lekker was het wel. Om weer terug te keren naar het bord.

Na een korte verstoringsactie- en afleidingsmanoeuvre mijnerzijds op de Damevleugel. Die het centrum opende, was de beer los. Ruud opende de aanval met een verscholen en dreigende matdreiging :-). Die ik afdoende kon ‘keepen’ om vervolgens, met een gecoördineerde actie van het paardenstel contra zijn lopers, het initiatief over te nemen. Het resultaat was een zwarte uitbraak met remise-achtige tendensen waarin wij tevreden berusten. Na een goede nachtrust heb ik de daarna verwachte beproeving manmoedig doorstaan. Resultaat een volgende keer gezellig naar de kaakchirurg. Pfffff.

Dominique Taapken – Anton van Berkel

Anton schreef: Schaken? Dat was al weer zo’n 2 jaar geleden dat ik dat gespeeld had op de club: iets met een koning, paarden, torens en nog wat ander oorlogszuchtig volk, meen ik.

Ik mocht aantreden tegen Dominique Taapken: een voor mij nieuwe speler. Hij bleek in ieder geval aardig te kunnen schaken en dat gecombineerd met mijn enigszins weggezakte kennis over basisvaardigheden. Resulteerde in een soort van walk-over in de opening. Waar moest dat heen, hoe ging ik mij staande houden? Dominique had een sterk loperpaar, maar tot mijn genoegen ruilde hij één zijner raadsheren tegen mijn paard.

Het wegvallen van mijn laatste trekdier leverde weliswaar vervoersproblemen op ook het openbaar vervoer op het schaakbord bleek bar en boos geregeld. Maar nadat de koningin bereid bleek zich te voet te verplaatsen en de logge torens via boomstammen beweegbaar bleken, kantelde de wedstrijd in een mum van tijd. Steeds wisselende gepende stukken, een overbelaste dame die teveel stukken moest beschermen en een eenvoudige maar doeltreffende matdreiging resulteerde in torenverlies.

Dominique gaf zich daarna terecht gewonnen.

Jeroen Landsheer – Pieter Sturm

Op mijn verzoek leverde Jeroen van zijn verliespartij ook een verslagje in!

Het was zeker een leuke pot, al verloor ik een pion vrij vroeg en toen al wist dat het lastig zou worden. Wat mij vooral opviel was hoe Pieter soms niet ging voor de meest forcerende zet, maar een veilige gezonde zet speelde, waardoor het mij telkens tijd kostte om uit te rekenen wat de dreigingen zijn. Als ik de computer mag geloven, kreeg ik daardoor wel een kans op een misschien te houden eindspel, maar ik had geen tijd meer over en koos toen voor het verkeerde.

Karoly Kiss – Gerrit Boer

Karoly mailde zijn partij tegen Gerrit inclusief commentaar. De partij is hieronder na te spelen!

Karoly Kiss – Gerrit Boer

Bram de Knegt - Alik Tchavelachvili

Bram: tegen Alik. Altijd leuk. Het wordt Konings-Indisch met Lg4 en Lxf3. Weer eens wat anders. Het spel gaat van de Damevleugel met b4, a6 en a3. Switcht op initiatief van zwart naar de Koningsvleugel: f5, fxe4 en Pf5. Dan weer terug als zwart a5 speelt en wit met de c-pion oprukt. Tenslotte valt op de Koningsvleugel het doek als Alik denkt een goed veld voor zijn Dame te hebben. Kortom: het hele bord is gebruikt!

Bram de Knegt - Alik Tchavelachvili

Wim Posthumus - Paul Wilhelm

Wil mailde: na de opening kwam wit met de nieuwe scherpe zet 9. e5. Daar waar Stockfish de zet 9. g5 aanbeveelt. Engines zijn echter nogal eens ondoorgrondelijk voor mensen. Ik snap echt niet waarom je zo’n scherpe stelling dicht moet gaan schuiven. Later kan zwart niet met de dame op e5 nemen, vanwege het mat op d8. Op de 13e zet had zwart beter kunnen kiezen voor de loper naar d7 i.p.v. het paard. Altijd opmerkelijk dat je in een scherpe stelling gewoon een paar ontwikkelingszetten kunt doen: Pg1-e2-f4.

Na de stukwinst van wit stond ik voor de opgave zowel de matdreiging als het verlies van de  hangende stukken paard en loper pareren. Hier ging ik in de fout met 18. Pxg6+, waar 18. Dd4 afdoende was geweest. Ik zag spoken na 18. … Da4, wat met 19. Dc4 eenvoudig te beantwoorden viel. Nu was het de beurt aan zwart om met 20. …, Lxd4 in de fout te gaan. De voorkeur verdiende 20. … gxf3. Na Lxd4 bood Paul tactisch remise aan,  geaccepteerd. Later bleek dat ik veel beter stond. De engine gaf doodleuk +2 aan. Toch achteraf een gevoel van jammer, na een leuke pot.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand van de voorronde van de interne competitie of kijk hier voor de uitslagen en de stand in de herfstcompetitie.

Zo, dat was het weer voor deze ronde. Op naar de twee slotronden! Spannend!

Jaap van Meerkerk