Over trekkebenen bij stukverlies, tips en tricks voor Art, Leo’s leerzame fout en uitspelen met de voeten in het bier

Genoeg om te smullen dus!

Voorbereiding

Een hoge positie op de ranglijst motiveert een lage vraagt iets extra’s. Een zoektocht naar de oorsprong van onze liefde voor het schaakspel. Om dan, eenmaal gevonden – om in paasstijl te treden – weer op te staan uit de krochten van de ranglijst.

Na vier ronden met een schamel halfje zijn neigingen tot zelfkastijding nauwelijks te onderdrukken, ver onder bijvoorbeeld een Anton van Berkel, Nikola Dragosavac en Carel Keller die met 2 punten uit nul van de vier gespeelde wedstrijden een stevige middenpositie innemen. Ik vroeg Carel wanneer hij weer eens mee ging doen. “Je kunt zo inschuiven, en je staat met 2 punten ergens in het midden!” Maar met die verworven positie op de ranglijst word je wel tegen een veel sterkere tegenstander ingedeeld. Carel vroeg zich af of dit nou wel zo’n aantrekkelijk vooruitzicht was.

Zelf zit ik nu uit te vogelen wie mijn volgende tegenstander kan zijn. Zelfs als voormalig wedstrijdleider valt er hierbij voor mij geen touw aan vast te knopen.

Factoren die naast het aantal punten en de weerstandscore – die je positie bepalen – meespelen zijn de kleur, de afmeldingen voor die avond en het aantal spelers met een gelijk aantal punten. Je krijgt nooit de tegenstander op wie je je hebt zitten voorbereiden. Zelfs de kleur kan een verrassing zijn, speel je in ronde 4 met wit, dan zegt dat niets. Lees het verhaal hierover van Peter Weeda, verslag ronde 3. Is dat vervelend? Voor even wel, op termijn natuurlijk niet. Maar uiteindelijk weet Swiss (het programma dat de indeling feilloos regel) hoe het zit.

Ik denk dat ik tegen Henk Ochtman speel in ronde 5. Maar nu ik eindelijk ook door het virus ben genomen heb ik helaas moeten afzeggen. Daar gaat mijn voorbereiding op alle moerasvaranten en onbekende gambietjes. We treffen elkaar later, Henk!

Portugees

Tot voor kort had ik nooit gehoord van de Portugese variant. Het bleek er eentje te zijn die ik al tijdens de voorgaande edities van het online rapid tegen onder andere Wim Posthumus heb gespeeld. Jan de Korte, tijdens een berichtje in de online-rapid-appgroep, vertelde die variant te hebben gespeeld. De Portugese variant ontstaat vanuit het Marshallgambiet van het Scandinavisch (1. e4 d5 2 exd5 Pf6 (i.p.v. Dxd5) 3. d4 Lg4?! (of !? afhankelijk van de mate waarin je verrast wordt 😊). Daarna is 4. f3 de leukste, en daar is het zwart om te doen. Na 4. .. Lf5 gaat zwart zijn ontwikkelingsvoorsprong proberen te verzilveren. Op sportieve en legitieme wijze. Maar waarom deze variant dan de Portugese wordt genoemd? Ik krijg van die gasten voorlopig nog de rillingen.

Ik ergerde me dood aan Benfica dat met anti-voetbal na dat ene geluksgoaltje per direct de hele ingestudeerde klerenkast vol met laffe overtredingen, tijdrekken, manipuleren en acteren feilloos opentrok en de Amsterdammers van de kwartfinale in de Champions League afhield. En dan de scheids nog op je hand en aan je kant krijgen. Gelukkig heb je van dergelijke praktijken tijdens schaakwedstrijden geen last. Maar of die vlieger wel helemaal opgaat betwijfel ik terwijl ik dit schrijf.

Zo herinner ik me bijvoorbeeld de remise-afspraken van Russische topgrootmeesters tijdens kandidatentoernooien. Om zo aan de uitputtingsslag van een groot schaakevenement te ontkomen.

Bij bondswedstrijden proberen teams de tegenstanders te slim af te zijn. Bijvoorbeeld door een uitzonderlijke opstelling (verreweg de zwakste tegenstander aan bord 1) of een bepaalde speelwijze (bord 1 t/m 4 speelt op remise, de rest vol op het orgel). Maar met onsportiviteit heeft dit niets van doen natuurlijk. Daarvan is slechts sprake als we uit een voor schaken onbekend vaatje zouden gaan tappen. Trekkebenen van de pijn bij stukverlies, ik heb het nooit gezien. Tijd schenken (als je tegenstander even naar het toilet is 5 minuten bij zijn tijd optellen), ik heb het nooit meegemaakt.

Over onsportief gedrag gesproken. Bij SV Schiebroek, mijn eigen cluppie, kwam het ook voor. Lang geleden, in de tijd van het afbreken (zie ook de bijdrage van Wim Posthumus), voel ik nog de plaatsvervangende schaamte voor mijn teamleider. Hij stond erom bekend (berucht is hier een beter woord) heel onplezierige onderhandelingstechnieken in te zetten na afloop van een thuiswedstijd. Als er bijvoorbeeld nog vier partijen niet klaar waren, begon het.

Hoe gingen we die wedstrijden uitspelen? Wat moest de uitslag worden? Houden we het op 2-2. Of wil men arbitreren? Maar mijn teamleider deed dat onsportief en zette zijn speciale – wat nu doorgaat als Portugese – onderhandelingstechniek in. Zo dwong hij de tegenstanders uit Overflakkee om helemaal naar Rotterdam te komen om verder te spelen. Dat wilden ze dus liever niet. Arbitreren dan? Dat kost jullie geld. Zo dwong hij als het ware een gelijkspel af. Terwijl overduidelijk was dat het aan die borden eerder 2½-1½ voor de tegenstander was.

Maar dit was allemaal nog een heel onschuldig gedoe, vergeleken met die Portugezen van de afgelopen week.

Verrassingen

Bram de Knegt – Andrzej +400 Pietrow: ½-½.

Dick +180 Straathof – Lucian Mihailescu: ½-½. Netjes gedaan, Lucian.

Fred de Wild – Remco Cleassens: 1-0. Mooie uitslag voor je, Fred.

Harry +300 Nefkens – Art Hoogendijk: 0-1 Keurig resultaat Art. Art leverde een verslag in en stelt zich aan ons voor! Lees zijn verhaal hieronder.

Partijverslagen

En dan volgen nu de eigen bijdragen van onze leden, met dank aan Art Hoogendijk, Leo Verhoeven, Wim Posthumus, Henk Ochtman, Bram de Knegt, Frank van Zutphen en Emil Verhoef.

Harry Nefkens – Art Hoogendijk

Art schreef: Beste leden van schaakvereniging Erasmus,

Jaap heeft mij gevraagd een stukje te schrijven n.a.v. mijn partij tegen Harry Nefkens. Natuurlijk wil ik dat, en maak ik gelijk van de gelegenheid gebruik om mij even voor te stellen, als kersvers nieuw lid.

Mijn naam is Art Hoogendijk, 31 jaar oud en woon in Rotterdam Zevenkamp. Ik ben als verpleegkundige werkzaam op de spoedeisende hulp en de intensive care in het Erasmus MC waar ik om de 3 maanden rouleer. In mijn vrije tijd sport ik graag, rij ik motor en ben ik sinds een jaar actief aan het schaken. Nog niet zo heel veel ervaring maar wel met een flinke lading enthousiasme voor het spel! Dus heel graag ontvang ik ook tips en tricks van jullie ervaren rotten!

Afgelopen maandag speelde ik mijn tweede partij tegen Harry. Na het verlies van vorige week tegen Jonathan hoopte ik nu op een beter resultaat. Nadat Harry vertelde al sinds 1980 bij de schaakvereniging te zitten begon ik met toch wel een beetje zorgen te maken. Maar goed, net als vorige week begon ik met zwart.

Harry had me al gewaarschuwd voor zijn snelle speelwijze, nou, geen woord van gelogen! Ik was nog halverwege mijn schaaknotatie te noteren of Harry had al gezet! Het werd een interessante pot. Harry opende met e4 waardoor ik mijn redelijk vers geleerde Caro-Kann kon gaan beoefenen.

Nadat ik na zeven zetten de pion op d4 sloeg en daarmee druk zette op het paard van Harry maakte Harry een foutje door via een andere weg aan te vallen. Dit kon ik blokken en dat leverde mij een voorsprong op van een stuk tegen een pion. Hierna een mooie gelijkwaardige partij waar ik de focus had gelegd op mijn doorgebroken pion op de d-lijn. Uiteindelijk na 44 zetten en een gepromoveerde dame gaf Harry op. Een leuke partij en mijn eerste overwinning is een feit. Hier ben ik toch ook wel een beetje trots op!

Hopelijk tot de volgende keer, en nogmaals, alle tips en tricks zijn welkom!

Vriendelijke groeten, Art Hoogendijk

Art leverde ook zijn partij in:

Leo Verhoeven - Martin Rensen

Leo vertelde: Ik speelde met wit tegen Martin Rensen. Het begon als een rustige partij. Evenwicht. Kort na de opening verloor Martin echter terrein. Ik kwam zeer overwegend te staan. Met een prachtig paard op d5.

In de onderstaande stelling werd het tijd om ten aanval te trekken. Dat had een gewonnen stand op moeten leveren. Maar helaas. Ik deed het verkeerd. Wel op een leerzame manier.

Tot mijn geluk verdedigde Martin zich niet optimaal waardoor ik weer kansen kreeg. Het werd zwaar rekenwerk met weinig tijd. Mijn poging daarvan misbruik te maken had succes.

Wit aan zet. Met 34. Te1+ werd de val gezet (Lc4 was objectief beter geweest). De verleiding was 34. .. Pe5 zoals ook werd gespeeld. De te verleidelijke tegenval is dat na 35. Txe5 wordt teruggeslagen, waarna Dxb6 faalt wegens mat op de onderste rij. Een witte koning achter de paaltjes, twee zwarte torens op de f-lijn en alleen de witte loper als verdediging. Maar helaas voor zwart: de dame op b6 kon na .. Tf1+, Lxf1 Txf1+ terug naar g1.

Martin zag dat een zet te laat. Zijn koning moest weg en de witte toren ging met het paard in de tas terug naar e1 om de verdediging te stutten. Het materiaalvoordeel was beslissend.

Pieter Sturm - Wim Posthumus

Wim doet verslag: Déjà vu

Het zal zo’n 40 jaar geleden zijn geweest dat ik tegen DSC uit Delft speelde. Het ging goed en ik won de kwaliteit. De materiaalverhouding was: twee torens plus loper tegen toren en loperpaar. In die tijd werden partijen nog afgebroken. Vol goede moed toog ik naar Delft, optimistisch in de verwachting de winst binnen te halen. DSC speelde in het gebouw van het Delfts Studenten Corps. In een kamer grenzend aan de grote aula speelden we onze afgebroken partij. In die aula vierden lallende studenten hun studietijd met oorverdovende muziek. De zaal was bedekt met glasscherven van de kapot geslagen bierglazen, de vloer daardoor doordrenkt met bier.

In deze entourage speelde ik mijn afgebroken partij, wikkelde keurig af naar een eindspel en tot mijn ontzetting kon ik niets doen tegen een vijandige pion die promoveerde. Ter verdediging van de Delftse studenten moet worden gezegd dat mijn nederlaag niet aan de omgeving kan worden toegeschreven.

Schakers weest op uw hoede voor die materiaalverhouding! Doorgaans zijn toren plus loperpaar sterker dan loper plus torens. Deze nederlaag staat in mijn geheugen gegrift als 1 van de top 5 aan smadelijkste nullen van alle partijen die ik heb gespeeld.

Maar kan het erger? Jawel, afgelopen maandag mocht ik tegen Pieter Sturm aantreden. Weer die materiaalverhouding, maar nu nadat ik een duidelijke winst over het hoofd zag. Daarna waren mijn torens kansloos tegen de lopers van Pieter.

Peter Weeda - Henk Ochtman

Henk schreef: De partij tegen Peter was veel te kort. Na een positionele opening kreeg ik, in volledig gelijke stelling, een paard cadeau! Het beest kon een giftige pion niet versmaden. De stukken zaten zo vroeg in de doos dat wachten op het einde van de andere partijen geen optie was. Gezamenlijk zijn we dus maar richting Schiebroek gaan wandelen.

Bram de Knegt - Andrzej Pietrow

Bram blikte terug: Na mijn winst op Leo de Jager zat het er in, dat ook de volgende tegenstander één van onze sterke spelers zou zijn. En ja hoor, ik mocht afgelopen maandag aantreden tegen Andrzej Pietrow. Het is jaren geleden dat we tegen elkaar hebben gespeeld. Het werd een partij met concentratie bij elke zet. De strijd verliep gunstig voor mij, tot die ene zet die ik te snel speelde.

Andrzej stond behoorlijk onder druk en besloot tot een soort ‘maar-doen-en-zien-wat ervan-komt’-actie. Hij pakte met zijn dame mijn gedekte toren! Ik kon terugnemen met mijn dame of met mijn koning. Ik was wel enigszins verrast door zijn zet en waarschijnlijk daardoor niet meer geconcentreerd. Praktisch a-tempo sloeg ik met mijn dame met het vage gevoel dat mijn koning anders onveilig zou komen te staan!

In zo’n geval: Op je handen zitten!! Eventjes wat beter kijken! Wereldberoemd bij Erasmus zou ik zijn geworden als ik met de koning had geslagen! Andrzej gaf na de partij toe dat hij dan zou hebben opgegeven! Nu won hij een loper terug en dat, samen met de toren die hij al had, resulteerde dat in een stelling die ik niet meer kon winnen. Ik hield wel wat meer dreiging, maar na een aantal zetten was remise het resultaat.

Zo’n partij dus, waarvan je van tevoren blij zou zijn met remise en nu al een week lang dagelijks er aan terugdenkt: Had ik maar... Ik moet nu denken aan een andere soortgelijke partij die ik rond 1960 speelde tegen de toen sterkste speler van Schiebroek: Leo Kerkhof. Ook toen kwam ik gewonnen te staan en liet me vernachelen door een dolle toren. Ook aan die partij moet ik nog vaak terugdenken. Zie hieronder de hele partij.

Frank van Zutphen - Gerrit Boer

Frank vertelde over de partij: Ik onderschatte in de opening het sterke 10. .. g5, waarna zwart geen verzwakte koningsstelling kreeg, maar ik mijn centrumpion op e4 verloor zonder al enige compensatie. Toen Gerrit wat mindere zetten speelde kon ik de partij op een leuke manier afmaken in een koningsaanval. De partij is hieronder (met commentaar) na te spelen.

Hans Brobbel - Emil Verhoef

Emil doet verslag: Op een avond dat Oost-Europa in brand staat een lekker potje schaken. Is er een cynischer activiteit denkbaar: op het bord volop in de aanval gaan, de vijandelijke stellingen attaqueren, pogen de tegenstander op of om te brengen, onderwijl diens dame lastig vallend. Hoe unwoke kun je zijn? Aan de andere kant zou het juist niet mooi zijn als de heer Poetin zijn agressieve impulsen zou kunnen sublimeren in een bedaard potje schaak zo een voorbeeld nemend aan dit legertje vredelievende denksporters ,dat op de maandagavond in alle rust en vrede poogt een zelf geïnitieerd conflict tot een vreedzaam einde te voeren?

Tot zover deze overpeinzing vooraf. Nu over tot de kern van de zaak: de schaakpartij tegen teamgenoot Hans Brobbel. Ik zou hier een voetbalmetafoor willen gebruiken. Heeft u ook wel eens zo'n avond dat u 80% balbezit heeft en denkt de ene na de andere fraaie combinatie op de schaakmat te kunnen leggen, maar dat op de een of andere manier de bal er maar niet in gaat en u zelfs uit moet kijken voor een fatale tegenstoot. Nou zo’n avond was het.

Reeds vroeg in de partij kwam Hans zijn dame in hoge nood, maar in plaats van snel toe te slaan kreeg ik allerlei visioenen van onsterfelijke combinaties om uiteindelijk terecht te komen in een toreneindspel met pluspion dat ik maar ternauwernood en volgens mijn goeroe Fritz 11 nog volkomen ten onrechte ook naar winst kon schuiven. “Sic transit gloria mundi”. (Schrijverke heeft voor u de vertaling even opgezocht: Zo vergaat wereldse roem; maar Emil is huisarts in ruste, vandaar.)

Dat was het weer voor deze ronde. Mene mene tekel ufarsin. Op naar ronde 5.

Kijk hier voor de stand en uitslagen van Finalegroep A en van Finalegroep B.

Jaap van Meerkerk