Aan het eind van mijn laatste werkdag wendde mijn directeur zich tot me met de woorden: “Besef je wel dat je de laatste levensfase ingaat?”

Jarenlang had ik prettig met hem samengewerkt en ik was allengs gewend geraakt aan zijn typische gevoel voor humor, maar deze woorden vielen toch enigszins rauw op mijn dak.

Een paar jaar later speelde ik mijn eerste individuele toernooi voor senioren. Het toernooi had een lange traditie en vond jaarlijks plaats in een sprookjesachtig stadje in het oosten van Duitsland totdat corona een streep door de rekening haalde. Een contingent Nederlandse schakers streek daar ieder jaar neer, veelal oude bekenden van me, en ik werd dan ook direct opgenomen in de gezellige club van ‘Schlachtenbummler’.

Het toernooi werd gehouden in een fraaie congreshal en alles wees erop dat ik een plezierige tijd tegemoet zou gaan. De openingsceremonie verliep in een aangename sfeer totdat de toernooidirecteur het woord nam. Wat volgde was een opsomming van een lange rij namen van schakers die jaarlijks het toernooi bezochten, maar er helaas nu niet meer bij konden zijn omdat ze ‘ons’ in het afgelopen jaar waren ontvallen. De woorden van mijn directeur schoten door mijn hoofd en ineens had ik niet meer het gevoel dat ik me in een toernooi bevond maar voor de poort van de schakershemel.

Enfin, het werd toch een mooi toernooi. Ik bleef ongeslagen en belangrijker nog, ik was onder (schaak)vrienden. Oude en nieuwe.

Foppe-Jan Montsma was er ook. We zijn bevriend geraakt. Enthousiast deelnemer aan toernooien was hij totdat de corona-uitbraak daar een einde aan maakte. Zoals voor zoveel oudere schakers was dat een kleine ramp omdat ze uit die toernooien veel levensvreugde putten.

Foppe-Jan is van 1934, maar zijn gevorderde leeftijd weerhield hem er niet van lang door te gaan als docent. Van huis uit is hij historicus. Op verzoek van de schoolleiding gaf hij de laatste jaren echter uitsluitend Latijn. Tot 2018 nota bene. Goed schaken kan hij ook. Wie diep in de tachtig nog een FIDE-elorating heeft van 1845, hoeft daar niet bescheiden over te zijn. In 1998 was hij bovendien seniorenkampioen van Nederland.

Foppe-Jan is lid van DD en van de Echiquier Centre Vaucluse. In Zuid-Frankrijk heeft hij een huisje. Daar heeft hij meerdere toernooien georganiseerd.

Als je tegen de negentig loopt, begint de wagen onvermijdelijk hier een daar te kraken. Maar zijn belangstelling voor alles in de schaakwereld en daarbuiten is onverminderd gebleven. Hij is bovendien een echte verhalenverteller met een goede pen. En zo kwam ik ertoe hem te vragen zijn schaakverhalen aan het papier toe te vertrouwen. Dat heeft hij gedaan. Tekenend voor hem was het papier waarop hij zijn handgeschreven verhalen naar me toestuurde. Proefwerkpapier van het Christelijk Lyceum Delft!

Zijn verhalen ga ik successievelijk publiceren, steeds met een korte inleiding van mijn kant.

Terugblikken

door Foppe-Jan Montsma

Kent u het seniorentoernooi in Bad Sooden? Nee? Jammer! Zonder meer het leukste en het meest charmante seniorentoernooi in Duitsland. Gehuisvest in een plaatsje waarvan Anton Pieck zou hebben gezegd: als ik dit plaatsje eerder had gezien, dan zouden mijn prenten nóg sprekender zijn geweest. Helaas is dit toernooi als gevolg van corona nu al twee jaar niet meer georganiseerd.

Het is daar, in dat toernooi, dat ik één van mijn meest gedenkwaardige partijen heb gespeeld. In mijn terugblik op mijn schaakbestaan meen ik haar u niet te mogen onthouden.

Wit: Montsma Zwart: Alefs, Bad Sooden, 1 mei 2011

1. d4 Pf6 2. c4 b6 3. Pc3 Lb7 4. g3 Lxh1 0-1

Jan Joost Lindner* vond dit een opmerkelijke bijdrage aan de openingstheorie. Dat zei hij waar mijn vrouw bij was! Zij was overigens met deze snelle gang van zaken zeer tevreden: het was fraai lenteweer. Dus veel eerder dan gepland verkleedden we ons en pakten de racefiets. Prachtige tocht langs de Werra en vervolgens de heuvels in, achter het voormalige IJzeren Gordijn.

Terug in Bad Sooden was er dan weer het heerlijke biertje op een van die gezellige terrasjes, waar collega-schakers, net klaar met hun partij, elkaar duidelijk maakten wat ze in de opening fout hadden gedaan. Kortom, een gedenkwaardige partij en een zalige dag.

Na die partij denkt u wellicht: kan die man eigenlijk wel schaken? Nou bevestigen kan ik dat niet. Een goede schaker ben ik nooit geweest. Wel af en toe een succesje geboekt. Zoals bij mijn eerste buitenlandse toernooi: het wereldkampioenschap senioren in Bad Wildbad. Dat was in 1998. Met 7½ uit 11 deed ik het niet slecht. Zeker niet voor iemand die jarenlang prioriteit gegeven had aan werk en gezin en vrijwel niet serieus had geschaakt. Een puntje minder dan mensen als Taimanov en Suetin.

Lex Jongsma zag er tenminste reden in om een voor mij lovende bijdrage te schrijven in zijn Telegraaf. Dat stuk ben ik kwijt. Ik ben een uitermate slechte archivaris van mijn eigen verleden. Geen albums, geen plakboeken, geen fotocollages. Niks. Nou ja, dat tinnen bord aan de wand waarin gegraveerd staat dat ik seniorenkampioen van Nederland ben en daarnaast het Elfstedenkruisje van 1986, waarmee ik minstens zo content ben.

——————-

Tot zover het eerste verhaal van Foppe-Jan. Is er een overtuigender aanbeveling om mee te doen aan het seniorenschaak en dan in het bijzonder aan het toernooi in Bad Sooden waar een vreselijke nederlaag een heerlijke dag niet in de weg staat?

Wim Westerveld

* Jan Joost Lindner was jarenlang eerste bordspeler van DD en in het dagelijks leven politiek verslaggever van de Volkskrant.