Nipte nederlaag voor tweede team
Het tweede team van Erasmus speelt in de 5e klasse van KNSB. Het is een nogal vreemd seizoen geworden. Als gevolg van de Covid-19-pandemie (in de volksmond corona genoemd) hebben twee teams in onze poule zich teruggetrokken en zijn er drie matches uitgesteld.
Wij speelden onze eerste wedstrijd op 9 oktober, pas op 2 april speelden wij onze tweede wedstrijd.
Wat vooraf ging
Een korte samenvatting van het voorgaande:
Op 9 oktober gingen we voor de eerste ronde naar ’t Paardje in Made. Conclusie ‘Ooh, het is zo’n dag…’, maar wel een 4½-3½ overwinning!
Onze tweede wedstrijd was een thuiswedstrijd tegen Dordrecht. Na het contact met de teamleider dat op onze locatie werd gecontroleerd op vaccineren, trok dat team zich terug.
De derde wedstrijd was in Tilburg, tegen ‘De Drie Torens 2’. Na wat heen en weer geschrijf met hun teamleider krijgen we de keus van de KNSB (beetje simpel uitgelegd) om wel of niet te spelen. Een groot gedeelte van ons team wilde niet vertrekken naar Tilburg, de wedstrijd werd tot nader order uitgesteld.
De competitie werd vervolgens helemaal stilgelegd door de KNSB en onze vierde wedstrijd (uit tegen Rijswijk) werd uitgesteld. Het was allemaal nog onzeker of er dit seizoen nog wel opnieuw gestart ging worden. We wachtten het af.
De vijfde wedstrijd was thuis tegen Bergen op Zoom 2. Een ietwat verwarrende communicatie resulteerde er in dat het team niet kwam. De competitie was inmiddels weer gestart, maar in Brabant blijkbaar nog niet.
Inmiddels hadden we ook bericht ontvangen dat onze zesde tegenstander DSC uit Delft zich ook had teruggetrokken.
Pff, wat een vreemde competitie. Ik word er in elk geval niet echt blij van.
Op 2 april stond de wedstrijd tegen DSC Dongen op het programma, een thuiswedstrijd samen met team 1. Helaas net verloren met 3½-4½ en dat is natuurlijk jammer. Voor ons eigenlijk de laatste competitiewedstrijd, wanneer het seizoen normaal zou zijn verlopen. Maar ja, het seizoen loopt niet normaal. Nu hebben we nog drie matches te spelen, ééntje thuis en twee uitwedstrijden.
De wedstrijd tegen Bergen op Zoom 2
Zaterdag 23 april was onze laatste thuiswedstrijd, we speelden toen tegen Bergen op Zoom 2. We speelden alleen thuis, het eerste team speelde een uitwedstrijd tegen LSG in Leiden. Hieronder een kort verslag van een aantal borden in volgorde van 1 t/m 8, geschreven door de spelers zelf, waarvoor mijn hartelijke dank!
Marcel Tillemans won aan bord 1 van Bas van de Putte.
Jan de Korte (bord 2) vertelde over de partij. De partij ging als volgt: 1. e4 b6 2. d3 Lb7 3. f4 g6 4. Pf3 d6 5. Le2 Lg7 6. c3 e6 7. O-O Pe7 8. Le3 Pd7 9. Kh1 h6 10. Pd2 O-O 11. Db3 Pc5.
Zwart had met zijn eerste negen zetten wit verrast met de Hippopotamus, met als kenmerken: pionnen op a6, b6,e6, d6, g6, h6, dubbel fianchetto en paarden voor dame en koning.
In de diagramstelling is 12. Lxc5 cxd5 te overwegen, maar volgde 12. Dc2 a5 13. d4 Pd7.
Enkele zetten later stond de volgende stelling op het bord. Hier was ik in mijn vooruitberekening van plan om 18. Lg1 (+0.3) te spelen, maar bedacht me om de (vooralsnog) ‘slechte’ loper als ruilobject aan te bieden op f2 om de torens op de f-lijn te verdubbelen. Een regelrechte blunder (veldruiming), want 18. Lf2 Pxf2 19. Txf2 Pe3 kostte een kwaliteit en de partij, hoewel de toeschouwers daarna nog een spectaculaire vervolg kregen voorgeschoteld.
Met als apotheose: 30. Pg3-f5! (onderbreker) waarna zwart zich kan alleen kan redden met Dc7. 31. Pxe6 (een tripel-vork) faalt op dubbel schaak Tf2 gevolgd door 32. Kg1 Dh2 mat.
Na afloop hebben we nog uitvoerig geanalyseerd. Dertig jaar geleden kwamen we elkaar geregeld tegen in het Zeeuwse schaakleven en bezochten we gezamenlijk (weekend) toernooien. Al met al een fijn weerzien. Volgend seizoen hoop ik vaker mee te spelen en een bijdrage te leveren aan de resultaten en niet beperkt tot de analyses na afloop.
Op bord 3 speelden beiden teamleiders (waaronder Ruud Neumeijer) tegen elkaar. Na een ietwat ‘dramatische’ opening stonden er een loper en toren van zwart onbruikbaar in een hoekje verstopt. Wit had alles in handen om het karwei af te maken. Wit won een kwaliteit maar moest daarvoor wel de opgesloten toren loper vrij laten. Tsja, toen gingen we duse pas echt schaken. Hieronder is het vervolg met commentaar na te lezen!
Jeroen Landsheer verloor op bord 4 tegen Pieter-Jan Demmers.
Op bord 5 zat Jaap van Meerkerk. Hij schreef: Ik deed het maar weer. Eindelijk weer eens op 1. e4 het Siciliaanse antwoord 1. .. c5. Het was achteraf gezien een geschenk voor mijn tegenstander Laurens Quinten die als de nestor van het team uit Bergen op Zoom. tegenover me had plaatsgenomen en tevreden zijn geliefde de Morra (2. d4) kon uitventen. Het was voor mij dus gelijk bikkelen. Ik nam het gebruikelijke pionoffer aan en kende de hoofdvarianten nog, gelukkig. Na de negende zet van zwart, 9. .. e5 (verplicht) stond zwart een pion voor, maar had wit tal van mogelijkheden zijn aanval te versterken. Maar eerst natuurlijk 10. h3 0-0. Wit koos voor 11. Lg5 en ik voor de aanbeveling van Euwe (dacht ik) 11. .. Le6.
Na 17. La2 ontstond de volgende stelling. Ik zag geen goede tegenkansen en voelde dat wit verder kon gaan drukken, onder andere via veld c6. Daarom koos ik met 11. .. Pd4?! voor een afwikkeling waarbij zwart de pion terug gaf.
In de analyse blijkt mijn keuze niet de beste: 17. .. Te8 - dat ik ook overwoog – was toch beter. Ook 17. .. Lg5 overwoog ik nog, maar dat gaf wit een betere stelling. Nu kwam ik even moeilijk te staan, speelde zo actief mogelijk door op vierde te gaan drukken.
Maar na het stevige f3 activeerde ik mijn toren met 23 .. Tc8 en dreigde het een en ander via de zwarte velden.
Mijn tegenstander speelde hier veilig 24. Dd2 en bood remise aan. Ik zag geen reden door te spelen.
Jelle Engelberts debuteerde in de KNSB-competitie op bord 6 met een prima remise tegen Lieselot Deleersnyder.
Daan Gijsbertse (bord 7) blikte terug. Vroeg in de partij kreeg ik wits e-pion cadeau, waardoor ik zowel gevoelsmatig als volgens de computer (met maar liefst -3,3 voor die enkele pion) vrijwel gewonnen stond. Zo’n vroege voorsprong voelt comfortabel. Soms net iets te comfortabel. Op zoek naar snelle en mooie manieren om mijn voordeel uit te buiten, deed ik maar liefst twee damezetten waarvan de dreigingen eigenlijk te makkelijk te pareren vielen. Dat leidde tot tempoverlies en een ontwikkelachterstand.
Mijn tegenstander maakte daar goed gebruik van met een pionnenstorm aan de koningszijde. Dat zag er even penibel uit. Maar ook in het verdedigen daarvan kreeg ik weer een pion cadeau, en precies die pion die de angel uit de aanval haalde. En weer stond ik net iets te comfortabel. Daardoor analyseerde ik een dreiging over de open e-lijn niet grondig genoeg. In plaats van een toren voor een loper en een pion te geven om het voordeel te behouden, liet ik mijn dame op de e-lijn pennen. Wat eerst slechts een vervelende schaakdreiging van één witte toren op e8 leek, bleek na afruil van twee torens, en een herhaling van de penning met wits resterenende toren, opeens een matnet door een loperzet die ik over het hoofd had gezien - waartegen ik door mijn ontwikkelachterstand net een tempo tekortkwam.
Er bleven nog maar twee opties over: mijn dame afruilen tegen wits toren (en een pion), waardoor ik zo goed als verloren zou komen te staan. Of de gok wagen dat ik mij er uit kon schwindelen. Ik ging voor het laatste, in de hoop dat mijn tegenstander zich nu te comfortabel zou voelen. Maar die trapte daar (hoewel het een aardige list was) helaas niet in. Waarna het matnet zich onverbiddelijk sloot.
Karel de Neef (bord 8) vertelde: Het is altijd gezellig met een bourgondische Brabander als tegenstander, en ook dit keer trof ik een aimabele opponent die, voorafgaand aan de eerste zetten, het ijs brak met een geanimeerd gesprek. Maar daar waren we niet in de eerste plaats voor gekomen, dus opende ik met een onverhoedse en gesloten flankopening, die spontaan met een versnelde draakopstelling werd beantwoord.
Twee verschillende openingsmanoeuvres die wat onwennig op elkaar stuitten, waarbij ik langzaam en bescheiden het initiatief kon nemen en, zoals iedereen wel eens overkomt na nadere analyse, pionwinst aan mij voorbij liet gaan. Na de afruil van meerdere stukken werd vervolgens een stelling bereikt waar echte liefhebbers geen brood meer in zien en - na het missen van een copieuze lunch die middag - was het tijd om elkaar een box te geven en een begin te maken aan de meegebrachte ‘bammetjes’ met boerenkaas. Met een half puntje in de zak vervolgden wij ieders ‘ons weegs’ om de prestaties van onze respectievelijke teamgenoten te volgen.
Weer een nipte nederlaag met 3½-4½, gelukkig kunnen we als team niet degraderen omdat uit onze poule zich al twee teams hebben teruggetrokken. Bovendien moeten we nog tegen de (op papier) sterkste en zwakste tegenstanders. Het komt dus wel goed.
Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in klasse 5F van de KNSB-competitie.
Ruud Neumeijer