Voor de oorlog maakte mijn oom deel uit van Goes I dat toen in de KNSB-competitie uitkwam. Een goeie schaker dus, maar gek genoeg wilde hij nooit tegen me spelen.

Het risico dat hij van die snotjongen zou verliezen, wilde hij waarschijnlijk niet lopen.
Toen hij benoemd werd tot directeur van de Wereldbank verhuisde hij van Brussel naar Washington en kocht hij een pied-à-terre in Zuid-Frankrijk. Een huisje in het departement Gard, het westelijke deel van de Provence, niet ver van het historische stadje Uzès.

Jarenlang mochten wij daar onze zomervakantie vieren.

Ik moest daaraan terugdenken toen ik het verhaal van Foppe-Jan las en bedacht dat we te laat bevriend zijn geraakt. Anders had ik vast een keer mee kunnen doen aan zo’n vriendentoernooitje waar vele bekende en minder bekende schakers aan hebben deelgenomen. Tenslotte was het maar 1 uur en 41 minuten rijden van het vakantiehuisje in Méjannes-le-Clap naar Mollans-sur-Ouvèze.

Schaken in Frankrijk

Door Foppe-Jan Montsma

Wij, Tine (mijn vrouw) en ik moesten volgens Dick van Geet nu maar eens een vriendentoernooitje organiseren bij ons in de buurt, in de Provence, waar wij een appartementje hadden. Hij had met zijn verzoek een punt, want hij had het een jaar daarvóór, in Oostenrijk, zelf gedaan.

Dus gingen mijn vrouw en ik aan de slag en organiseerden een vriendentoernooi aan de voet van de Mont Ventoux, een uiterst charmante hoek van de Provence. Daar zaten we dus: mijn vrouw en ik, Lex en Miel Jongsma, Hans en Lily Bouwmeester, Dick van Geet, Frits en Tilia Roessel en Henk van Bellen. Zondagmiddag zouden we beginnen. Zondagochtend zag ik vanaf mijn balkon schuin beneden mij Frits in een weldadig zonnetje met een boek op z’n knieën. Kennelijk bezig zich te prepareren op een opening. Fout! Als ik Frits toen beter had gekend, had ik kunnen weten dat hij de Guide Hachette op z’n knieën had, aangestuurd als hij was niet door Caïssa, maar door Bacchus! Voornamelijk geïnteresseerd in de kwaliteit van de wijnen die recentelijk in de regio waren geproduceerd.

Hij heeft in die week dan ook zoveel wijnen ingeslagen en achter in zijn Renaultje gestouwd dat bij vertrek zijn voorwielen moeite hadden contact met het asfalt te houden. Intussen won hij toernooi wel! Jongsma schreef er lovend over in zijn Telegraaf.

Dit was het eerste toernooi in Mollans (2001). Er zijn er nog elf gevolgd! Het laatste in 2019.

Vele vrienden hebben het spoor naar het toernooi gezocht en gevonden. Aangelokt door de aanstekelijke verhalen over de ambiance. En die was niet mis. Indrukwekkend waren bijvoorbeeld tijdens onze diners de verbale en vocale bijdragen van Gerard Wilschut, Femke Frietema, de partner van John van der Wiel, en van Alexander Münninghoff.

Als zij bezig waren kwamen zelfs de Fransen in de buurt erop af, hoewel ze er geen woord van verstonden. Maar het theater van Femke maakte woorden overbodig. De avonden eindigden altijd hilarisch en altijd te laat. John van der Wiel heeft de meeste afleveringen gewonnen. Maar als hij er een keer niet was, konden ook anderen hun kans grijpen: Lex Jongsma, Leo Hofland, Pim Ghijsen, Lars Vistisen, Pierre Smeets. Ik organiseer het toernooi niet meer. Leeftijd! Het is mooi geweest.

Dit betekent niet dat ik geen schaakband meer heb met de Provence. Niets daarvan: ik ben lid van de Echiquier Centre Vaucluse in l’Isle-sur-la-Sorgue en speel regelmatig mijn competitiepartijen in Nat. IV en heel af en toe in Nat. II van de Franse bond.*

Na Mollans I en II kregen sommige Fransen de smaak te pakken en vroegen mij hen instructie te geven. Dat heb ik jarenlang gedaan. Doorgaans in een stoffig zaaltje van het Café du Centre in Villedieu. Met heel veel succes. Villedieu is thans een apart filiaal van de hoofdclub in l’Isle-sur-la-Sorgue. Een beetje mijn geesteskind.

Voor Villedieu heb ik, tot de corona toesloeg, regelmatig mijn externe partijen gespeeld. En altijd tot groot genoegen. Want de omlijsting van onze wedstrijden werd altijd gevormd door een diner, waarbij Bacchus prominent aan tafel verscheen. Geen wonder: twee van onze teamleden zijn wijnboer en hun kelders zijn goed gevuld. Sommige van mijn teamleden zijn inmiddels, d.w.z. tot nu toe, vaste gasten in het Tata.

——————————–
Tot zover het jaloersmakende verhaal van toernooidirecteur Foppe-Jan Montsma. Schaken als God in Frankrijk. Daar had je bij moeten kunnen zijn.

Wim Westerveld

* De hoogste afdeling van de Franse nationale competitie voor  clubteams heet ´le Top 12´. Daaronder 4 klassen: ´les Nationales I à IV’.