Een thuiswedstrijd tegen Messemaker in Gouda

Zo was het een paar weken geleden niet. Het was aanvankelijk een uitwedstrijd, dat is ook ‘normaal’ omdat het eerste team uitspeelde en de zaal niet beschikbaar was. De wegen van de KNSB zijn soms onnavolgbaar en zo werd een uitwedstrijd toch een thuiswedstrijd. Na contact met Messemaker en de KNSB werd de wedstrijd toch in Gouda gespeeld, maar wel als thuiswedstrijd voor Erasmus.

Mijn huidige vorm laat nogal te wensen over, dus ik had mezelf uitgeroosterd om te spelen. Wel mee natuurlijk, ter ondersteuning en als non-playing-captain (of zoiets). Het is namelijk niet zo heel moeilijk: onze teamleider geeft ruim van tevoren alle speeldata aan, die heb ik dus in mijn agenda staan. Onvoorziene omstandigheden daargelaten, ben ik er dus altijd bij.

We wilden de wedstrijdleider van Messemaker graag gebruiken. Messemaker had namelijk het eerste team thuis spelen, dat zou mooi te combineren zijn. Die wedstrijdleider bleek te hebben afgezegd en vooraf kwam het verzoek of ik wedstrijdleider voor beide matches wilde zijn. De royale vergoeding van de hele middag gratis drank trok me over de streep.

Na mijn superkorte inleiding als wedstrijder (“Ik hoef u allen de regels niet uit te leggen”) werden om klokslag 12.05 de partijen gestart. Een aantal spelers van Erasmus heeft een (kort) eigen verslag geschreven. Hierna in bordvolgorde.

De persoonlijke uitslagen waren als volgt:

Erasmus 2                 Messemaker 1847 2
Leo Verhoeven           – Kees Brinkers       ½-½
Joop van 't Hoenderdaal – Bart van Putten     0-1
Jan de Korte            – Jeroen Eijgelaar    ½-½
Jeroen Landsheer        – Leslie Tjoo         ½-½
Jaap van Meerkerk       – Zoran Zekusic       0-1
Hans Brobbel            – Simon Hamelink      0-1
Karel de Neef           – Ivar Rothuizen      ½-½
Cor van As              – Raphaël Willemstein 0-1

Leo Verhoeven (bord 1) schreef: Ik speelde met zwart tegen Kees Brinkers. Na een rustig begin ontstond de volgende stelling met zwart aan zet (de laatste zet van wit was 18. Lc1-d2).

Hier voelde ik me ongemakkelijk. De witte lopers komen vrij gemakkelijk de zwarte stelling in, wit krijgt de c-lijn en hij heeft – mocht het tot een eindspel komen – de meerderheid op de damevleugel. Objectief gezien was er echter weinig aan de hand. Maar voor mij dus wel.

Na een luttel aantal goede zetten van wit en minder goede bovendien nog tijdrovende zetten van zwart werd de onderstaande stelling bereikt. De laatste zet van zwart (de 23e) was Ld6-a3. Daarop reageerde wit gelukkig voor mij met Ta1. In plaats daarvan was Txd5 heel sterk geweest. Wit investeert dan een kwaliteit voor een pion (e5 gaat eraf) en een volstrekt overheersende stelling.

Na 24. Ta1 volgde Lc6 25. Dxe5 Dg6 en zwart was weer in de wedstrijd; wel een pion minder maar veel praktische kansen.

In het vervolg tastte wit mis. Vermoedelijk had hij ergens f2-f3 moeten doen. Nu kreeg zwart zelf een pion op f3, voldoende voor remise.

Na vergissingen van wit was de slotstand zelfs eenvoudig gewonnen voor zwart. Maar helaas voor mij werd het remise na herhaling van zetten. Een stevige tijdnoodfase en de focus op remise maken in een slechte stand eisten hun tol.

In het nazien dus: een spannende partij met voor beide partijen zowel goede zetten als gemiste kansen.

Jan de Korte (bord 3) vertelde: Bepaald niet fit heb ik zaterdag geprobeerd om met veel inzet en inspiratie er het beste van te maken. Ik ging achter de witte stukken zitten, maar dat was een misverstand (beetje suf wel). Snel de mindset op zwart ingesteld, en hopen op een opening aansluitend op mijn eigen repertoire.

Met Kings-English bleek dat bepaald niet het geval, waardoor ik op eigen inzichten was aangewezen bij het uitdokteren van een speelplan. Dit lukte, echter met een continue achterstand op de klok. Van tegenhouden kwam het tot meedoen en nadat wit een pion ‘snackte’ op b7 komt zwart in de omschakeling helemaal los (zie de analyse van de partij). Met wat extra tijd op de klok had ik de winstkansen waarschijnlijk wel verzilverd, maar gezien de omstandigheden kan ik goed leven met remise als resultaat.

Bij een ½-2½ achterstand zag ik lichtpuntjes bij Cor en Jeroen, dus besloot ik ervoor te gaan. Veel rekenwerk, het zou precair worden met de bedenktijd. Een kwartier later gaf Cor aan op te gaan geven. Op dat moment had ik nog een minuut of 4 (+ increment) over voor 12 zetten. Ik hoop deze partij nog eens met een 2000+ speler te analyseren, hieronder heb ik me vast uitgeleefd.

Wit had – tot nu toe zorgvuldig – aangestuurd op het Konings-Engels-systeem, een solide breed opgezette structuur met de ‘punt’ (d3) naar achteren. Het zwarte plan bestond uit:
1. zo flexibel mogelijke opstelling binnen de beperkte ruimte;
2. handhaven van een pion op e5, na ruil door wit;
3. de komende witte pionnenwals met f4, g4, etc. geen aanknopingspunten bieden;
4. voorlopig uitstellen van g7-g6 (eventueel wit paard op f5 ruilen tegen Lc8)
5. voorkomen dat de loper op e7 wordt geruild.

Zwarts koningsloper was zowel defensief als te zijner tijd in de omschakeling een belangrijk stuk. Een verdedigingsplan dat nogal wat bedenktijd kostte bij opeenvolgende afwegingen in de uitvoering (bijv. c6-c5 gecombineerd met de manoeuvre Pc5-e6-d4 en de zwevende toren na Ta6). Ik had na een zet of 12 al flink wat bedenktijd gebruikt. Door een zware verkoudheid draaiden de processoren nogal traag, daarnaast kwam het stille maar beweeglijke zoontje van de tegenstander van buurman Joop nogal vaak ‘in beeld’ tussen onze borden (totdat de scheidsrechter ingreep).

Heerlijke partij om te spelen en te analyseren.

Jeroen Landsheer (bord 4) schreef het volgende: In mijn partij kwam ik goed uit de opening en door genoeg druk te zetten op de zwarte stelling won ik een pion. Technisch gezien een gewonnen stelling. Ik ruilde de meeste stukken af en we kwamen in een toreneindspel met een vrijpion op de h-lijn en drie tegen twee pionnen op de damevleugel. Zwart had daarentegen een vrijpion op de f-lijn en creëerde daarmee inventief tegenspel met een actieve koning.

Ik moest daar ineens erg uitkijken dat ik niet de partij verloor. Mijn h-pion was echter zo vergevorderd dat zwart terug moest met zijn toren en passief op h8 kwam te staan.

Hier heb ik een kans op winst gemist. Ik moest een pion offeren om de twee verbonden zwarte pionnen uit elkaar te halen en de b-lijn te openen. Ik zag het niet en het werd helaas een remise.

In deze stelling met c4! bxc4 Kxf3 en dan kon ik de b-pion verdedigen via Tb7. Ik sloeg eerst op f3 en dacht met Te2 naar h2 met de koning richting de toren te gaan. Dat was achterafgezien vrij omslachtig, want zwart sloeg op h7 en kon zo mijn pionnen slaan met zijn koning en een remise maken.

Jaap van Meerkerk (bord 5) schreef het volgende: Ik speelde met twee stukken minder. Da's niet eerlijk. Mijn tegenstander speelde het heel sterk. Had ik mijn loper maar direct op f5 buiten de keten moeten zetten. Maar de manier waarop hij dit aanpakte: respect! En nu moest ik de loper op c8 en toren op a8 op stal laten. Wat ik ook probeerde, hij speelde direct h4, schijnofferde, h-lijnde en drukte door.

Karel de Neef (bord 7) vertelde: Toen ik mij, zoals altijd, enthousiast had voorgesteld aan mijn imposante en bourgondisch ogende tegenspeler, werd ik met een vriendelijk en verbaasd antwoord geconfronteerd - met de bijna teleurgestelde - mededeling dat hij gerekend had op een confrontatie met Daan Gijsbertse, de Hogeschoolmedewerker uit Rotterdam.

Ik vermoedde direct een sterk staaltje Google-voorbereiding, dat ik echter direct kon weerleggen met de mededeling dat Daan zich in dier dagen met een stel vrienden onderdompelde in een bescheiden wandelbacchanaal in Luxemburg.

Geheel uit zijn voorbereiding met wit, uiteraard gericht op Daan’s favoriete ‘Hollander’, verzonk hij na ampele zetten in diepe gedachten na mijn onorthodoxe openingskeuze, die onze teamgenoot Jan de Korte met instemming, en een blik van herkenning, zou begroeten. Al heel spoedig besloot wit tot het ruilen van dames en wat loper- en paardenvolk, hetgeen ik helaas niet kon verhinderen.

De goede verstaander en begripvol volger van dit haastklusje zal begrijpen dat een en ander verzandde in een bloedeloos gelijkspel, dat volgens de spelregels in een remise (nee, niet die van de trams en bussen) eindigde. Derhalve voor de tweede maal in successie was ik als eerste klaar en kon ik onze team- en interim wedstrijdleider Ruud ondersteunen in zijn verantwoordelijke taak en het nuttigen van een troostrijke consumptie. De volgende keer maar weer als eerste klaar???

Al met al, ruim verloren. We zullen een volgende keer proberen wel de overwinning naar ons toe te trekken!

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in klasse 5H van de KNSB-competitie. En zie hier voor het verslag op de website van Messemaker.

Ruud Neumeijer