Jaren geleden zei een vriend tegen me dat verminderd zicht op wat echt en wat onecht is de grootste bedreiging voor de samenleving vormt. Meer dan ooit moet ik hem gelijk geven. Valsspelen is van alle tijden, maar het wordt door nieuwe technologieën in rap tempo geavanceerder en ontmaskering wordt steeds moeilijker.

Dat bedreigt de samenleving als geheel, maar zeker ook een kleine wereld als de schaakwereld.

De integriteit van de bronnen van informatie is belangrijker geworden om te bepalen wie of wat je gelooft. In de kwestie Carlsen versus Niemann geef ik zonder meer het voordeel van de twijfel aan Carlsen. Hij heeft zich kwetsbaar gemaakt om het onechte aan de kaak te stellen en Niemann is een voorbeeld van het onechte en onware geweest. Of hij dat nu ook nog steeds is, doet eigenlijk niet meer ter zake.

Valsspelen is een probleem en Niemann is hoe dan ook onderdeel van dat probleem.

Van de narigheid van vals spel gaan we niet meer afkomen, vrees ik. Hooguit kunnen we proberen het binnen de perken te houden. Op heterdaad betrappen gebeurt zo nu en dan, maar de pakkans lijkt kleiner te worden. En dan resteert slechts de bewijsvoering achteraf. Maar juist daar zit het zwakke punt bij een breinspel als schaken. Want in tegenstelling tot fysieke en mechanische sporten kan achteraf niet onomstotelijk bewezen worden dat er valsgespeeld is. Dopinggebruik is immers zonder meer vast te stellen en dat er met het materiaal geknoeid is ook, maar het gebruik van schaakcomputers is niet met zekerheid aan te tonen. Hooguit kan er met anti-cheat software aannemelijk gemaakt worden dat er valsgespeeld is. Het is de onoverbrugbare kloof tussen evidence en proof die maakt dat de schaaksport in gevaar is.

Bovendien is er een extra probleem: het solitaire karakter van schaken. Daardoor is de sociale controle beperkt en voelen lieden met weinig ethische scrupules minder remmingen dan elders. En dat ons edele spel onedele beoefenaren in zijn gelederen heeft, is al langer bekend.

Intussen springen de media er bovenop. Het is bijna leedvermaak maar ook afleiding van levensbedreigende gevaren als oorlog en klimaatverandering.
‘Die zich verheven voelende schakers doen het met seksspeeltjes om de boel te belazeren.’

Dat lijkt de uiting van het overheersende sentiment buiten de schaakwereld: ze zijn net zo verdorven en banaal als wijzelf.

En wie zijn wij schakers om ze dat gevoel te ontnemen? Schakers zijn uiteraard gewone mensen, niet minder verdorven en banaal dan ieder ander.
Maar dat is iets anders dan maar berusten in het idee dat er niets tegen valsspelen te doen is, hoe moeilijk dat ook is.

Er staat veel op het spel.

Wim Westerveld