Over een langzitter, een bulldozer, een betoverend schaakbord, een tierelier en veel meer
Met 23 partijen kon ronde zes van onze interne van start.
Met aan bord 1 koploper Henk van der Velde (2012) met wit ingedeeld tegen Aernout Markus (1972). Aernout is lekker bezig bij zijn nieuwe club. Zijn visitekaartje mag er wezen met na drie overwinningen een tweede plek op de ranglijst.
Maar nu moest hij tegen Henk, een andere sterke nieuwkomer in onze interne. Henk is voor onze vereniging natuurlijk geen onbekende. Hij heeft immers al een paar keer meegedaan aan onze schaaktoernooien.
Onze vereniging blijft nieuwe enthousiaste schakers aantrekken. Een plezierige en gezonde ontwikkeling! Van de 70 deelnemers tel ik in de gauwigheid zo’n 17 nieuwe namen! Hoogste tijd om al die nieuwe spelers beter te leren kennen. Daarom wordt aan hun partijen net wat meer aandacht besteed. Zij worden en zijn al geregeld uitgenodigd een verslag in te leveren en wat over hun partij en over zichzelf te vertellen. Met een leuke actiefoto erbij. Eén van onze nieuwe leden ken ik goed. Ik vroeg hem of ik daarover een anekdote mocht vertellen. Dat vond Henk prima! En daar gaan we.
Kennismaken met … Henk van der Velde
Hij had zich fier en vrijmoedig genesteld aan bord 1. Onbevangen en zonder schroom dus. Althans zo zag ik dat en dat beeld zou ik kennelijk onbewust mee naar huis nemen, mee naar lang geleden.
Ik kan me niet herinneren het woord ooit te hebben gebruikt, vrijmoedig. Maar het kwam vannacht langs. Na alle indrukken en de schaakpartij van die avond was het die nacht weer eens tijd voor wat anders. Gedachten voerden me mee naar de onwerkelijke wereld van de sluimer. Ik zag iemand met wit krijt een psalmversje op een stoffig schoolbord schrijven. En daar was het. “Opent uwe mond, eist van mij vrijmoedig” Psalm 82:11 – You Tube.
En zo kwam dat woord in mijn woordenboekje voor de dinsdag terecht. En moest ik terugdenken aan mijn tijd als schoolmeester in de jaren 70.
Henk was toen één van mijn leerlingen en zat als jongen van 10, 11 en 12 drie jaar lang in mijn klas. Hij moet ook dát versje geleerd hebben. Ik zat toen nog vrij stevig in de strenge leer. Wekelijks schreef ik in schoonschrift een psalmvers op het bord. Daar konden de leerlingen een 10 mee scoren als ze het de volgende maandag op konden dreunen. En dat deden de meesten. De jaren zeventig.
De H.J. van Wijlenschool stond in de wijk die begin deze eeuw de misleidende naam Het Nieuwe Westen kreeg. Heemraadsingel en Beukelsdijk zijn daar de hoofdwegen. Het bejaarde gebouw staat er nog, alleen de naam is nieuw: Emmausschool.
Henk was begaafd, beleefd, bevlogen. En vooral, hoe fijn, leergierig! Vroeg om extra huiswerk. Liefst te moeilijke sommen. Hij dwong me te differentiëren in mijn onderwijsaanbod. De eerste methodes die meer recht deden aan niveauverschillen tussen de leerlingen moesten nog worden uitgevonden. Onder in een kast trof ik een stoffig vooroorlogs rekenboekje met veel monstersommen vol breuken, accolades, haken, wortels, machten en vishaken. Met de antwoorden achterin. Die breuken deden geen enkele afbreuk aan zijn zelfvertrouwen. Hij wilde ze thuis graag oplossen, wat uiteraard lukte. Ik wenste meer Henken in de klas.
En natuurlijk, hij was de eerste om zich aan te melden voor het schoolschaakclubje dat ik toen in het leven riep.
Op de woensdagmiddag. Uit deze periode vond Henk nog een zeldzame actiefoto uit 1977, genomen tijdens een simultaan die ik gaf aan de leerlingen van de schaakclub. Henk wist de namen van deze leerlingen nog, die ik hier niet vermeld omwille van wie weet welke AVG-regel dan ook.
Demoborden waren toen nog niet te koop, dacht ik, en als ze er al waren onbetaalbaar. Wars van techniek knutselde ik tot ieders verbazing eigenhandig een demonstratiebord in elkaar. Mijn zelfbedacht bouwpakket omvatte het metalen deksel van een wasmachine, licht en dondergekleurde hout fineer, een triplexplaat voor de 32 figuren, 32 magneetjes, lijm en een figuurzaag. En verf natuurlijk, gele en zwarte. Nooit tevoren had ik iets met techniek gehad. Niet gehinderd door enige ervaring onderschatte ik de hoeveelheid werk, maar wie ergens aan begint, maakt het af. Ja, onverwachts blijken de pedagogische opvattingen uit de vijftiger jaren hun vruchten af te werpen. Vaak wilde ik de pijp aan Maarten geven, maar de waanvoorstelling van het beoogde eindproduct sleepte me over de eindstreep. Al lag die mijlen verder dan gepland. Het resultaat was betoverend: een immens schaakbord. Met de hulp van twee collega’s werd het bord met keilbouten tegen een dragende muur bevestigd. Ik heb geen idee of het er nog hangt, maar dit monster zou geen verval kennen.
Ik wil niet beweren dat Henk van der Velde hierdoor nu aan bord 1 zit. Maar hij zit er wel! En daar geniet ik van.
Na het VWO studeerde Henk Algemene Cultuurwetenschappen en is momenteel werkzaam als pensioenadviseur. Henk was lid van Charlois Europoort en was twee keer met het jeugdteam landskampioen. Later werd hij lid van SO ‘81 (later SO Rotterdam) en nu dus sinds dit jaar lid van Erasmus. Ook deed Henk aan correspondentieschaak in de periode 1988 tot en met 2003 en deed vaak mee aan schaaktoernooien, waarvan vooral het VB Accountants International Chess Tournament in Leeuwarden (1992) en het Haarlems Meesters Open (2018) hem zijn bijgebleven.
Bijdragen van onze leden
Hier volgen de bijdragen – in volgorde van inleveren – van de (aangeschreven) leden, met dank aan Armantos Tzanis, Jan Smit, Leo de Jager, Carel Keller, Cander Flanders, Anton van Bokhoven en Ruud Neumeijer (en natuurlijk Henk van der Velde).
Armantos Tzanis – Eric Hoogenes
Armantos leverde zijn gehele partij zonder verder commentaar in.
Jan Smit - Daan Gijsbertse
Klapstuk van de avond was de ‘langzitter’ Jan-Daan. Met een enerverend en door een handvol nieuwsgierigen aanschouwd slot. Twee harrewarrende dames, op zich al een feestje - sorry genderneutralen - om je als man aan te verlustigen. En dan zaten die dames en bespelers ervan ook nog eens krap in de tijd. De kans op een vredelievend slot werd door de aanwezigen al snel naar het rijk der fabelen verwezen. De witte dame trok uiteindelijk aan het langste eind, maar haar strijd zou heftige sporen nalaten, getuige de brief daags erna, en vooral de veelzeggende intro erop. “Ja”, schreef Jan, “ik voel het nu nóg. De hele dag moe geweest (ik moest gewoon weer werken...).” “Ik kan er wel wat over vertellen, maar je geen annotatie van de partij sturen, want op een gegeven moment (lang voordat de partij ten einde was) noteerden we allebei niet meer.”
Jan vertelde: Mijn partij tegen Daan Gijsbertse was er één van de lange adem. Toen ik Wil vertelde dat ik wel zou afsluiten en de toeschouwers met een gerust hart naar huis konden gaan, wist ik alleen dat ik wel iets beter stond, maar of het gewonnen was, was minder duidelijk. Ik had om diverse redenen al een paar keer een remiseaanbod afgewimpeld. De eerste keer omdat mijn tegenstander nog anderhalve minuut had en ik nog ruim twintig minuten, de tweede keer omdat ik een eindspel met een pion meer bereikt had en de laatste keer omdat ik geen verlies- maar nog wel winstkansen zag.
We waren na mijn traditionele opening in een voor mij nogal vreemde stelling beland. Zwart had 1. Pf3 beantwoord met 1. .. f5, maar wat daarna ontstond leek niet erg op Hollands. Ook niet meer op de Torre, ik speelde op de 9e zet h4 en uiteindelijk ook nog de lange rokade. Mijn plan was duidelijk: zwart een zwakke witveldige loper bezorgen en met mijn pionnen tegen de zwarte koningsstelling oprukken, om uiteindelijk met mijn torens de open lijnen te beheersen. Het liep wat anders.
De zwarte f-pion werd vooruitgeschoven tot f3, verdedigd door dame en twee torens en zwart zag ook nog kans om zijn loper te ruilen voor de geplande sterke loper van mij. Plan 1 kon de vuilnisbak in, plan 2 dan maar. Met alleen nog de zware stukken op het bord zag ik kansen voor mijn koning om de zwarte stelling binnen te wandelen en minimaal een pionnetje te winnen. Zodra zwart dan tegenmaatregelen zou treffen, zou ik de f-pion kunnen veroveren. Omdat de zwarte koning net op tijd was om zijn pionnetjes blijvend te verdedigen, boog ik het plan ietsjes om en ging met mijn koning als vierde aanvaller richting de f-pion. Eerst wist ik de dames te ruilen, daarna was het niet moeilijk om de f-pion te winnen onder gelijktijdige ruil van de beide torens. Hier dacht ik dat het punt al bijna binnen was, maar dat viel behoorlijk tegen.
Ik kon de zwarte stelling niet binnenkomen en pionnenruil leverde wel een verst opgerukte gedekte vrijpion op, maar gelijktijdig kon zwart ook zoiets creëren op de koningsvleugel door mijn g-pion te winnen. Had hij meteen de h-pion ook meegepakt, dan was remise onvermijdelijk. Zijn g- en h-pion hadden kunnen oprukken, die moesten door mijn koning gestopt worden, waarbij de zwarte koning niet kon steunen omdat dan mijn vrijpion op e5 zou promoveren. Om onduidelijke redenen speelde Daan dit niet, maar verkoos hij zijn vrije g-pion richting promotie te ondersteunen. Resultaat: allebei een koningin, wit een pion op a4, d4 en h6, zwart een pion op a5, d5 en h7. Omdat ik kon beginnen met schaakjes geven, won ik al snel pion d5 en even later ook nog de pion op h7. Deze laatste verovering kostte wel het initiatief, want daarna was Daan aan de beurt voor een recordpoging schaakgeven. Het duurde even voor ik het laatste plan kon smeden, namelijk deze recordpoging stoppen zonder de h6 pion te verliezen. Om dit lange verhaal iets in te korten: dat lukte.
Sterker nog: toen Daan geen schaak kon geven, kon ik dat wel onder gelijktijdige verplichte dameruil. Mijn d4 en a4 pion waren ergens ook nog gesneuveld, zodat er ineens de situatie ontstond, dat h6-h7-h8D niet alleen sneller was dan a5-a4-a3-a2-a1D, maar h8 en a1 ook nog op dezelfde diagonaal liggen en de zwarte koning niet op tijd de a-lijn kon bereiken. Een zware bevalling, niet geheel verdiend, zoals gezegd had zwart mijn beslissende h-pion in een eerdere fase gewoon moeten nemen.
Leo de Jager - Jelle Engelberts
Afgelopen maandag stapte ik, zoals niet ongebruikelijk een paar minuten te laat, de zaal binnen. Ik verwachtte Armantos of Ton als tegenstander. Maar ons indelingsprogramma blijft volstrekt ondoorgrondelijk. Jelle bleek vandaag mijn tegenstander te zijn. Elo-fanaten denken dan dat het een makkie wordt want hij heeft een rating van 1574. En dan is kennelijk ook het rating systeem voor mij te moeilijk, want kijk maar eens naar wat hij afgelopen zomer in de rapidcompetitie gepresteerd heeft. Om jaloers op te worden. En ook in deze voorronde draait hij als een tierelier.
De eerste beslissing was dan ook gemakkelijk, ik ging proberen een rustige langzame partij op te zetten en in ieder geval geen gooi en smijtwerk. We volgden de partij Magnus Carlsen - Maxime Vachier-Lagrave, ook wel MVL genoemd. Deze partij heeft mij geïnspireerd en ik gebruik Carlsens schema tegenwoordig als Anti-Grünfeld systeem. Wit redeneert iets als ‘de zwarte loper op g7 doet niet mee op de damevleugel en dus sta ik daar een stuk voor’. Vervolgens is het plan om op die damevleugel steeds meer ruimte te pakken en op een gelegen moment lijnen te openen. Ondertussen zorgt de witte loper op b2 er voor dat zwarts gewenste breekzet …e5 de nodige voorbereiding kost.
MVL koos hier voor 9. .. dxc4 waarna de witte druk steeds verder werd opgevoerd en we een typische Carlsen wurgpartij kregen. Ik wist dat, Jelle niet en hij kwam met 9. .. Db6. Bij mij kwam gelijk de gedachte op ‘wat doet ie nou?’ Ik zou die zet nog geen seconde overwegen en het komt bij mij in eerste instantie over als iemand die voor een bulldozer springt. Maar vraag het aan de computer en dan blijkt dat de zet in ieder geval (veel) beter is dan die van MVL (2721!!).
Goed, als zwart de bulldozer uitdaagt kan ie ‘m krijgen 10. Db3 Tfe8 begon eindelijk aan de voorbereiding van het noodzakelijke e5 11. a4 a5 12. b5 cxb5 13. axb5 13. c5 was een aantrekkelijk alternatief. 13. dxc4 14. Pxc4 Wit had niet te klagen 14. .. Dd8 15. Tfc1 15. Pg5 zag er ook heel aantrekkelijk uit, maar we zouden het rustig aan doen en maar goed ook want zwart kraakte onmiddellijk: 15. .. Pb6 Positioneel een goede zet, alleen jammer dat het minimaal een pion kost 16. Pxa5 Dd7 17. Pe5 De6 18. Dxe6 Lxe6 19. Pxb7 en na nog wat gespartel moest zwart de handdoek in de ring gooien.
Carel Keller - Karel de Neef
Carel vertelt: Afgelopen competitieronde speelde ik na twee jaar pauze weer eens een normale partij voor de competitie voorronde. Ik had wel een paar keer met de online rapidcompetitie meegedaan, maar het is toch anders dan weer eens lang naar een stelling kunnen turen. Het was leuk om weer te spelen. En tegen wie kun je dan beter spelen dan tegen Karel de Neef. Karel zorgt altijd voor een ontspannen sfeer, hetgeen erg prettig is als je zo’n tijd niet gespeeld hebt! We speelden remise in een partij die ook gelijk opging. Een voorzichtige opening met (gaf Jaap aan) de eerste 3 zetten van het aan de London gelieerde Zukertort-systeem. Maar, wat zou het; het was gewoon weer lekker om te spelen! Op de 21e zet accepteerde ik graag de remise. Dat paste goed in het rustige begin!
Jan Hoek van Dijke - Cander Flanders
Cander verhaalde: Afgelopen maandag moest ik met zwart tegen Jan Hoek van Dijke spelen. Het werd een Queen’s Pawn Opening: Zukertort Variation. Het werd een positionele partij waarbij wit lang rokeerde en zwart kort rokeerde. Ik vond dat ik een klein positioneel voordeel had. Wit had nog geen tijd gehad om zijn pionnen op de koningsvleugel richting mijn koning op te rukken en ik had mijn torens gedubbeld op de open d-lijn. Mijn andere stukken stonden ook beter gepositioneerd. Op zet 20 zette ik ook mijn paard in de aanval met Pf6-d5. Een paar zetten later kon ik Pf4-d3+, een zet die hij had onderschat. En na 26. Kc1-b1 kwam Dc5xf2 met ondekbaar mat op b2.
Anton van Bokhoven - Dirk Terlouw
Anton schrijft: Hier een kleine impressie van mijn partij met wit tegen Dirk Terlouw. Ik heb Dirk in de partij leren kennen als een sportieve speler. De keren dat ik vergat de klok in te drukken maakt hij mij hierop attent. Ik speelde met wit en opende met de Bird.
De eerste 12 zetten gingen als volgt:
Ruud Neumeijer - Rinus van der Linde
Ruud blikte terug. Het seizoen is nog niet zo heel lang bezig, maar vanaf de start speel ik niet geweldig, zo is mijn eerlijke oordeel over mijn eigen spel. Verliezen of winnen doet mij eigenlijk niet zo heel veel, ahum... oké, ligt er een ‘beetje’ aan tegen wie. Wat mij veel meer boeit is de manier waarop ik verlies of win. Hoewel ik een enorm onderscheid maak tussen in- of externe partijen en toernooien. Maar het gaat momenteel niet best met mij, speltechnisch gezien dan, want zonder het schaakbord gaat het uitstekend, maar daar gaat dit stukje niet over! Dat ik dit epistel moet schrijven, geeft aan dat ik deze partij heb mogen winnen. Voor het eerst ook dat ik dit seizoen tevreden ben over mijn eigen spel. Ik heb éénmaal eerder tegen Rinus gespeeld, dat was het vorige seizoen; het werd remise.
In de stelling hiernaast zijn de restanten van een Siciliaan te zien waarin zwart koos voor de lange rokade om via de lange diagonaal a8–h1 en de g– + h– lijn mijn onding onder vuur te gaan nemen. Zwart blijkt echter te langzaam, zijn opgespeelde pionnen voor zijn koning en de halfopen c–lijn maken het lastig voor hem.
Leuke partij om te spelen, waarbij zwart het mat helemaal over het hoofd had gezien. Schrale troost voor Rinus: ik had de afruil al meegenomen in één van de mogelijkheden en gezien dat het mat zou worden en naar mijn idee er niks meer aan te doen was.
Nieuwe rubriek: Kennismaken met ...
Ben je nieuw lid van Erasmus, dan willen wij als vereniging je graag wat beter leren kennen. We zullen daarom dit seizoen een keer contact met je opnemen en nader kennismaken. Als je daar natuurlijk prijs op stelt! Vooraf krijg je een concept verslag ter goedkeurig. Zo leren je clubleden je wat beter kennen en krijg jij zelf nog meer binding met je schaakclub.
Dat was het weer ...
Dat was het weer voor deze ronde! Maandag aanstaande wacht ons ronde 7. Allen veel schaakplezier. Kijk hier voor alle uitslagen en de tussenstand van de voorronde van de interne competitie.
Jaap van Meerkerk