Sinds 2005 speelt het Ministerie van Defensie een jaarlijkse schaakmatch tegen Het Binnenhof. Nadat de teamcaptain van Defensie bij de tiende ontmoeting had aangegeven dat dit zijn laatste keer zou zijn, nam onze nestor, de generaal buiten dienst Steffers het woord. In zijn welkomstwoord aan onze politieke vrienden memoreerde hij dat dit wellicht de laatste keer zou zijn en er een mooie traditie verloren dreigde te gaan.

Hij haalde herinneringen op aan heroïsche momenten op de 64 velden, gerenommeerde oud-deelnemers, extreme uitslagen, nogmaals het verdriet om verloren tradities en bij dit alles kon hij kiezen uit ongeveer dertig man, maar hij keek alleen mij strak aan. Er dreigde geen eind te komen aan de toespraak en er dreigde ook geen eind te komen aan het visueel appèl, waardoor ik plotseling merkte dat ik mijn hand had opgestoken en mezelf hoorde zeggen dat ik met genoegen de organisatie namens Defensie voor de komende jaren op mij wilde nemen. Waarna de generaal zijn toespraak besloot met de opmerking: “Ik hoor dat de traditie in stand blijft.” En over op de orde van de dag.

Sindsdien vul ik met veel plezier deze taak in. Omdat Het Binnenhof en Defensie dit toernooi om de beurt thuis speelt, is er het ene jaar veel te regelen, terwijl het andere jaar rustig op de uitnodiging gewacht kan worden. In regeljaren moet de locatie worden gereserveerd, een budget voor de catering gevonden worden, bezoekerslijsten gemaakt worden voor de bewaking, de catering zelf besproken worden, een team worden samengesteld, constant gecoördineerd te worden met de teamcaptain van de tegenstander (hoe groot is jouw team nu, wat is de speelsterkte, welke datum etc.), de wisselbeker voorzien worden van het laatste resultaat, niet te vergeten een BHV-er gevonden te worden en nog wat kleinere activiteiten om de plooien glad te strijken. Dan mist er nog een belangrijk onderdeel en daar komt onze roemruchte vereniging om de hoek kijken: er moeten borden, stukken en klokken komen.

Al vanaf de eerste keer dat ik dit organiseerde, heb ik mijn spelmateriaal dankzij de welwillendheid van ons bestuur kunnen lenen van Erasmus. Deze onmisbare ondersteuning wordt nooit belicht, daarom bij deze: mede namens Het Binnenhof- en het Defensieteam bedank ik mijn club voor alle medewerking die ik de afgelopen jaren heb gehad en hopelijk nog lang zal krijgen.

Woensdag 26 oktober was de matchdag, speellocatie het Ministerie van Defensie in Den Haag en het spektakel zou rond 20.00 uur aanvangen. De dag begon hectisch, twee spelers van Het Binnenhof bleken die dag corona te hebben, terwijl een derde speler, een senator uit Maastricht, onderweg met de trein was gestrand en niet meer op tijd in Den Haag kon komen. Niets is erger dan niet opdagende spelers op de matchdag zelf. Vergelijk het met een externe competitiewedstrijd, maar dan nog vervelender, want in mijn geval moet ik soms spelers teleurstellen die een halve wereldreis hebben ondernomen om slechts te horen dat ze niet hoeven te spelen. Gelukkig konden we de schade nog beperken met een paar reservespelers en een toevallig in de buurt verblijvende oud-deelnemer, die drie kwartier voor de match met succes werd verzocht om te komen spelen.

Het Binnenhof kwam al meteen met een konijn uit de hoge hoed: aan bord 1 speelde Loek van Wely (2619), 8-voudig Nederlands kampioen en tegenwoordig senator. Daarnaast begin jaren ‘90 nog twee jaar mijn clubgenoot bij SMB uit Nijmegen. Ook hun tweede bord was goed bezet met een bijna 1900 speler (Jacco Heij), verder kende ik niemand uit hun team. Voor Loek had ik onze sterkste speelster, Rieke Hof – van Run (2064) uit mijn eigen hoge hoed getoverd. Haar commentaar na afloop: “Alsof er een tank over je heen walst.”

Verder had ik een redelijk sterke bezetting op de hoogste borden, met ratings tussen de 1800 en 1900. De lagere borden werden bezet door merendeels huisschakers van verschillende sterkte.

Het speeltempo per speler was anderhalf uur zonder bonus voor de hele partij, om er zeker van te zijn dat iedereen zijn/haar laatste trein zou kunnen halen. Ruim voor 23.00 uur waren alle partijen geëindigd en kon de balans opgemaakt worden: een ruime 8½-1½ overwinning voor Defensie. Hoe die tot stand gekomen is zal grotendeels voor altijd een raadsel blijven omdat er geen notatieplicht was. De prijs, een prachtige plexiglazen uitsnede van een schaakkoning, werd door de teamcaptain van Het Binnenhof voor de tiende keer overhandigd aan zijn collega van het winnende Defensieteam. De tussenstand voor de statistici onder jullie: acht keer winst voor Defensie, vijf keer winst voor Het Binnenhof en tweemaal eindigde de match onbeslist. De oplettende lezer die denkt: “Waarom krijgt Defensie die wisselprijs dan voor de tiende keer?” kan gerustgesteld worden. Beide gelijke spelen werden na loting ‘gewonnen’ door Defensie.

Jan Smit, teamcaptain Defensie