Ruime 6½-1½ overwinning voor het eerste
Met gepaste bescheidenheid: deze wedstrijd verliep op rolletjes. Soms is het zegen om teamleider te zijn.
Het eerste punt kreeg Pieter Sturm met zwart cadeau van Joop Huijzer. Naar eigen zeggen (Pieter): “Een oude truc in de doorschuifvariant van het Frans. Die ken ik nog van vroeger.”
Het tweede punt kwam van Eric Hoogenes. Ik zag een aantal geforceerde zetten, een toren op de zevende rij en een fout van zijn tegenstander Lorin Arnold.
En ik zag een remise op het eerste bord tussn Cor de Zwart en Olivier Vrolijk. Van de schrijvende schakers heb ik de onderstaande verslagen ontvangen:
Frank van Zutphen (bord 2) mailde: Ik kwam tegen Marcel Glissenaar goed uit de opening en kreeg een overweldigende stelling waar al mijn stukken op de goede velden stonden. Ik speelde voor twee resultaten: remise of winst. Mijn tegenstander moest het zorgvuldig spelen, maar dat deed hij ook. Ik had de stelling open kunnen breken, maar dan waren er weer drie resultaten mogelijk geworden. Gegeven de stand in de wedstrijd (een 2½-½ voorsprong) koos ik voor zetherhaling dat mijn tegenstander ook niet kon voorkomen.
Wim Westerveld (bord 3) schreef: Geza Maróczy heeft de zogenaamde Maróczy Bind zelf nooit gespeeld. Wellicht dacht mijn jonge tegenstandster dat ze in de grote schoenen van de Hongaarse grootmeester was gaan staan, maar als ze dat dacht had ze het dus mis. Het waren de veel kleinere schoenen van de Duitse schaakmeester Rudolf Swiderski. Hij speelde de witte opbouw voor het eerst tegen, jawel, Maróczy. Meer dan 100 jaar geleden, Monte Carlo 1904. Heel lang werd de Maróczy als gevaarlijk voor zwart beschouwd, maar die tijd is voorbij. Het gif is er nu wel uit. Zwart heeft tegenwoordig veel succes met: 1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 g6 5. c4 g6 6. Le3 Db6! Met de laatste zet verstoort zwart de normale opbouw van wit en bereikt gemakkelijk gelijkspel. Dat speelde ik echter niet, maar een variant waarmee ik de nodige ervaring heb. Die vraagt echter veel van de creativiteit van de zwartspeler en is eigenlijk niet zo geschikt voor een oude man. En dat zou blijken.
De fancy manoeuvre Da5-De5-Db8 had ik nog niet eerder zo gespeeld. Het kan allemaal wel en de engines waren het ermee eens, maar als wit rustig blijft spelen is het lastig spelen voor zwart. Mijn tegenstandster speelde als een ervaren rot en ik moest oppassen. Mijn enige troef was eigenlijk haar timemanagement. Kennelijk hadden mijn bizar aandoende zetten de nodige hoofdbrekens gekost. Ik begon een beetje te gokken, maar ze reageerde precies. Verloor een pion en kwam objectief verloren te staan. Het bleef complex omdat beide koningstellingen niet bepaald safe waren. Toen ze een tweede pion nam, maakte ze het zich onnodig moeilijk omdat ik haar toren van het strijdtoneel kon isoleren. Tijdnood en dreigingen maakten dat ze in een zetherhaling vluchtte. Remise. Maar the lady got talent! En ik zal me voortaan aan het recept houden dat de schaakdokters voorschrijven: 6. .. Db6!
Henk van der Velde (tegen Peter van Nieuwenhuizen, bord 4) schreef: In de opening lukte het me een gunstige stelling op te bouwen, met enig ruimtevoordeel en aanvalskansen op de koningsvleugel. Daarop volgde een wisselvallige middenspelfase, waarin ik naast enkele onnauwkeurigheden een ernstige vingerfout beging, die (gelukkig voor mij) onbestraft bleef. Bij het bereiken van de tijdcontrole was een eindspel ontstaan met aan beide zijden een toren, een paard en zes pionnen, waarin ik dankzij een betere pionnenstructuur en actievere stukken goede kansen had. De torens werden geruild en in het resulterende paardeindspel deed mijn tegenstander een impulsieve pionzet, die tot een fatale verzwakking van zijn stelling leidde. Toen was het slechts een kwestie van techniek om het volle punt binnen te hengelen, hetgeen me wonder boven wonder nog lukte ook.
Marvin Dekker (bord 7) vertelde: Ik mocht het met zwart opnemen tegen Hans Van Nieuwenhuizen. Ik liet de opties in de opening vrij ruim. Mijn tegenstander bleef zich echter strak houden aan zijn openingsplan. Achteraf begreep ik dat Olivier dezelfde stelling op het bord had, na heel langdenken speelde ik c5 wat uiteindelijk ook de beste zet is volgens het digitale monster. Even later was wits openingsvoordeel geneutraliseerd en besloot wit al na 11 zetten herhaling van zetten voor te stellen. Ik besloot deze zetherhaling te ontwijken, hierdoor kreeg wit weer het gebruikelijke plusje. Ik gebruikte enorm veel tijd om de beste zetten te vinden. Wit besloot mat te dreigen met dame en toren.
Dat zag er gevaarlijk uit, maar nadat zijn zwartveldige loper afgeruild werd was het duidelijk dat ik niet hoefde te vrezen voor een koningsaanval en stond zijn dame behoorlijk buitenspel. In combinatie met de open c-lijn zag het er erg goed uit en een remiseaanbod werd weer afgeslagen. Daarna kwam al vrij snel de beslissende fout door de torens te ruilen op c3. Hierdoor kreeg ik een vrijpion die op weg was naar het promotieveld en dit bleek voldoende te zijn om vrij snel daarna de winst te pakken. Achteraf is het altijd interessant om te kijken naar de analyse van de computer. Deze keer had ik de partij in Lichess gegooid en de partij-analyse functie gebruikt. Ironisch gaf hij als enige onnauwkeurige zet van mijn kant het afslaan van de zetherhaling. Kortom ik mag zeker tevreden zijn met mijn spel.
Leo de Jager (tegen Henny Versteeg, bord 8) blikte terug. Al vroeg in de partij heeft de witte cavalerie dreigende posities ingenomen (zie diagram). Mede gebruik makend van de bedenktijd van zwart, die hier al tot minder dan een half uur was geslonken, had ik kunnen kijken naar bot breekwerk als f4 of g4, de toren naar g3 brengen en het bouwen van de batterij Ld2/c3 en Dc1/d2. Maar de loper op f8 en het paard op f6, samen met de reserve op d7, zorgden er echter voor dat de zwarte koningstelling op dit moment best wel solide was.
Daarom beviel de directe aanval me niet echt en dat brengt me op een heel ander idee. Een paar weken geleden was er op Youtube [zie link naar Duda-Erigaisi] een analyse van een soortgelijke stelling. Daar ging de witte dameloper naar b2 en offerde wit alles wat hem in de weg stond om de lange diagonaal open te breken. Omdat bovendien de witte paarden nagenoeg onaantastbaar waren trok ik de conclusie dat ik alle tijd van de wereld had en begon met 16. a5 en 17. b4 om zowel plek te maken voor de loper als het zwarte tegenspel op de damevleugel te vertragen.
Na een heleboel zetten, waarvan redelijk wat van dubieuze kwaliteit, kwam de volgende stelling op het bord. Resterende bedenktijd voor wit was 28 minuten en voor zwart 4 minuten.
De cavalerie had geen been bewogen, maar de lange diagonaal was inmiddels open, het zwarte paard op f6 was verdwenen en de witte toren kon makkelijk naar waar hij maar zou willen. Kortom het zag er veelbelovend uit. De machine gaf de voorkeur aan 26. Df4 met licht voordeel (voornamelijk dankzij de dreiging Txc5) en vond dat het na alle andere zetten zo goed als gelijk stond. Ik wilde de druk op g7 zo ver mogelijk opvoeren en speelde 26. Tc3 met de bedoeling Tg3 gevolgd door Lc3. Zwart spendeerde de helft van zijn schamele bedenktijd en ruilde zijn loper voor mijn minst sterke stuk. 26. .. Lxf5 27. Pxf5 en nu kwam veld g4 ook nog eens vrij voor de dame.
Volgens de computer viel het allemaal nog hard mee (+0,7) maar ik zou me met zwart niet prettig voelen. 27. .. Te8 28. Pxh6 niet echt moeilijk want aannemen betekende mat. Overigens was dan wel grappig dat de loper op f8 het mat op g7 tegen hield, maar in de weg stond om het mat op g8 of h8 te dekken. 28. .. Kh8. De machine verlegde nu zijn aandacht naar de ongedekte zwarte dame door 28. Df4 met aanzienlijk voordeel te willen spelen. Wel gezien, maar op jacht naar groter wild: 29. Tg3? Te4. Nu stond het gelijk. 30. Db2 De7 31. Pf5? 31. Lc3 zou het voordeel vasthouden, maar ik maakte me dan zorgen over 31. .. f6. En nu besefte zwart dat de druk op g7 erg groot aan het worden was en schrok terug van 31. .. De5 vanwege 32. Lc3. Maar ja, de diagonaal moest gedempt en dus besloot hij met de klok op vallen tot het iets minder goede 31. .. Te5?? 1-0.
Met dank aan de schrijvende schakers. Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in klasse 3F van de KNSB-competitie. Of lees hier het verslag op de website van Krimpen aan den IJssel.
Arno van Houten