Op zaterdag 5 november 2022 overleed mijn schaakvriend Gerard Kastelein. Hij was tot 2019 lid van schaakvereniging Erasmus en daarvoor van diverse andere schaakverenigingen in de Rotterdamse regio.

Gerard was aimabel, gemakkelijk benaderbaar en communicatief sterk. Hij was beroepsmatig dan ook een uitstekend PR-man voor de deelgemeente Prins Alexander. Voorheen was hij politiefunctionaris.

Uit die tijd kende hij Karel de Neef, die hij overhaalde bij Erasmus te komen schaken. Breed grijzend stelde Gerard hem in 2018 voorafgaande aan de indeling van de interne competitie aan mij voor. Gerard woonde dicht bij mij in de buurt, in dezelfde straat zelfs, en ik kwam hem geregeld tegen bij korfbalvereniging WION in Ommoord. We moedigden – al weer 30 jaar geleden – onze kinderen aan en hadden het uiteraard ook over het schaken.

Gerard was wat schaakverenigingen betreft een shopper. Hij speelde toen in die tijd – het was rond de eeuwwisseling – voor schaakvereniging Shah Mata. Toen het gereis hem wat tegen begon te staan loodste ik hem onze schaakclub binnen. Dan kon hij altijd een lift krijgen. De schaakwereld ervaar ik steeds meer als een grote familie. Vooral in Wijk aan Zee was dat te merken. Maar Gerard was daar al lang achter gekomen. Hij had binnen die familie ongelooflijk veel contacten gelegd. Kwamen we ergens op een toernooi, Gerard zwaaide veel deelnemers toe en was zichtbaar in zijn element.

Gerard, Pim Kleinjan, Wim Posthumus en ik kwamen geregeld thuis bij elkaar voor een partijtje rapid. Eerst gezellig koffie met taart, daarna schaken en afsluitend een lunch. Heel gezellig. Gerard vond het geweldig.

Op het bord bleek Gerard een creatieve fanatieke aanvalsspeler. Daar lagen onherroepelijk zijn kwaliteiten. Maar een eindspelletje spelen – mocht hij daaraan toekomen – ging hem ook goed af. Vaak vond hij in mindere stand nog een listige oplossing. Is de Van Geet al een buitenbeentje in de geheimzinnige wereld der schaakopeningen, Gerard omarmde hem en bedacht tal van onverwachte wendingen. Zijn liefste bezigheid was – gul als hij was – offeren.

Gerard en ik speelden geregeld in hetzelfde team. Voor Erasmus dus, maar ook ver weg, ergens waar ze nog fanatiek carnaval vieren. Zo’n tien jaar geleden nodigde hij me uit om voor schaakvereniging Dubbelschaak in het tweede team te komen spelen, in Boxtel. Dat bleek wel in Noord-Brabant te liggen. Gerard had daar een vakantiehuisje en was tijdens het plaatselijke schaaktoernooi bij de SV Dubbelschaak verzeild geraakt. Een jaar later reden we zeven keer per jaar op zaterdagen richting Boxtel. Wie van ver komt is altijd te vroeg, zo ook wij. We deden samen om 12 uur al een bakkie op het centrale pleintje in Boxtel en hielpen mee met het opstellen van de schaakstukken. Ook Gerard bewaarde fijne herinneringen aan zijn schaakvrienden van Dubbelschaak. Aanvankelijk reden we om beurten, maar na een paar jaar merkte ik dat het rijden hem moeite kostte en reed hij tevreden met mij mee. De gezamenlijke tocht naar Maastricht, waar we voor een uitwedstrijd naartoe moesten, vergeet ik nooit. In het holst van de nacht waren we pas weer op de Kraaiheide in Ommoord.

Als ik tijdens externe wedstrijden na een zet of tien even langs de borden wandelde bleef ik bij zijn bord het langst staan. Vol verbazing, soms zelfs schrik bekeek ik de kloven en ravijnen die Gerard druistig in de vijandelijke veste had geslagen. De lichaamstaal van de tegenstander sprak boekdelen. De materiaalverhoudingen waren dan vaak al compleet ontspoord. Als toeschouwer zocht ik tevergeefs naar de wegen die Gerard was ingeslagen. Zijn creatieve aanvalslust bekroonde hij soms met een werkelijk geniale veegpartij (schaakjargon voor: snelle overwinning), maar zijn overmoed werd hem natuurlijk ook vaak fataal. Dan was hij ontroostbaar en soms zelfs onvindbaar.

Tijdens de jaarlijkse tienkamp in januari in Wijk aan Zee spraken we (ons vaste groepje schaakmaatjes Gerard, Frans, Wim, Pim en Jaap) altijd om 19.00 uur af bij de flappendeur van De Moriaan. We zochten dan gezamenlijk een gezellig restaurant. Maar als Gerard al offerend schipbreuk had geleden was hij onvindbaar. We belden en appten tevergeefs. Maar uiteindelijk zat hij wel gezellig zijn belevenissen met ons aan tafel te delen.

Gerard was bekend in de Banjaert, de natuurvriendenaccommodatie in Wijk aan Zee, waar Frans Maas al jaren kamers reserveerde. Frans introduceerde mij ook aldaar en zo regelden we een aantal jaar de kamers op de bovenverdieping naast elkaar. En ontmoetten een twintigtal vaste gasten met wie we ontbeten en ’s avonds in de gezamenlijke huiskamer de partijen bekeken, en uiteraard kwam ook de wereldpolitiek ter sprake. Na onze meestal loodzware partijen spraken we af gezamenlijk te eten.

Geleidelijk ging het met de gezondheid van Gerard minder en minder. Maar ondanks zijn groter wordende beperkingen waarmee de ziekte van Parkinson hem steeds meer kwelde kon Gerard toch nog lang blijven schaken. Zich voorbereiden, creatieve ideetjes tot leven laten komen, aanvallen en offeren dat het een feestje was. En, Gerard had goede hoop op een hersenoperatie. Kans van slagen was ruim 90 procent en zou hem veel beter kunnen laten functioneren. Die operatie was geen succes. Integendeel. Zo moedig van hem en dan dit. Vreselijk jammer. Nog voordat de coronapandemie in 2019 toesloeg ging het thuis niet meer. Gerard moest worden verzorgd en gaan wonen in een verpleeghuis. Zijn echtgenote Lia bezocht hem dagelijks en hield me op de hoogte.

Als zijn schaakvrienden hem in de State Hillegersberg bezochten bleek zijn situatie voor langere tijd stabiel al konden we hem steeds slechter verstaan. Maar hij glom als het schaakbord tevoorschijn werd getoverd, als ik naar zijn kleinkinderen vroeg of als we met de rolstoel op de Beethovensingel een ijsje gingen halen.

En toen ook dat niet meer ging, speelde ik een onlangs gespeelde partij na. En vroeg ik hem om commentaar. En dat gaf hij, zo goed en zo kwaad als dat nog ging.

Het laatste jaar namen de bezoekjes af. En ineens, als ik dan al weer veel te lang niet meer op bezoek ben geweest, hoeft het niet meer. Op zaterdag 5 november belde Lia me. Gerard kon niet meer eten en drinken en bleek vredig heengegaan. Hij heeft een te lang ziekbed gehad, mopperde nooit! Dat kan eigenlijk niet, toch is het zo. Ongelooflijk veel respect.

Gerard, schaakvriend, ik ga je missen. De herinnering is blijvend.

In de overtuiging dat ik dit schrijf namens je ex-clubgenoten van Erasmus, je overige schaakverenigingen in de RSB en namens je voormalige teamgenoten van Dubbelschaak 2.

Jaap van Meerkerk