Nipte nederlaag voor derde team
Donderdag 10 november. Deze avond wil ik snel uit mijn geheugen wissen. Wat was er gebeurd?
Jan de Korte en ik reisden op afspraak met de metro naar een zijstraat van de Nieuwe Binnenweg, de Gaffelstraat, een stadsdeel waar ik me in de duisternis unheimisch kan voelen. Rond middernacht, toen we huiswaarts keerden liep – nu even geen lid – Murdoch Mac Lean ontspannen met ons ons mee richting metro.
Even voor de Nieuwe Binnenweg dook Murdoch plots een vriendenkroeg in, alwaar hij nog voor de entree werd toegezongen. Murdoch had zelf voor zijn interne verloren van Onésimusser Martin Schouten dus hij zal mede daardoor nog wat extra troostbiertjes hebben genuttigd. Ik had mijn schoudertas, waarin mijn gehele leven wordt bewaard, op aanraden van onze gastheren proberen te verbergen onder mijn jas, hetgeen vreselijk mislukte. Dan maar leeg over de schouder. Je moet katten nooit op het spek binden. Nu onze resultaten, u zult als lezer inmiddels vermoeden dat ik het slechte nieuws voor me uit zit te schuiven. Inderdaad.
Als teamleider had ik voor een experimentele opstelling gezorgd. We speelden immers met twee invallers: Bram de Knegt voor Karel de Neef en Jan de Korte voor Emil Verhoef. Ik had Bram aan 8 en Jan, de hoogste rating, aan bord 1. Men zal raar hebben opgekeken bij Onésimus toen Jan als voormalig topspeler van Onésimus hun nieuwe, maar nog wel vloerbedekkingloze speelruimte betrad en even later achter de witte stukken van bord 1 neerdaalde.
Mijn (Jaap van Meerkerk) tegenstander aan bord 5 ging al vroeg in de fout nadat hij de meest voortvarende opstelling tegen het London-systeem had gekozen. Een vroeg c5 en Db6. Daartegen kon ik uiteraard mijn giftige antwoord voor een tweede keer proberen. Enkele weken geleden hapte Henk Ochtman niet, nu mijn tegenstander wel. Hij kaapte de b-pion en liep tegen een scherpe variant op, die hem om 21.30 uur fors materiaal kostte en om 22.30 de partij. 1-0 voor ons.
Aan bord 2 had Ruurd Ouwehand een nogal zure partij en gaat nu echt sprookjes geloven. Hij denkt met zwarte stukken geen raad te weten. Onzin natuurlijk. Maar ja, hij verzoop in een scherpe koningsaanval nadat wit zijn koningsveste had gesloopt. Ruurd keepte nog enige tijd, maar moest zich toch gewonnen geven: 1-1.
Bram de Knegt aan bord 8 stond een kwaliteit achter maar had aanval en loperpaar als compensatie. Toen zijn opponent stukken kon ruilen zette hij een vrijpion in beweging en Bram kon keepen wat hij wilde, maar ook hij liet het punt terecht aan zijn tegenstander. 1-2.
Jan Hoek van Dijke stond wat beter en dacht aan winstkansen.
Remco Claessens stond slecht. Zijn tegenstander, pas lid van Onésimus, speelde de sterren van de hemel. Wat speelde die gast een sterk middenspel! Remco verloor kansloos. 1-3.
Hans Brobbel stond beter na de opening en kreeg een kansen in het middenspel. Ook hij had zijn avond niet en overzag dat zijn dame ingesloten kon worden. Om dame-verlies te voorkomen moest Hans zijn paard offeren. Toen werd het toren tegen twee lopers. Toen Hans remise kreeg aangeboden vond ik dat hij er blij mee mocht wezen: 1½-3½
Jan de Korte aan bord 1 speelde tegen Marcel van der Linden. Hij stond lekker in het middenspel en zag een kansrijk eindspel voor zich. Dat wist hij inderdaad te bereiken. Hoewel het materieel gelijk stond, had Jan met wit een vrijpion. Toen hij die beslissend wilde laten oprukken zette hij zijn toren net even, heel even maar, op een verkeerd veld. Marcel profiteerde heel goed en liet zijn toekijkende clubgenoten al glimlachend weten dat het wel snor zat. En dat zat het. 1½-4½. Jan vertelde:
Voor ‘teamspelers’ speelt de wind niet zelden een belangrijke factor. Een vroeg resultaat, maar ook lopende partijen met een ‘zekere’ winst(verlies)verwachting hebben invloed op het teamspel aan de andere borden. Heb je als team de wind mee of tegen? Meewind geeft comfort, gevoel van een ‘zekere’ voorsprong, dat zelfs kan culmineren in een domino-effect (lees: geflatteerde uitslag). Een soort no-risk polis met vooral ‘goede’ risico’s. Wij hadden donderdag al vroeg te maken met stevige tegenwind en ‘slechte’ risico’s. Al vrij vroeg op basis van ‘zekere’ verliesverwachtingen gloorde een 3-1 tussenstand voor Onésimus. En dat heeft invloed op de keuzes (dilemma’s!) bij de resterende onbesliste borden.
In de diagramstelling was ik met wit op de 29e zet een eind gekomen. In de opening probeerde wit aanvallende initiatieven te ontplooien terwijl zwart zich concentreerde op het voeren van een solide verdediging en het ruilen van de dames. Daarna werd snel duidelijk dat we met zware tegenwind te maken hadden en Jaap vertelde dat de resterende partijen gewonnen worden. Zwart beschikte op dat moment in het middenspel nog over het loperpaar (slechte witte loper) en wit over een sterk centrum. Mijn plan was om de zwarte lopers te ruilen en aan te sturen op een T+P versus T+L eindspel met een vrije b-pion. Het kostte veel tijd om een aanvalsplan te organiseren en in de praktijk te brengen.
In de diagramstand staat wit actiever/beter, maar de stelling was vrij ingewikkeld en de kansen/mogelijkheden waren moeilijk in te schatten. Stockfish heeft er minder moeite mee: (+2,5). Voortzetten met 30. Pd4 was aanlokkelijk, maar wat als zwart (na bxc4) met e5 zou voortzetten, was Pc6 dan speelbaar? En hoe te reageren op b5xc4: kon dan b3-b4? En hoe terugnemen? Met de pion of met de koning om de vrije b-pion te creëren? Daarnaast leek c4 een potentiële penning (zag er gevaarlijker uit dan het is).
Terwijl de klok doortikte kwam ik er niet helemaal uit en besloot tot het uiterst provocatieve 30. Kb4 (i.p.v. Pd4). Zwart speelde vervolgens 30. .. bxc4, waarna wit een vrije b-pion realiseerde door met de koning terug te slaan (31. Kxc4), maar op dat moment ook een kans op voordeel miste, door niet vooraf, maar pas daarna een stel torens op a8 te ruilen. De materiaalverhouding was dan T+P+5p (incl. een witte vrijpion op b3) versus T+L+5p. Inmiddels zat ik in de laatste vijf minuten en had mijn tegenstander nog een halfuur en ‘meewind’. Het bleek in de praktijk omslachtig om voortgang te boeken en een opmars van de b-pion te ondersteunen gefrustreerd door een actieve samenwerking van de zwarte stukken.
In tijdnood ging de b-pion verloren op de 48e zet, en resteerde een verloren eindspel dat zwart 20 zetten later wist te winnen. Met een beetje meewind had het heel anders af kunnen lopen. (N.B. Bij dit soort partijen merk je het grote verschil met het KNSB-tempo, dan was er op de cruciale momenten 40 minuten extra bedenktijd beschikbaar geweest). Volgende keer beter.
Jan Hoek van Dijke speelde een prima partij. De winstkansen die hij zag hadden hem in een toch lastig te winnen lopereindspel gemanoeuvreerd. Hij wist dit heel knap te verzilveren! Zo knap dat ik graag zijn eindspel zou publiceren. Kunnen we er allemaal van leren. 2½-4½.
Lucian Mihailescu speelde met zwart een prachtpartij. Tegen Wim van Randwijk, ook ons wel bekend van ons Watertorentoernooi. Lopers van ongelijke kleur, met eerst 1 later 2 pionnen meer. Ga er maar aanstaan. Ik zag het al remise worden en Lucian kwam overleggen wat te doen met een remiseaanbod. Hij moest winnen, Lucian. En dat deed hij. 😊 Lucian zag (plotseling?) kansen op de vleugel waar nog helemaal niet was en werd gespeeld! En zo schiep onze Haagse grootmeester een niet te stoppen vrijpion! Wim gaf op en zo werd het tenslotte … 3½-4½.
Jammer. Er had op diverse borden wat meer in gezeten en we hebben onszelf tekort gedaan. Nu maar snel vergeten en moed verzamelen, onze wonden likken en er een volgende keer weer tegenaan. What else?
Kijk hier voor alle uitslagen en de stand van Erasmus 3 in klasse 2B van de RSB-competitie.
Jaap van Meerkerk