Er zijn mensen die in hun eigen verhaal leven. Ed Voortmeijer was zo iemand. Ed was journalist van Het Vrije Volk en het Rotterdams Dagblad. Van amateurvoetbal wist hij alles en daar schreef hij over. Geliefd was hij, op de amateurvelden en in de bestuurskamers.
Over zichzelf liet hij in een interview een paar maanden voor zijn dood weten dat hij in zijn jonge jaren een begenadigd schaker was. Dat viel wel mee, maar een sterk clubschaker was hij zeker. Ed hield van verhalen, maar een korreltje zout moest je wel bij de hand hebben.
Ik zie hem, ergens in de jaren zeventig, nog lopen over de Coolsingel, bepakt en bezakt met spijkerbroeken en andere dingen. Toen ik hem vroeg wat hij daarmee moest, zei hij dat de vrouwen in Rusland daar wild van werden. Hij, niet moeders mooiste, ging daar regelmatig heen. Uiteindelijk trouwde hij met Russische Olga, Olga Rabinowitsch. Twee zonen kwamen daar uit voort. Zoon Alex kreeg een profcontact bij Feijenoord. Als keeper. Apetrots was hij daarop.
Als Michail Tal in Nederland was, bezocht hij Ed en Olga. Ed klaagde dat na zo’n bezoek en het onvermijdelijke drinkgelag zijn hele drankvoorraad er doorheen was gegaan. Het moet onder meer jonge jenever geweest zijn, want daar spuugde Ed bepaald niet in. De kleine glaasjes zoals hij dat omschreef.
Ik kwam hem regelmatig tegen in de forensentrein naar Den Haag en werd dan getrakteerd op zijn verhalen. Ook het verhaal over Tal dat hij me meerdere keren verteld heeft, met die aangename stem, dat grote hoofd en die asymmetrisch staande ogen.
Op een gegeven moment zag ik hem niet meer. Hij bleek geëmigreerd te zijn naar Kreta. Daar heeft hij meer dan negen jaar gelukkig met zijn Olga geleefd. Het godeneiland, zo beschreef hij Kreta.
Mythologisch klopt dat, maar ik vermoed dat hij eigenlijk bedoelde zijn natuurlijke habitat daar te hebben gevonden. Ed de godenzoon. Hij leefde in zijn verhalen en maakte die verhalen ook een beetje waar. In 2013 overleed hij, 66 jaar oud.
In zijn autobiografie ‘Chess is my life’ schreef Viktor Kortsjnoj dat de machthebbers van de Sovjet-Unie een strategie hadden om het volk van de straat te houden: wodka voor het proletariaat en schaken voor de intelligentsia.
In de jaren ‘80 besloot Michael Gorbatsjov een andere strategie toe te passen, die uiteindelijk bekend kwam te staan als de ‘droge wet’. Alcoholconsumptie werd niet verboden, maar de hoeveelheid die verkocht mocht worden, werd wel sterk beperkt. Daarenboven werden er flinke accijnzen ingevoerd, waardoor de prijzen van bier, wijn en wodka enorm stegen. Die ‘vergissing’ luidde zijn einde in.
De groene slang, het Russische eufemisme voor alcoholisme, laat zich niet makkelijk verslaan. Bovendien beperkt de slang zich niet tot het proletariaat. Veel Russische topschakers hebben met het gevaarlijke beest te maken gehad. Tal was de bekendste, maar één van de meest dramatische slachtoffers was Alexey Vyzhmanavin.
Alexey was een jongen van de straat. Hij groeide op bij zijn drankzuchtige vader in een deprimerend appartementje in Moskou. Pas op zijn veertiende komt hij in aanraking met het schaakspel en is meteen verkocht. Zonder trainers maar met een paar schaakboeken moet hij zijn weg naar boven zien te vinden.
Zijn basis werd het Sokolniki-park waar veel sterke schaakmeesters kwamen. Daar was hij de absolute blitzkoning, snelheidsduivel was zijn bijnaam.
Later in zijn carrière werd hij door iedereen gevreesd om zijn blitz- en rapidcapaciteiten. Op zijn zeventiende was hij al een sterke kandidaat meester en een paar jaar later drong hij door tot de schaakelite van de Sovjet-Unie. Toernooisuccessen, eerst alleen in de Sovjet-Unie later ook daarbuiten, volgden. De weg omhoog leek eindeloos. In 1992 werd hij opgenomen in het Russische olympiadeteam dat moeiteloos kampioen werd. Zijn Elorating steeg tot 2620, destijds zeer hoog, en hij ging deelnemen aan de elitetoernooien. In Leon (1993) werd hij bijvoorbeeld tweede vóór Karpov, Topalov en Leko. Waar zou dit gaan eindigen?
Als jongeman ging Alexey het leger in om er acht jaar te verblijven. Zoals veel andere schakers dat deden, want daar in het leger waren volop faciliteiten om te kunnen schaken en was je van inkomen verzekerd. Maar in het leger verscheen ook ‘de groene slang’ in zijn leven, alcoholisme dus. De rest van zijn leven kampte hij met drie verslavingen, alcohol, gokken en schaken. Alleen als hij schaakte bleven die andere twee verslavingen enigszins op de achtergrond. Wanneer de zwart-rode vakjes van de roulette verruild waren voor de zwart-witte velden van het schaakbord, ging het goed met Alexey. Maar anders was het een aaneenschakeling van rampen en geldnood. Zijn vrouw heeft heel lang geprobeerd het huwelijksschip drijvend te houden. En toen gebeurde dit.
Het is 1994 en Vyzhmanavin neemt deel aan de Intel Grand Prix. Een serie rapidtoernooien in Moskou, Parijs, London en New York, georganiseerd door de Professional Chess Association (PCA, de organisatie concurrerend met de FIDE) en gedoteerd met grote geldprijzen. Het was de aflevering in Moskou met een indrukwekkende line-up: Kasparov, Anand, Kramnik, Ivanchuk, Shirov, Kamsky, Short, Adams, Timman en Kortsjnoi. Zij kregen een persoonlijke uitnodiging. Vyzhmanavin kwam erbij via een kwalificatietoernooi. Na overwinningen in het knock-out toernooi op Shirov en Kortsjnoj, trof hij in de halve finale Kramnik. De twee rapidpartijen eindigden in remise en de Armageddon moest de beslissing brengen. Vol zelfvertrouwen koos Alexey wit.
Uiteindelijk kwam deze stelling op het bord met meer tijd voor wit, Alexey dus. In deze gewonnen stelling boog Vyzmanavin zich naar voren. Er werden handen geschud, maar aan de ogen van Kramnik zag Alexey dat hij iets heel doms gedaan had. Remise aangeboden, omdat hij in een vlaag van zinsbegoocheling even dacht dat remise voldoende was om door te gaan, terwijl in een Armageddon zwart genoeg heeft aan remise en wit juist moet winnen. Kramnik door naar de finale waar hij verloor van Anand.
Zijn vrouw zag dat de black-out hem vermoordde, een groot aantal jaren van hem wegnam. Er volgden nog een paar toernooisuccessen maar de neergang was ingezet. De alcoholverslaving verergerde en zijn vrouw deed de laatste wanhopige pogingen om hem overeind te houden. Het was echter onhoudbaar en in 1996 scheidden ze. Ze vertrok uit zijn leven en nam hun dochtertje mee. Hij stopte met schaken en trok zich helemaal terug. Op 7 januari 2000 werd hij levenloos gevonden in zijn appartement. Hij was al zes dagen dood. Hartaanval, de gebruikelijke formele doodsoorzaak als de arts geen tijd had voor onderzoek. Slechts 39 jaar oud geworden. Een enorm talent. Een gerijpte topgrootmeester, een kind in het dagelijkse leven. Opgegeten door de groene slang.
Mijn bron is het net uitgekomen boek Speed Demon, door grootmeester Dmitry Kryakvin. De compassie waarmee het boek geschreven is, de interviews met zijn schaakvrienden en zijn vrouw, het ontroerde me. Daarnaast is het boek stampvol schitterende partijen en partijfragmenten. Het geeft ook een kijkje in de harde Russische maatschappij, maar tegelijkertijd in de warme vriendschappen.
De minister van buitenlandse zaken van Rusland, Lavrov, heeft gezegd dat Rusland de oorlog in Oekraïne gaat winnen omdat Russen weten wat lijden is. Na lezing van dit boek denk ik dat het anders zit. Het is verdoofd lijden vaak met behulp van de groene slang, lijdzaamheid eigenlijk, in een kapotte samenleving.
Al het andere dan het godeneiland van Ed.
Wim Westerveld