Ruime nederlaag voor het tweede

Onze laatste competitiewedstrijd van dit seizoen was een derby. Over het algemeen wordt een derby in de schaakwereld redelijk rustig gespeeld. Er vliegen geen voorwerpen over de borden en de supporters van beide kampen fluisteren als ze iets te zeggen hebben.

Geen coach of assistent-trainer die zijn eigen aanhang toe hoeft te spreken, wat dat betreft is schaken een zeer beschaafde sport. Ja, er wordt weleens vals gespeeld, daar gaan we het misschien een andere keer over hebben.

Deze laatste wedstrijd stond er weinig meer op het spel dan de eigen eer. Beide teams konden niet meer degraderen en ook kampioen worden zat er voor niemand meer in. De, op papier, sterkste speler van ons team werd op het laatste moment gevraagd in te vallen bij team 1 en die plaats werd ingenomen door ondergetekende. Verder was de opstelling zoals vooraf door de teamcaptain was bedacht, die staat hieronder met de uitslagen en de persoonlijke verhalen. Erasmus had wit aan de oneven borden.

Bord 1: Ruud Neumeijer – Harry Stroosma. Pas geleden hebben wij ook tegen elkaar gespeeld, toen voor de interne competitie van Erasmus, nu dus voor de KNSB-competitie. Zwart kwam met voordeel uit de opening, maar wist niet door te drukken. Na het witte remisevoorstel dacht zwart lang na over een offer op de damevleugel, maar durfde het (blijkbaar) toch niet aan en accepteerde het aanbod.

Bord 3: Wim Posthumus – Hans Blokland Wim liet mij het volgende weten: Na de openingsfase ontstond een karakteristiek stellingsbeeld. Wit viel aan op de koningsvleugel, mijn tegenstander met zwart moest zich beperken tot verdedigen. Die verdediging was zo stug dat de aanval niet doorsloeg. De afwikkeling naar het eindspel had ik in tijdnood beter moeten doen. In dat eindspel dat gewonnen heeft moeten staan, echter verloor ik mijn twee zwakke pluspionnen. Zeg maar gerust knoeiwerk van mijn kant. In een inmiddels lege zaal, werd daarom om 18.30 uur tot remise besloten. En konden de stukken weer in de doos. 5½-2½ in plaats van 5-3.

Bord 5: Jaap van Meerkerk – Derk Brus. Mijn partij: de opening won ik, zijn stelling was gatenkaas. Mijn fout was mijn ongeduld. Ik zette te snel de aanval in en had eerst alle stukken in stelling moeten brengen. In het gelijkstaande eindspel maakte ik een fout door niet de b- maar de c- pion op te spelen om de zwarte pionnenmeerderheid af te stoppen. Daarna was het toreneindspel verloren vanwege vier zwakke pionnen.

Na 9. .. Le6 kwam deze stelling op het bord in mijn partij met wit. Tot nog toe geen fout gemaakt. Vervolgens deed ik de beste zet (volgens de engine): 10. Lxf6. Zwart kon kiezen besloot met de pion terug te slaan: 10. .. gxf6. Er volgde 11. Le2 Pc6 12. Ph4 Pd4 Ik gaf uiteraard een schaakje om de zwarte koning te ontregelen: 13. Lh5+ Kd7 Hoe daarna verder te spelen? Ik bedacht twee plannen. De engine is er niet al te duidelijk over. Maar ja, je zit achter het bord en dat is andere koek, zonder computerprogramma.

Uiteindelijk kwam ik in een gelijkstaande stelling uit, en dat was natuurlijk niet mijn bedoeling. Ik wil mijn voordeel uitbouwen. Maar hoe?? Dat ik uiteindelijk met een nul genoegen moest nemen heeft niets met deze stelling te maken!

Daan schreef het volgende over zijn partij Daan Gijsbertse – Menno van Beek op bord 7: Na een zet of tien maakte mijn tegenstander een fout. Hij plaatste zijn loper ongedekt op d6. Ik kon mijn paard offeren en won daar met een aftrekaanval zijn sterke loper en zijn f-pion voor terug. Naast een pluspion stond ik een stuk sterker, maar was de partij nog verre van uitgespeeld. Mijn tegenstander dacht daar anders over en legde zijn koning na 12 zetten om.

Karel liet het volgende na voor het nageslacht over de partij Brett Ramak – Karel de Neef op bord 8: Op een wankele, veel te lage en versleten campingklapstoel werd ons om notabene 14.00 uur in een claustrofobische ruimte vriendelijk verzocht – dat dan weer wel- om de klokken in werking te stellen. Met de neus vlak boven mijn als enige zonder vilt beklede schamele zwarte koning, besloot ik uit pure balorigheid en onderwijl binnensmonds verwijtende – en niet voor herhaling vatbare – aantijgingen murmelend, een ouderwetse – en volgens sommigen – dubieuze Scandinavische opening op het bord te deponeren. Deze zelden gespeelde – en als verrassingswapen te hanteren – opening stimuleerde in ieder geval een rustgevende geest en gedachten ter afscherming van de om mij heen hangende frustratie. Alleen het is net als met Croma, je moet er wel even bijblijven.

Het leidde al spoedig naar een bevredigend en gelijk opgaand treffen waarbij, na diverse onvermijdelijke slagenwisselingen een pionneneindspel met twee lopers op de witte velden resteerde. De meesten onder jullie kunnen het al raden, het werd weer eens een remise en ik spoedde mij spoorslags naar een uiterst copieus diner waarbij door de aanwezigen alvast het glas werd geheven op het aanstaande kampioenschap (van Feyenoord natuurlijk).

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in klasse 5H van de KNSB-competitie.

Ruud Neumeijer