Arno van Houten wint B-groep, Henk Ochtman C-groep
De interne competitie 2022-2023 van Schaakvereniging Erasmus is gespeeld! Wat was het weer spannend tot en met de slotronde van 27 maart.
Na een voorronde van 17 ronden speelden wij 11 finaleronden in drie competities. Een schets van de afloop ervan.
Finale A
In de A-finale (een groep topschakers van 8 spelers in een gesloten competitie) is de strijd om het clubkampioenschap gestreden en die leverde een overduidelijke kampioen op: Met 6 uit 7 werd Henk van der Velde de clubkampioen van het seizoen 2022-2023.
Henk zette met een overwinning op Armantos Tzanis in de slotronde de kroon op een voor hem geweldig verlopen schaakseizoen. Van harte gefeliciteerd, Henk! Een uitstekende prestatie. Je was al de boeken in gegaan als nieuw lid van onze vereniging en bekroont dit nu direct met een kampioenschap. Een mooier visitekaartje kun je niet afgeven.
Op de tweede plaats werd beslag gelegd door Aernout Markus en op de derde plaats zien we (voorlopig) onze clubkampioen Eric Hoogenes met 3½ punt. Eric zal niet echt tevreden zijn met één overwinning op zak, drie remises en twee nederlagen. Eric kan nog worden ingehaald door Jesus Canedo die nog een partij moet inhalen tegen Aernout Markus.
In deze groep is hard en fel gestreden. Elke partij tot diep in de avond en zelfs een keer tot middernacht, weet u nog, dat dame tegen toren en pion eindspel dat Eric zo fraai in tijdnood tegen Leo de Jager wist te winnen? Dat er dus niets cadeau is gegeven in deze sterke groep, waarin de krachtsverhoudingen elkaar nauwelijks ontliepen staat buiten kijf. Het schaakniveau van Erasmus in zijn geheel komt dat alleen maar ten goede. Voor Eric Hoogenes reden genoeg om te zinnen op revanche en ook voor alle A-finalisten reden genoeg om terug te kijken op veel interessante partijen.
Henk van der Velde – Armantos Tzanis
Op mijn (en dus ons aller) verzoek leverde Henk een partijverslag in van zijn slotpartij. Henk won de laatste ronde in een korte partij van Armantos. Hieronder is de partij inclusief zijn commentaar na te spelen.
Aernout Markus - Eric Hoogenes
Op de tweede plaats eindigde Aernout Markus met 4½ punt (en nog een partij te gaan!) en een mooie TPR van 2081. Ook Aernout schaakt pas in zijn eerste seizoen in onze interne en heeft zich geruisloos tussen de topspelers genesteld. Gefeliciteerd, Markus, je hebt een prima seizoen achter de rug!
Ik vroeg Aernout om zich nader aan ons voor te stellen in de vorm van een terugblik op zijn eerste jaar bij onze vereniging en om een partijverslag. Dat vond hij prima. Laten we hem nu zelf het woord geven: Mijn debuutseizoen bij Erasmus: Ik speel nu mijn eerste seizoen hier bij Erasmus, het is dan wel wat laat maar ik wil me even voorstellen. Dan weet je ook tegen wat je speelt.
Eerst nog even iets kort over mezelf: Ik heb 2 dochters van 3 en 5 jaar en ik ben nu samen met mijn vriendin een mediationpraktijk aan het opzetten na een eigen bedrijf te hebben gehad in de evenementenindustrie. Dat absoluut terzijde, want het privéleven van een schaker is totaal niet relevant. Het gaat om zijvarianten, penningen, en passant slaan, röntgenschaak en minor promoties. Veel boeiender 😊
Met schaken ben ik ooit begonnen in de jeugd van CSV (Capelle) nadat mijn vader Gerrit (lang lid van Rotterdam geweest) mij had aangestoken met het schaakvirus. Nadat ik zelf in Rotterdam ging wonen werd ik lid van RSR Ivoren Toren. Daar hadden we een leuke groep sterke spelers, veel van mijn leeftijd. Ik speelde zelf toen in het tweede team dat vooral speelde in de derde klasse KNSB. Ik nam ook jaarlijks deel aan het Open NK in Dieren evenals weekendtoernooien etc. etc. Ik heb toen echt heel veel geschaakt (maar beter werd ik niet haha).
Het was een mooie tijd maar toch heb ik het schaken op een laag pitje gezet. Waarom kan ik niet echt benoemen. Ik zal het houden op ‘andere interesses’. Ik heb ongeveer 10 jaar niet meer gespeeld bij een vereniging. Mede omdat mijn leven weer rustiger is (lees: kinderen schreeuwen wat minder hard en slapen gewoon) en ik het schaken ook gewoon miste besloot ik om het clublidmaatschap weer op te pakken. Ik woon inmiddels in het Kleiwegkwartier, niet ver van Erasmus dus. Daarbij zijn vrijdagavonden voor mij niet handig en bovendien schaakt Erasmus natuurlijk op een enorm hoog niveau.
Van mijn eigen niveau had ik eigenlijk niet heel veel verwacht. Ik had tot mijn eigen grote frustratie nooit de magische grens van 2000 gebroken (mijn hoogste rating ooit was 1999, geen grap) en had me erbij neergelegd dat ik zou sterven zonder deze ultieme mijlpaal te behalen.
Maar ik keek zojuist op de KNSB ratinglijst en wat denk je … 2024!!!! Ongelooflijk! Nu kan ik rustig met pensioen. Ik merk wel dat ik erg veel tijd nodig heb en het doorrekenen van stellingen kan ik niet meer zo goed als toentertijd. Rekenen doe ik dus niet meer en ik speel meer op structuur en ideeën, dat werpt blijkbaar zijn vruchten af.
Over Erasmus: Wat een goede speellocatie! Een mooie grote ruimte met veel lucht en ruimte, dat kan veel slechter. Bedankt aan iedereen voor een warm welkom en een spannend avontuur in de interne competitie. Gaaf trouwens dat ik weer mee ga doen aan het Watertorentoernooi (Lang lang geleden, toen nog in de Esch - bij de watertoren, heb ik dit toernooi al eens, zonder veel succes, gespeeld). Verder valt het me op dat Erasmus een actieve club is met vele leden die hun steentje bijdragen en toffe dingen organiseren. Dus aan allen: Ga zo door en ik hoop nog langer lid te blijven.
Jan de Korte - Leo de Jager
Leo vertelde: De vorige ronde speelde ik tegen Aernout Markus een partij waar ik in één zet van +5 naar -2 ging, en daar zal ik het verder dan ook maar niet over hebben. Naast me speelde echter Jan de Korte met wit tegen Jesus Canedo. Jesus speelt op e4 net als ik voornamelijk Frans. Dat was des te meer interessant omdat ik de volgende ronde (vandaag dus) met zwart tegen Jan speel. In de opening zat ik dan ook driftig mee te kijken wat Jan allemaal uit de hoge hoed toverde. Zoals inmiddels bij eenieder wel bekend bereidt Jan zich terdege voor op zijn tegenstander. Zelf pas ik mijn openingen niet aan en beperk ik me tot het nog eens ophalen van de te verwachten varianten.
Maar goed ook, want Jan had deze keer een compleet andere variant voorbereid. Helaas voor hem, toch met een klein lek. En dan bedoel ik niet dat zijn gambiet ongezond is, verre van dat. Als zwart niet adequaat reageert kan het heel hard de verkeerde kant (voor zwart) op gaan. Nee het lek is meer dat Dick Straathof me met dat gambietje de afgelopen jaren al een paar keer lastig gevallen heeft en ik zodoende inmiddels wel weet hoe de angel eruit te halen en een prettige stelling over te houden.
Finale B
In een ongekend spannend competitieverloop versloeg Arno van Houten in de slotpartij zijn naaste concurrent Pieter Sturm en eiste daarmee zijn terechte eerste plaats op. Arno, gefeliciteerd met dit fraaie resultaat!
Pieter Sturm, getooid met de hoogste rating der B-finalisten (1948), leek op weg naar een voorspelbare groepswinst en zag zich in de slotronde dus door wedstrijdleider Arno van Houten teruggewezen naar plek 2.
Maar wat dacht u van een Jan Smit met 4 punten op plek 3? Wie voorspeld had dat deze Jan ongeslagen zou blijven was voor een fabeltjeskrantlezer uitgemaakt. Niet gehinderd door de laagste rating (1679) van zijn groep zette hij wekelijks een degelijke partij op het bord en wist niemand hem echt pijn te doen (Rare uitdrukking, elkaar pijn doen, iets wat schakers elkaar nooit zeggen aan te doen. Zeggen... maar ondertussen.) Al was Cander daar bijzonder dicht bij in de laatste ronde. Omdat Jan altijd voor hetzelfde strijdplan kiest met zwart, zullen tegenstanders goed voorbereid zijn geweest. Jan liet zien dat het hem weinig kon schelen. Zijn openingsvarianten zijn kennelijk dicht genoeg en degelijk genoeg.
Cander Flanders - Jan Smit
Wat vindt Jan daar zelf van? Ik feliciteerde Jan met zijn mooie resultaat en vroeg hem om een terugblik. Jan reageerde: Dank je Jaap, voor al je mooie woorden. Ik wil daar niet teveel op afdingen, want ik had zelf ook niet verwacht dat het allemaal zo soepel zou gaan. Uiteindelijk wist ik één partij te winnen (tegen Pim Kleinjan, nadat ik in een vorig wedstrijdverslag werd beschuldigd van een poging om remisekoning te worden). Alle andere partijen eindigden weliswaar wel in remise, maar waren veelal niet saai.
Zo herinner ik me van mijn partij tegen Arno (remise in 17 zetten), dat ik tijdens mijn beurt steeds meer geconcentreerd raakte op het feit, dat mijn blaas nodig geleegd diende te worden. Intussen tikte de tijd voort en werd het dilemma steeds groter. Moest ik een snelle zet doen om mijzelf te verlossen van dit ongemak, of moest ik mij focussen op de partij? Inmiddels dacht ik al acht minuten na en werd het in mijn gedachten steeds vreemder, als ik dan ineens naar de WC zou gaan. In deze tijden zou dat al snel verdacht kunnen zijn. Een beetje bleek en met de eerste zweetdruppels op mijn voorhoofd deed ik toen toch maar snel (nou ja...) een zet en vertrok meteen daarop naar de gang. Grappig genoeg gebeurde iets dergelijks in de laatste ronde aan het bord naast mij, daar zei de speler gewoon dat hij in zijn eigen bedenktijd toch echt even naar het toilet moest, anders kon hij zich niet concentreren. Weer wat geleerd.
Mijn partijen tegen Jan Hoek van Dijke en Paul werden vrij regulier remise, tegen Remco wikkelde ik af naar een stelling met een pion meer, maar ongelijke lopers, ook dat werd remise. Mijn beste remise speelde ik tegen Pieter, ik stond eigenlijk erg goed/gewonnen (+5), maar vertrouwde zowel mijn ogen als de sluwe oude vos tegenover mij niet en bood remise aan. Heel laf inderdaad.
De remise tegen Cander was geheel andere koek. We speelden voor de derde plaats, die bij winst of remise voor mij zou zijn en bij verlies zou Cander mij passeren. Mijn openingsopzet mislukte behoorlijk. Ik had thuis nog even snel gekeken naar een partij van Olafsson, die tegen de vierpionnen variant van het Konings-Indisch een opstelling koos met c6, Db6 en Pa6, waarbij hij later zijn andere paard ook naar de damevleugel had verhuisd. Achter het bord zag ik even niet meer wat het idee achter Db6 ook weer was. Dat ging dus niet goed en Cander speelde het eigenlijk prima, steeds een +3 à +4 volgens Stockfish. Toen we na 20. Lc5 in de onderstaande stelling belandden speelde ik het ook al niet reddende 20. .. Lxh3.
Jan Hoek van Dijke - Paul Wilhelm
Jan reageerde op mijn verzoek om een partijverslag: Over onze partij valt niet zo heel veel te vertellen, naast dat Paul blijkbaar niet in vorm was. Al tijdens de opening ruilden we beiden een stuk af op de h-lijn, echter hij sloeg dat van mij met de g-pion met als gevolg een open g-lijn en een dubbelpion op de h-lijn, terwijl ik zijn stuk sloeg met mijn dame met als gevolg een druk op zijn koningsstelling, die nog verhoogd werd met het aanrukken van nieuwe stukken die naar f7 stonden te kijken waardoor ook een lange rokade geblokkeerd werd. En ondertussen stond ik al een pionnetje voor.
Paul probeerde het op een gegeven moment nog met een kwaliteitsoffer om wat meer spel te krijgen, maar dat leverde niet genoeg op. Ik denk dat je het gerust een typische ‘laatste ronde-match’ zou mogen noemen. Volgende week weer nieuwe kaarten met nieuwe kansen...
Finale C
Henk Ochtman eindigde met stip op de eerste plaats. Geen verrassing, maar je moet het natuurlijk als topspeler altijd maar weer waarmaken. Henk, gefeliciteerd met dit terechte resultaat. Henk scoorde een fraaie 8½ punt uit 11, in feite speelde hij 9 echte wedstrijden, 3 remises en 6 keer de volle buit.
Kiebron Yohannes - Henk Ochtman
Ik vroeg Henk hoe hij terugkeek op deze interne competitie en hoe zijn laatste partij tegen Yohannes Kiebron was waarin hij zijn eerste plek zeker stelde. Henk vertelde: Mijn leukste partij was tegen Harry Stroosma. Die partij is al gepubliceerd. Met een fraai paardoffer maakte Harry het lastig en was ik uiteindelijk blij met remise. Over mijn laatste partij kan ik kort zijn, want dat was de partij ook. Sla nooit op b2 maar dat deed ik dus wel. Ook in deze partij was ik niet ontevreden met de puntendeling.
Tweede met 7½ punt werd Wim Posthumus, die normaal gesproken altijd wel in één van de gesloten groepen speelt. Wim boekte vijf overwinningen. Op een piepkleine achterstand op weerstand, maar met precies dezelfde score van 7½ eindigen nóg drie spelers: Harry Stroosma, Kiebron Yohannes en Martin Rensen.
Harry Stroosma heeft een rating van 1695 en schaakte een prachtige TPR score van 1875 bij elkaar. Onze kwiekste senior speelde acht partijen, waarvan vier zeges en vier remises. Dus Harry, je hebt geen enkele - ja, je leest het goed, geen enkele - partij verloren! Een voortreffelijke prestatie, Harry!
Kiebron Yohannes, dit jaar lid geworden van Erasmus, wist vijf keer het volle punt binnen te halen, met als fraaiste wapenfeit de zege op Wim Posthumus. Een meer dan uitstekende binnenkomer bij ons dus! Gefeliciteerd, Kiebron. We moeten dus serieus rekening met je gaan houden.
Martin Rensen (1830, TPR 1975!) presteerde ook prima. Hij verloor slechts één partij en won vijf keer. Voorwaar geen kleinigheid.
Kijk hier voor alle uitslagen en de eindstand in de finalegroep A, finalegroep B en finalegroep C.
Jaap van Meerkerk