Me eens verdiepen in het Italiaans. Het was er nog niet eerder van gekomen. Het Hollands, Engels, Frans en Spaans waren al eens onder de loep genomen. En vroeger pakten we dan een boek, maar dat is wel erg old-school. Je moet dan toch een beetje in de tijd meegaan. Holistisch is tegenwoordig het toverwoord.
Tja, en dan zit er natuurlijk niets anders op het in zijn geheel ondergaan. Hoe leven en vooral leefden de Italianen, wat eten en drinken ze, wat doen ze graag, zijn die bergjes nu echt zo steil? Dat zijn natuurlijk belangrijke zaken om het Italiaans echt goed te kunnen begrijpen. En die onderdelen begrijp ik inmiddels wel, alleen die schaakopening… 😉
Schaak-Off donderdag 28 september
Aanstaande donderdag doet Erasmus al weer voor de derde keer mee aan de Schaak-Off. Een leuke en laagdrempelige manier voor niet-leden om kennis te maken met het schaaksport, maar natuurlijk ook gewoon een gezellige avond rapidschaken voor alle leden. Iedereen wordt op zijn of haar eigen niveau ingedeeld in poules van vier spelers. En er is nog ruimte om mee te doen! Kijk hier voor meer informatie over de Schaak-Off bij Erasmus of (alleen voor clubleden) schrijf je direct in bij Leo Verhoeven (secretaris@sv-erasmus.nl).
Blik op de stand
Na de derde ronde zijn er nog drie spelers met de volle score. Wim Westerveld en Andrzej Pietrow verwachten we daar natuurlijk, maar ook Arno van Houten heeft zich daar netjes tussen genesteld met een overwinning op Dick Straathof. Al heeft Arno vorig jaar natuurlijk wel gewoon de B-finale gewonnen! Direct daarachter is er een groep van zes spelers aangevoerd door Oscar Koppenens met een half puntje minder.
Inzendingen van de leden
En ook deze week weer een paar leuke inzendingen met dank aan Anton, Arjen en Ben die in de pen klommen.
Jan de Korte – Arjen Zuurmond
Arjen schreef: Bijna 20 jaar heb ik bij WSV InterNos geschaakt, waarbij ik mijn tegenstanders door en door heb leren kennen. Tegen sommige tegenstanders moet je beslist geen risico nemen, want dat komt je duur te staan. Tegen anderen moet je juist zo snel mogelijk ten aanval trekken, ook al lijkt dit niet helemaal juist. Andersom kennen de WSV’ers mijn spel natuurlijk ook veel te goed. Over het algemeen kende het spelbeeld de laatste jaren dan ook weinig verrassingen meer. Te vaak kwam ik thuis met het idee dat de partij ook schriftelijk afgedaan had kunnen worden en ik vind het dan ook leuk een nieuwe uitdaging aan te gaan bij Erasmus.
Na twee partijen tegen jeugdspelers (waarvan een misschien wel tegen een toekomstig grootmeester) mocht ik in de derde ronde aantreden tegen Jan de Korte. Het werd een boeiende partij. Na 1. b3 was ik eigenlijk al uit mijn theorie. Er gaat van deze zet echter weinig directe dreiging uit en ik schatte in dat als je maar logische zetten blijft doen, je het niet snel verkeerd doet. De partij werd dan ook rustig opgezet en bleef lang in evenwicht. Ik had wat moeite om te ontwikkelen en besloot lang te rokeren en ruimte te maken op de koningsvleugel met g5 en h5. Hierna zou ik via f5 een loper of paard kunnen activeren en wellicht de witte stelling binnendringen. Uiteraard wachtte Jan dit plan niet af en hij zocht spel op de damevleugel, waarna ik van plan veranderde en counterde op de damevleugel. Jan kreeg het lastig en moest materiaal geven. Mijn dame werd bijna ingesloten, maar toen ik die wist te bevrijden resteerde een gewonnen eindspel.
Anton van Berkel – Peter Weeda
Anton deed uitgebreid verslag: Ik mocht de degens kruisen met Peter Weeda, die na een tijdje afwezigheid gelukkig weer actief lid is. Ik had hem voorafgaand aan de wedstrijd laten weten dat ik wat aan het oefenen was geslagen via internet. Ik opende met 1. e4 en Peter besloot iets tegen te spelen dat ik vast niet had geoefend: hij speelde de CaroKann. Helaas voor Peter had ik ook dat een heel klein beetje ietsie pietsie enigszins in gering beperkte mate geleerd de afgelopen tijd.
Eén van de Youtube-leraren was zo enthousiast over een variant, dacht ik dacht: “Die ga ik uitproberen.” Peter volgde de variant netjes. Op een gegeven moment kon hij een pion slaan. Mijn instructeur vertelde dat de statistieken aantoonden dat bijna iedereen de pion slaat. Je kon een paardzet doen of een loperzet, maar dat werd zo weinig gespeeld dat hij daar geen aandacht aan besteedde in de les. En wat deed Peter? Wars van statistieken: hij deed eerst een paardzet en daarna een loperzet en vertikte het die pion te slaan. Hupla, Youtube-filmpje inclusief instructeur de digitale prullenbak in. Ik had geen flauw benul meer wat ik moest zetten.
Maar goed, ik begon maar met de pion te slaan die zelf niet sloeg. Stonden we weer gelijk. Na afloop nog even met die geslagen pion nagepraat onder het genot van een drankje: de pion gaf een zelf wel te willen doorslaan, maar hij kreeg orders van hogerhand dit niet te doen. Orders negeren zou betekenen dat hij de volgende wedstrijd niet mee zou mogen doen in Peters team. De concurrentie bij de pionnen is moordend: vele pionnen komen in aanmerking voor een basisplaats.
Even later in de partij deed ik een rare zet. Peter doorzag de valstrik waarmee ik zijn loper wilde vangen. Alleen het menselijk brein werkt soms een beetje tegendraads: sommige patronen zijn er zodanig ingesleten, dat je toch denkt dat een paard terugslaat ofschoon je net berekend hebt dat in dit geval de pion terugslaat met loperverlies. Ergo, Peter zag dat hij niet met zijn paard mijn paard mocht slaan en toch deed hij het. Ik sloeg met een pion terug, de loper kon niet meer ontsnappen en Peter gaf het op. “En ik heb het nog wel gezien.” Er is voor zoiets maar 1 oplossing: net voordat je wilt zetten, zetcontrole.
Karel de Neef – Ben Koppenens
Ben mailde: Ik speelde zwart en met f3 was ik niet echt bekend, dus ik dacht: centrum maar innemen dan. 6. .. e5 was eigenlijk te agressief en kostte me uiteindelijk een pion. Ik dacht dat ik wel op c2 kon slaan maar daar ontbrak de tijd voor. Na de dameruil dacht ik wel: tegen twee lopers met een pion minder gaat het zwaar worden. Tegen spelers met de sterkte van Karel kom ik in het eindspel dan vaak tekort. De tijd liep wel op in mijn voordeel dus dat was wel een klein voordeel.
14. .. Ke7 was blijkbaar een slechte zet, maar ik wilde niet rokeren en daarna f6 moeten verdedigen met mijn pion. Even later kon ik binnendringen bij de koningsstelling van wit, al werd dat niet echt gevaarlijk. Na nog wat afruilen kon ik met 26. Pxf2 ook de pion terugwinnen. Een paar zetten later bood ik remise aan en dat werd geaccepteerd. Volgens de engine was dat ook terecht. Ik was niet ontevreden met remise na toch wel een heel potje (bijna) een slechtere positie te hebben gehad. De hele partij is hieronder na te spelen.
Dat was het weer voor deze week. Kijk hier voor alle uitslagen en de stand van de voorronde van de interne competitie.
Frank van Zutphen