Goede overwinning voor het derde!
In de thuiswedstrijd tegen het sterke eerste team van Het Zwarte Paard Schiedam moest het er dan eindelijk een keer van komen: punten scoren. Broodnodige punten! Wat hebben we de afgelopen wedstrijden onterecht punten gemorst! Tuurlijk, het zat tegen.
Ja, hallo, dat roept Santiago Giménez ook na zijn zoveelste flopwedstrijd. Die kan de schuld ook een beetje afschuiven op zijn medespelers.
Over teamspirit bij ons derde team heb ik beslist geen klagen! We gaan er steeds voor. Opvallend was wel dat we een kwartier voor de wedstrijd als team met de wedstrijd bezig waren. Geconcentreerd, in het besef wat er op het spel stond.
De HZP-spelers hebben een opvallend ongelijke speelsterkte. De topborden kunnen zo mee in de eerste of promotieklasse. De overige borden zijn net als wij allemaal van het niveau 2e klasse RSB. Het kwam allemaal goed! Aan het einde van de avond konden we met 5½ punt naar huis. De eerste matchpunten zijn binnen!
Daniel van Loenen (2015)- Jaap van Meerkerk (bord 1). Jaap: Ik had gesloten Siciliaans voorbereid, op basis van enkele partijen op internet. Die opfriscursus is nooit weg natuurlijk, maar op deze schaakavond had ik er niets aan. Via 1. c4 probeerde ik via 1. .. Pf6 naar het Indisch te schakelen, maar Daniel koos voor een dubbelfianchetto. Ik besloot, zoals aangekondigd, direct flink tegenaan te gaan om te voorkomen dat mijn tegenstander mij rustig positioneel tegemoet kon treden. Maar Daniel gaf geen krimp en wist mijn drie pogingen de stelling naar me toe te trekken om zeep te schaken. Ik leverde een pion in, een tijdelijke dacht ik, maar van succesvol tegenspel over de a-lijn kwam het niet. Ik bleef een pion achter. Ook de poging de inktvis (paard dus) in mijn stelling te vangen doorzag de witspeler en de derde poging, een pionoffer in het centrum, was te vroeg. Ik overzag een dubbele aanval en was weer een pion kwijt. En daarmee het punt.
Bram de Knegt – Ronald Lemmen (1669). Aan bord 2 deed Bram het prima. Tegen een op papier sterkere tegenstander bereikte Bram, immer ongekend strijdvaardig, een gelijke stand waar geen muziek meer in zat. Op het moment dat hij remise wilde voorstellen was zijn tegenstander hem te snel af. En Bram accepteerde zijn voorstel. Prima resultaat, Bram.
Alexander Visser (1673) – Emil Verhoef. Bord 3: Emil scoorde het volle punt met de zwarte stukken. Ver weg in Frankrijk ontkwam ook hij niet aan mijn verzoek een partijverslag in te leveren. Vanuit Frankrijk zonder internet van mij een impressie. Het ging vanuit de Leeuwenkuil 20 zetten gelijk op, tot een paardvorkje een kwaliteit opleverde. Dit keer bleef ik in een toreneindspel overeind.
Vermeldenswaardig is nog dat mijn opponent de hele partij met een schaakstuk in zijn vingers bleef spelen, hetgeen mij zeer afleidde. Opzet of niet? De enige remedie die ik kon bedenken zonder hem erop aan te spreken was het zelf ook maar te gaan doen, dus af en toe was het net een kleuterklas. Mag dit eigenlijk wedstrijdleider?
Antwoord: Van mij mag je je tegenstander lekker nadoen, maar Emil bedoelt natuurlijk of dat afleidende gedrag van zijn tegenstander is toegestaan. Nee, dat is niet toegestaan. Je mag je tegenstander niet afleiden. Maar bewust of onbewust, afleidend gedrag moet je melden bij de arbiter (of wedstrijdleider, die er dan wat mee doet).
Je kunt het afleidende gedrag ook eerst even bij je tegenstander aangeven (als je zelf aan zet bent), maar officieel mag je niet praten tegen je tegenstander, en als die kwaad wil, kan hij dat op zijn beurt als afleidend gedrag melden bij de arbiter.
Lucian Mihailescu – Gerard Turkenburg (1544). Lucian scoorde aan bord 4 een vol punt. Knap, des te meer omdat zijn zelfvertrouwen een zetje nodig had, nadat ik hem twee borden hoger had ingedeeld.
Hans Schrumpf (1511) – Hans Brobbel. Hans aan bord 5 deed wat hem verwacht werd. Winnen. Ik was getuige van zijn mooie eindspeltechniek.
Daan Gijsbertse – Wilco van de Velde (geen rating). Daan aan bord 6 was eindelijk weer terug waar hij hoort: in ons team! Na een lange periode van afwezigheid wilde Daan graag een resultaat neerzetten. Dat had er alle schijn van, gezien zijn veelbelovende aanval. Daan trok helaas te enthousiast ten strijde en ‘vergat’ zijn werkloze torens op a1 en h1 erbij te betrekken. En moest het punt inleveren.
Marco Zwanenburg (1426) – Gerrit Boer (bord 7). Gerrit schreef: Een rustige partij, waarbij wit zich vooral op de verdediging concentreerde. Veel manoeuvres, met de aanval van zwart op de witte e-pion als kernpunt. Wit verdedigde goed, maar zijn stelling werd er niet beter op. Op de 24e zet had wit er kennelijk genoeg van, al dat geschuifel, en offerde de betwiste pion. Met de bedoeling van actiever tegenspel? Dat kwam niet, omdat hij mat in één over het hoofd zag. Zijn laatste zet werd à tempo gespeeld, terwijl hij zo veel tijd in de eerdere zetten had gestoken.
Cor van As – Dick Vons (1430) op bord 8. Cor vertelde: Ik kreeg van mijn tegenstander ruimschoots de kans mijn stukken op – voor mij – ideale velden te zetten, ik kon daardoor steeds druk blijven geven. Op mijn niveau wordt het dan moeilijk om steeds de goede verdediging te vinden. Uiteindelijk lukte dat niet. Met nog heel weinig tijd op de klok, gaf mijn tegenstander op.
Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in klasse 2B van de RSB-competitie.
Jaap van Meerkerk