De dodo is een uitgestorven vogel. Een vogel met kleine vleugels die niet geschikt waren om mee te vliegen. Het beest leefde in de bossen van het eiland Mauritius.

De komst van Nederlandse kolonisten en de dieren die ze meenamen, ratten en varkens, werd de dodo fataal. Het beest is waarschijnlijk tussen 1680 en 1690 uitgestorven en staat symbool voor de aantasting van de natuur door menselijk handelen.

Er zijn vele boeken over het dier geschreven en in Nederland was het dichter en schrijver Boudewijn Büch die de dodo en zijn lot onder de aandacht van een groot publiek bracht. Hoe het beest er precies uitgezien heeft, is niet helemaal bekend. In de afbeelding is de reconstructie weergegeven die in 2011 gemaakt werd.

Het Dodo-Indisch is een opening die, net als de dodo, geen vleugels heeft geschikt om er mee te vliegen. Maar wat het dan wel is en wat het dan wel heeft, zet mijn schaakvriend Foppe Jan Montsma in twee afleveringen voor u uiteen.

1. Raymond Liem en zijn experiment

door Foppe Jan Montsma

Een van de opmerkelijkste leden van het SGR (Schaakgenootschap Rijswijk) was destijds Raymond Liem. Tevens ook een van de sterksten. Hij is al lang geen lid meer en zijn spoor ben ik bijster, ook al omdat ik zelf al lang geen lid meer ben van het SGR. Hij schijnt in het Haagse nog wel rond te hangen, maar of hij nog actief speelt weet ik niet. Mij ontbreekt de energie om te proberen hem alsnog op het spoor te komen.

Hij was eigenzinnig. Maar niet ongeschikt. Dat vond ík althans. In zijn partijen toonde hij een opmerkelijk positioneel inzicht, waar ik regelmatig het slachtoffer van ben geworden. Die eigenzinnigheid bleek met name in een paar bizarre openingen waarmee hij, overigens niet in serieuze partijen, experimenteerde. Zo was zonder meer bizar wat hij noemde het Dodo-Indisch. Dat experiment kenmerkte zich door een uiterst simpel schema: alle witte pionnen op de derde rij, de volgorde waarin ze daar geplaatst worden maakt niet uit.

De tegenstanders, zwartspelers doorgaans, voelden zich geprovoceerd, niet serieus genomen door dit geschifte gedoe. Hun gebruikelijke reactie was begrijpelijk: de sloopkogel tegen die muur! Wit moet de slagen opvangen. Hij kan zich voorlopig slechts gedragen als een bokser die uitsluitend zijn dekking verzorgt en loert op de kans die hij krijgt wanneer zwart zijn troepen massaal te ver naar het front stuurt om ze daar om te laten komen in een massagraf.

De manier waarop Liem zijn geesteskind in het clubblad toelichtte en verdedigde had iets vermakelijks en intrigerends tegelijk. Want natuurlijk vermaakten wij ons met de flauwekul die hij ons voortoverde, maar tegelijk verbaasden wij ons over het stalen gezicht, de ernst en de bevlogenheid waarmee hij poogde de deugdelijkheid van zijn concept aan te tonen. Met een vasthoudendheid die exemplarisch is.

Bij die deugdelijkheid hadden natuurlijk vraagtekens kunnen worden geplaatst op grond van het feit dat Liem zelf geen serieuze externe partijen met zijn Dodo kon laten zien. Hij keek wel uit. Zou hij in een externe teamwedstrijd naar dit wapen hebben gegrepen, het zou hem wellicht een royement hebben opgeleverd. Nee, de Praxis seines Systems beperkte zich tot blitz en rapid. De serieuze toepassing liet hij aan anderen. Die niet stonden te trappelen. Ik was een van de zeer weinigen die zich voor dit veldwerk leenden. Hetgeen niet betekende dat er geen waardering bestond voor Liem’s Dodo.

Integendeel, men vond het verademend. Immers, het kan op clubavonden buitengewoon serieus toegaan. Aparte avonden worden belegd om de leden vertrouwd te maken met de nieuwste stand van zaken in de Najdorf. Na een hele avond zo’n ingehuurde IM te hebben aangehoord, zijn ze na twee weken de finesses weer kwijt. Daarmee in gunstige tegenstelling staat het Dodo-Indisch. Het doet geen appèl op beheersing van varianten, maar op gevoel voor humor. Dat is de belangrijkste verdienste van deze opening. Wie geen gevoel voor humor heeft, moet aan deze opening niet beginnen; hij weet er geen weg mee. Het wordt niks. De vraag is nu natuurlijk: kan het met gevoel voor humor met dat Dodo-Indisch dan wél wat worden?

Het valt te proberen.

Tot zover Foppe Jan en tot zover de eerste aflevering van het verhaal rond het Dodo-Indisch. In de volgende en tevens laatste aflevering verhaalt Foppe Jan met gevoel voor humor over een Dodo, nu ja zijn halve Dodo, met in de hoofdrol niemand minder dan de roemruchte Lex Jongsma.

Wim Westerveld