Het zonnetje schijnt, het voetbalveld ligt erbij als het spreekwoordelijke biljartlaken. De aanvoerder van het thuisspelende team zet aan voor een dribbel. Dwars door het midden slingert hij zich als een balletdanser langs uitgestoken benen en wanhopig graaiende armen en bereikt de rand van het stafschopgebied. Hij houdt even in en maakt zich klaar om uit te halen.
Dan schalt de stem van Hugo Walker* door het stadion. Komt dat schot …… GOAL!!! Het stadion stampt, het stadion zweet, de supporters raken in een extatische roes. Een droom.
Zo kan het gaan, maar even zo vaak eindigt zo’n beloftevolle aanzet op de paal, naast de goal, hoog over de lat of nog erger, in een regelrechte blooper: een struikelpartij en een lullig rollertje. Zonder doeltreffende afronding leidt al het moois dat eraan voorafging tot frustratie en wordt vergeten.
Daar moest ik aan denken toen ik recent iets schitterends bijna aan de oppervlakte bracht en op het moment suprême verzaakte. Niet op het voetbalveld, maar op de 64 velden. Toen ik erover nadacht, realiseerde ik me dat dit geen incident was maar iets dat me vaker overkomt. Een elegante aanloop die eindigt in een onhandige schuiver. Waaraan dit te wijten is? Mogelijk aan mijn beperkte rekencapaciteit. Ik las eens dat de grootmeester zich van het gewone klootjesvolk onderscheidt doordat hij twee zetten diep zuiver kan rekenen. Twee zetten maar?, dacht ik aanvankelijk. Maar bij nader inzien realiseerde ik me dat zoiets helemaal niet meevalt in een stelling waar alles op haren en snaren staat.
Het kan ook zijn dat ik te materialistisch ben. Als ik al wat geofferd heb, piept een bang stemmetje in me: “Moet het nog meer zijn? Want denk eraan, dan is er geen weg meer terug.” Als het me overkomt en ik zie later wat ik gemist heb, dan heb ik daar nog dagen last van. Erger nog, het blijft me bij als een kras op mijn schakersziel.
Nu wilt u, beste lezer, natuurlijk weten: waar heb je het over? Goed dan, maar ik zal me beperken tot de droefenis top drie uit de verzameling hele en halve missers. Al was het maar om niet alle littekens open te hoeven trekken.
Op drie: Wim Westerveld – Roy Dieks, Leiden 17 september 1969
Een jeugdzonde, ik was 19, en een heel pijnlijke. Correct stukoffer gebracht en even later had ik het eenvoudige maar ook fraaie doelpunt op mijn schoen. Ik trof echter met g6 keihard de paal, terwijl het torenoffer op h7 mat in zes was. Het was RAG de Graaff – hij is helaas niet meer onder ons – die me met mijn neus op de onweerlegbare feiten drukte. Materialisme en gebrekkig rekenen zat er van begin af aan al in blijkbaar. Kijkt u even mee?
Op twee: Pim Ghijsen - Wim Westerveld, Bad Sooden 27 mei 2017
Een seniorentoernooi in Duitsland. Correct inleidend stukoffer. Heel lang heb ik op (het winnende) d4 zitten rekenen, maar ik kwam er niet uit. Ad van den Berg - ook hij is niet meer onder ons - was er ook, net als bij mijn ongeluk in Leiden bijna 50 jaar eerder (zie hiervoor). Nadat ik het stukoffer had gebracht, zei hij in het voorbijgaan d4! tegen me. Ad zou geen moment geaarzeld hebben. Enfin, de slaap kon ik die nacht niet vatten en half sluimerend vond ik de oplossing: La6!. Zo’n diagonaalwissel zie je al gauw over het hoofd. Eeuwig zonde.
En op één: Wim Westerveld - Pieter Sturm, Rotterdam 25 maart 2024
Hier heb ik nog het meest spijt van, maar tijdens de partij was ik me nergens van bewust. Pas de volgende dag liet de computer me zien wat een fantastische afronding van een spectaculaire inleiding ik gemist had. Een dame-offer dat in alle varianten groot tot winnend voordeel geeft. Wat is het schaakspel toch prachtig en wat erg is het als je die schoonheid niet op waarde weet te schatten. Zie wat Caïssa voor me in petto had.
En zo, beste lezer, heeft u weer eens kunnen zien hoe mooi en beestachtig moeilijk dat spel van ons is. Dat geldt overigens ook voor voetballen. Als het allemaal zo eenvoudig was, zouden we nooit de schoonheid ervan kunnen ervaren. Of het nu het onmogelijke doelpunt van Marco van Basten was tegen Rusland in het EK van 1988 of die onsterfelijke partij van Kasparov tegen Topalov in 1999.
Het is de paradox van moeilijkheid die schoonheid vervult, maar vaker nog in de weg staat.
Wim Westerveld
* Hugo Walker (1933-2015) was een voetbalverslaggever bij Sport in Beeld, het latere NOS Studio Sport. Zijn uitspraak: Komt dat schot! (waarbij het woord schot zo lang werd uitgesproken als de bal onderweg was) maakte hem bij velen legendarisch.