Twijfel is het begin van wijsheid (Descartes)

‘Het volgende deel van ‘Briljant en verblind’ gaat over een enigszins vergelijkbaar tragisch geval, een schaakgenie van onze tijd dat zich in propagandistische dienst stelde van een agressieve mogendheid.’

Zo eindigde mijn artikel over Klaus Junge, Briljant en verblind.

Om dat artikel over Junge voor te bereiden maakte ik een afspraak met Dirk Goes. Jaren geleden schreef hij een mooi stuk over diezelfde Junge. En wellicht zou hij me kunnen helpen aan informatie over Sergey Karjakin, naar mijn idee de hedendaagse tegenhanger van Klaus Junge. De afspraak vond plaats in het Max Euwe Centrum (MEC). Veel stak ik daar echter niet op over Karjakin, wel ontstond daar het besef dat ik mogelijk op het verkeerde spoor zat.

Wat ik vóór dat bezoek aan het MEC van Karjakin wist, had me op de gedachte gebracht dat hij net zo ideologisch verblind is als Junge was. Een uitgesproken en luidruchtig propagandist van Poetin immers, die op alle mogelijke manieren de inval van Rusland in Oekraïne steunt. Nazi’s zouden in Oekraïne de dienst uitmaken en dat heeft hij bij herhaling rond gebazuind. Daar is het niet bij gebleven. In militaire uitrusting verscheen hij in de bezette gebieden van Oekraïne en gaf daar simultaanséances voor de soldaten.

Ook organiseerde hij in Moskou rijkelijk gedoteerde toernooien waaraan, mogelijk nolens volens, ook enkele Russische spelers meededen die aanvankelijk de inval veroordeelden. Zelfs een topgrootmeester uit het Westen, de Spanjaard Paco Vallejo Pons, wist hij met grof geld te verleiden. Karjakin is voor een half jaar geschorst geweest door de FIDE maar toen FIDE-president Dvorkovitsch eenmaal herbenoemd was, kon Karjakin verder ongestraft zijn gang gaan.

In de hoop wat meer over zijn achtergrond te weten te komen, schafte ik het boek ‘Sergey Karjakin: Best Games of the Minister of Defence’ aan, geschreven door Alexander Kalinin.

Een mooie partijverzameling, daar niet van. Maar het biografische deel was een teleurstelling. De Wikipedia pagina van Karjakin geeft heel wat meer informatie. Kort samengevat: geboren in 1990 op de Krim in Simferopol; op zijn twaalfde grootmeester (toen de jongste ooit); lid van het goud winnende olympiadeteam van Oekraïne in 2004; deed daarna nog tweemaal mee met het olympiadeteam van Oekraïne; won in 2009 het Corus Chess Tournament voordat hij in dat jaar de overstap maakte naar het Russische staatsburgerschap en de Russische schaakfederatie; daarna vertegenwoordigde hij Rusland in vijf olympiades; in 2016 verloor hij nipt van Carlsen in de match om het wereldkampioenschap (in de tiebreak); zijn carrière eindigde voorlopig(?) in 2021 met een tweede plaats in de Chess World Cup; daarmee plaatste hij zich voor het kandidatentoernooi in 2022; zijn schorsing verhinderde echter deelname; Karjakin weigert sindsdien te spelen als dat niet onder Russische vlag kan; in juni 2024 verdween Karjakin uit de ratinglijsten van de FIDE; Karjakin woont tegenwoordig in Moskou met zijn vrouw Galiya Kamalova en hun twee zonen.

Het enige dat het boek van Kalinin me kon vertellen over de manier waarop Karjakin in het leven staat, was de enigszins verhulde kritiek dat zijn ‘publieke leven’ na zijn verloren match om het wereldkampioenschap een hernieuwde poging om het hoogste te bereiken mogelijk in de weg zou staan.

Enfin, terug naar Dirk Goes en mijn ontmoeting met hem in het prachtige nieuwe onderkomen van het MEC. De ontvangst was allerhartelijkst en we – Gert Timmerman vergezelde me – werden vergast op een mooie rondleiding. Andere informatie over Klaus Junge dan de twee boeken die ik van Gert had gekregen, had Dirk echter niet. Gaf niets, ik had inmiddels ruim voldoende materiaal om het artikel over Klaus te kunnen schrijven. Op mijn vraag naar informatie over Karjakin troonde hij me mee naar het kantoortje van de manager van het MEC, Jeroen van den Berg, tevens directeur van het Tata Steel Tournament.

“Tja, Karjakin. Die is schatrijk geworden samen met zijn vriendje Radjabov. Voor het geld hoeven die twee niet meer te schaken”, zei Jeroen. En op mijn verbaasde blik voegde hij eraan toe: “Met bitcoins!” En hij vervolgde met de opmerking dat ik maar eens aan Sosonko moest vragen hoe dat toch zit met die Karjakin. “Genna weet alles, hij leest al die Russische websites.” We hadden het nog even over de toernooien die Karjakin in Moskou organiseert en Jeroen beaamde dat de lijst van (Russische) spelers die zichzelf diskwalificeren voor deelname aan de Tata Steel Chess Tournaments almaar langer wordt.

Na wat ik van Jeroen hoorde, had ik eigenlijk al kunnen weten dat Karjakin vergeleken met Junge uit ander hout gesneden is. Desondanks wilde ik het idee nog niet opgeven en toen ik even later Paul van der Sterren tegen het lijf liep, vroeg ik hem of hij niet een ontmoeting met Sosonko wilde arrangeren voor hemzelf en mij. Sosonko kende ik tenslotte niet persoonlijk en waarschijnlijk wist hij niet wie ik was. Dat wilde Paul wel. Er kwam snel bericht. Sosonko wist wie ik was, las mijn stukjes op Schaaksite, en we waren welkom.

Donderdag 22 augustus werd een ontmoeting om niet snel te vergeten. Hoe dat ging en hoe de twijfel over mijn idee omsloeg in wijsheid kunt u binnenkort lezen in de slotaflevering van ‘Briljant en verblind’.

Wim Westerveld

PS Het schitterende einde van de match Carlsen-Karjakin om het wereldkampioenschap (2016).

50. Df4-h6!! 1-0