Herinnering aan een goede man en een verschrikkelijke tijd

Op woensdag 30 oktober 2024 is een Stolperstein gelegd voor het huis waar Efraïm de Haas laatstelijk in vrijheid woonde.

Hij was onder meer secretaris van de Nieuwe Rotterdamse Schaakvereniging (N.R.S.V), een van de aan SV Erasmus voorafgaande verenigingen. Dat is de reden op deze plaats een herinnering te schrijven. Als opvolgende vereniging mogen we hem dankbaar zijn.

Efraïm de Haas werd in 1907 lid van N.R.S.V. Hij was toen 20 jaar. Hij trouwde in 1913. Het echtpaar kreeg drie kinderen, Simon, Mozes en Jacob.

In 1927 werd hij schaakverslaggever bij de NRC en secretaris van N.R.S.V. Aan het door Peter Bulthuis geschreven boek ‘De Rotterdamse Variant’ ontleen ik dat Efraïm de Haas in 1934 wist te melden dat N.R.S.V. in 1906, bij het twaalf en halfjaarlijkse bestaan, ongeveer 50 leden telde welk aantal in 1919 bij het 25-jarig bestaan was opgelopen tot 110. Dat deze groei zich in 1934 niet had voortgezet kreeg van hem de volgende verklaring: “In onderscheiden stadsgedeelten, tot de buitenwijken behorende, verrezen nieuwe schaakverenigingen. Verder was er de economische crisis die nu ook al enkele jaren ons land teisterde.”

N.R.S.V. was een zeer sterke vereniging. Efraïm de Haas behoorde niet tot de absolute top. Maar ik heb het bij die top dan ook over de grote namen van Max Euwe, Salo Landau, Daniël Noteboom, Frits Böttcher en mr. G.C.A. Oskam. Efraïm zat daar qua schaakniveau maar vlak onder. Wel hoofdklasser, meesterklasse KNSB nu. Maar hij staat vooral bekend als een gewone en bescheiden man.

Efraïm de Haas moest helaas getuige zijn van de opkomst van nazi-Duitsland met de daar heersende Jodenhaat. Hij moet bij de Duitse inval hebben geweten dat er hem en zijn gezin verschrikkingen wachtten.

Nederland capituleerde op 15 mei 1940. Toen maakte zoon Mozes een eind aan zijn leven, zoals velen door de omstandigheden…

In korte tijd werd het leven voor Efraïm de Haas onmogelijk gemaakt. Werk werd hem verboden en hij werd zelfs op last van de bezetter ontheven van zijn functie als secretaris van N.R.S.V. Dat was in september 1941.

Wat mij opvalt, is het vrij korte tijdsverloop tussen het begin van de bezetting en de tegen Efraïm en andere Joden genomen maatregelen, dus zelfs tot in het verenigingsleven toe. Aan de hand van het bevolkingsregister moet daaraan hard zijn gewerkt. Dat is een bedroevende constatering.

In augustus 1942 werd Efraïm de Haas te werk gesteld in Rijkswerkkamp De Vanenburg. Van huis en haard beroofd dus. Via Westerbork kwam hij in Auschwitz terecht waar hij op 22 oktober 1942 werd vermoord. Een van de miljoenen. Niet te geloven, zo verschrikkelijk.

Als poging tot een positief slot.

Ik denk dat Efraïm de Haas een tijd van het leven heeft kunnen genieten, waaronder van het schaakspel. Een mooie voetnoot is dat de algemene ledenvergadering van N.R.S.V. hem bij zijn ontzetting als secretaris tot erelid heeft benoemd. Een blijk van grote waardering en van bescheiden verzet.

Leo Verhoeven

PS: Ik heb geput uit de informatie op www.joodserfgoedrotterdam.nl, Over Efraïm de Haas en ‘De Rotterdamse Variant’ van Peter Bulthuis. Wat ik niet heb ingezien maar hier ook moet worden genoemd is het in 1947 verschenen boek ‘Partij verloren …’ onder redactie van L.G. Eggink en W.A.T. Schelfhout. Bulthuis noemt dat boek vooral een indrukwekkende afscheidsgroet aan de Joodse clubschakers (veel meer dan 100) die in de oorlog werden vermoord, waaronder Efraïm de Haas. Om er ook nu stil van te worden.