Gemak

Uw verslaggever van deze ronde moest wegens enig ongemak een bye nemen. On-gemak?

Gemak? Zeg het tien keer hardop en je lijkt een dier. De betekenis van het woord verdwijnt naar de achtergrond, het geluid, de klank blijft over. Al gauw lijk je een gans. Mijn docent Nederlands liet ons om beurten het woord deur 10 keer zeggen. Het effect op de aanwezigen was hilarisch. Oké, gemak dus. 22 synoniemen tel ik.

Ik moest er in ieder geval een beetje teveel gebruik van maken, die avond. De avond van het gemak, voor mij dan. Terwijl ik jullie er in mijn verbeelding ongemakkelijk zag bijzitten, met een diarree aan zetten om uit te kiezen. Verslag doen tijdens mijn ongemak en van dat van jullie gaat net even wat anders.

Daarom geeft uw andere verslaggever, Frank van Zutphen, een impressie van het begin van deze ronde. Hij vulde aan: Een lang introductiepraatje van mijn kant deze maandag. Allereerst was het leuk om David Renger na enige tijd weer te mogen verwelkomen. En hij was het nog niet verleerd met een remise tegen Kees Schrijvers! En daarnaast deed ik nog een laatste oproep voor het mentorschap en voor het meedoen aan de schaaktraining georganiseerd door Kennemer Combinatie. Beide gaan vanaf volgende week starten!

Vooruit?

Journalist aan een opschepperige schaakgrootheid: “Hoever denkt u vooruit, meneer Suikertaart?” “Als ik genoeg tijd heb, ééntje!” “En, hoeveel u, meneer het wonderkind Samuel (niet de Bijbelse natuurlijk, want daarvan zijn er twee) Reshevsky?” “Altijd één zet verder dan mijn tegenstander!” Gevatte antwoorden van zowel Johannes Zukertort (u weet wel, hij speelde de eerste officiële WK match tegen Wilhelm Steinitz in 1886) als van Samuel Reshevsky, Amerikaans schaakwonderkind (1911-1992). En uiteraard compleet buiten de waarheid. Hoe leuker des te liegt ie, zullen we maar zeggen.

Slechts een kleine greep uit veel leuke en boeiende verhalen in de laatste uitgave van SchakenNL, met een kleine aanpassing mijnerzijds dan. Verderop meer uit dit schaakblad.

Puzzels … brrr

De laatste keer dat ik een gewone puzzel oploste was halverwege de vorige eeuw. Nou, net daarna dan. Zonde van de tijd, dat puzzelen. Vooral legpuzzels. Wat een zinloze tijdverdrijving. En dan die figuren die zeggen erdoor tot rust komen. Ik plaats die lui onmiddellijk in categorieën oplopend in mate van risico: ‘hoofd leegmakers’ (tijdens strandwandeling in guur weer), wellness activity (balanszoekers die aan zichzelf werken in luxe hotels met, nóg erger, haute cuisine na afloop) en engerds in een luxe zoektocht naar diepe liefdes voor onpeilbare dieptes van mysteries van het leven (via de massaal aanbeden Tantra-hype).

Zonder puzzels wordt verveling een probleem. Kruiswoordpuzzels, met de klemtoon uiteraard op kruis, vergroten tenminste nog je woordenschat. Ook deze bezigheid beschouw ik als een vul-maar-in-bezigheid, maar heeft in ieder geval enig nut. Schaakpuzzels komen er bij mij beter vanaf. Die probeer ik bij aantreffen soms zelfs óp te lossen. Maar pas op, ze kosten doorgaans veel tijd. In ieder geval méér dan je later toegeeft. En voor je het weet, kijk je stiekem bij de antwoorden op pagina 82 van SchaakNL. Een écht leuke (puzzel) trof ik aan op pagina 66. Erboven prijkte ‘Wat weet jij van het NK?’ En dat moet je mij niet vragen! De vraag stellen alleen al. Pff.

10 vragen

Nou, wat wist ik er nog van? Natuurlijk nogal weinig! Ik volg NK’s nauwelijks en dat vind ik sneu. Met dat gebrek loop ik niet te koop. Een Guilty Shame zogezegd. Slechts een handvol edities bezocht ik als toeschouwer. En ja, dan volg je daarna als vanzelf de rest van het toernooi ook met meer dan normale aandacht. Die puzzel los ik wel effe op, dacht ik. 10 vragen over het NK. En zo ontworpen dat vooral de sadist die ze bedacht voorpret had. Voorpret over de kwelling waaraan hij je onderwierp. Hij zocht zich een hoedje in alle overzichten, scores, tabellen over de jaren heen. Vond namen, googelde door en door en kwam op onvindbare webpagina’s. Ja, zó kan ik het ook.

Al ras ontstond bij mij een mentale strijd tussen het vinden van een smoes (om mijn afhaken te verklaren) en de motivatie om door te ploeteren. Ik koos voor ploeteren. Logisch. Dat kleeft een beetje aan me, dat doormodderen. Zelfs toen mijn kleinkinderen hoorbaarder en dus irritanter om meer aandacht vroegen, en die terechte eis met kussens gooien kracht wisten bij te zetten, raakte ik los van alle realiteit en vocht me met de moed der wanhoop naar een goede afloop.

De kleintjes hadden de afgelopen nacht bij ons doorgebracht vanwege een studiedag. Nee, niet voor zichzelf natuurlijk, malle, maar voor hun léérkrachten, ervan uitgaande dat ook leerkrachten hun werk serieus nemen (lees: Maar waarom potjandosie studeer je niet in je eigen tijd?). Oké, studiedag dus. De lessen worden er vast beter van… Al hoor ik mijn schoondochter, na het zoveelste toneel-, tuin-, dans- en herfstproject geregeld roepen: “Wanneer is het weer eens tijd voor ’t Kofschip?” Op de school van mijn kleinkinderen regent het vaak. U voelt hem al aankomen … van de studiedagen.

Halverwege die NK kwelling kón ik serieus niet verder en zocht enige hulp van boven. Die kwam niet. Mijn echtgenote op de slaapverdieping heeft trouwens niks met EK’s en zéker niet met die van schaken. Toen viel me binnen dat er ook cijfertjes in diverse hokjes stonden. En kon ik met een aantal goede antwoorden aan de slag. Loek van Wely had ik gelijk goed en ook Viktor, bijgenaamd de Verschrikkelijke. Die verdomde puzzel had me nu echt in de greep. Ik moest en zou die antwoorden vinden! En dus spiekte ik voor de laatste vier antwoorden bij Google, vond deze actie zo sneu dat ik voor mijn gevoel al op een 4-0 achterstand halverwege de tweede helft stond.

Opa! Je zou toneel doen! Ja tuurlijk, ik kom zo! Tot mijn opluchting bracht de zoekmachine uitkomst, al combineerde ik me toch nog een hoedje. Na een half uurtje ontbrak er nog slechts één antwoord! En kon me dé oplossing niet meer ontgaan. Baf! Baf! Nu vlogen er toch echt enkele serieuze kussens de kamer rond. Erdoor opgejaagd vulde ik, kussens ontwijkend, de laatste letters bijna onleesbaar in. De oplossing bleek … en lees niet verder als u de puzzel toch liever zélf wilt oplossen … Eddie Schol. Wel bloemetjesbehang nog an toe!, klopt niet! Nog één letter.

“Hoe lang dúúúúrt het nou nog, zit je nog steeds aan die puzzel, we zouden toch … !” klonk het inmiddels dreigender. En ook nog eens van dichterbij. Ja wij hebben de 50 bijna volgemaakt. Dus het kón nog wel eventjes, schatte ik in. Met dank aan Goegeltje vulde ik trots de laatste letter in. Een el. Eddie Scholl, Nederlands kampioen schaken uit 1970. Stom! Ja natúúrlijk, Eddie Scholl! (Eerlijk is eerlijk, geef het maar toe, u had vast geen idee. Op Wim na dan. En Pieter. En Karel, en nog wat mastodonten.)

Waarom is zelfs déze puzzel irritant? Welnu, deze bleek nogal verslavend, uitdagend, en confronterend tegelijk. Bovendien, vergeet het schaderisico niet. Die (puzzel) is je huwelijk en je kostbare lamp, beide net niet getroffen door de gesuggereerde rampspoed, net niet waard. Tenslotte: Lees vooral ‘Voor het donker thuis’ over jeugdschaakvereniging Op Eigen Wieken. En speel de prachtige partijen van ‘Briljant ver vooruitdenken’ lekker na. On the board natuurlijk.

Tergende ergernis

Laten we de kleurrijke afbeeldingen op bladzijde 64 en 65 in SchakenNL nog eens wat beter bekijken. Niet iedere schaker is van dergelijke stukken gecharmeerd, dat even daargelaten. Vandaar: kleurrijk. Schaaksets met in hout gesneden exotische schaakstukken, op fraaie houten borden. Een spel met sierlijke vogels, een set met dieren uit de Afrikaanse fauna, tenslotte stukken met de Afrikaanse stammen dwars door landsgrenzen heen. Drie houten borden dus ook. Geen gewone, maar sierlijk handsnijwerk.

Tergend jammer dat op twee borden de stukken verkeerd staan opgesteld! Ik moest direct aan mijn vorig seizoen overleden schaakvriend Pim Kleinjan denken. Wat kon hij zich daar druk om maken, hij vond het bij het tergende af. En terecht. In films, in etalages, en nu dus zelfs op de heilige grond van hét tijdschrift voor schakers: SchakenNL. Pim liep eens boos een winkel binnen na het aantreffen van deze blunder en stak daarmee zijn opvoedende taak als schaker niet onder stoelen of banken. Pim legde het uit, waarop de verkoper de stukken direct ‘recht’ zette! Geen gezicht toch, vindt u ook niet, als je met zwart Konings-Indisch moet spelen met een fianchettoloper op een wit veld?

En dan nu de bijdragen van onze leden

Met, op volgorde van inleveren, dank aan: Ruud Neumeijer, Bram de Knegt en Martin Rensen.

Ruud Neumeijer – Frank van Zutphen

Ruud vertelde: We starten dit verslagje vanuit deze stelling, zwart had net 10. .. h6 gespeeld. Wat hier te doen? Er waren drie keuzes:
– Het paard slaan, heb ik niet serieus overwogen.
– Loper terug naar e3, is mogelijk maar daar doet ie niets…
– Loper naar h4, houdt de penning vast. Maar wat te doen als g5 wordt gespeeld, loper naar g3 en wat gebeurt er dan?

Die laatste zet vertrouwde ik het meeste, op g3 stond de loper gedekt, kreeg ik een open torenlijn en werd de koningsstelling van zwart er niet beter op.

Heel veel later in de avond, kwam de tegenstander van mijn buurman naar me toe en zei: “Wat een boeiende stelling hadden jullie. Maar daardoor kwam ik wel in tijdnood. Ik zat te kijken en Dick was aan zet. Maar ik was vergeten mijn klok in te drukken.” Haha, dat zijn de anekdotes waar ik wel van hou. Jan vond dat ie er geen nadeel van had ondervonden, dus dan kun je er achteraf ook best om lachen.

Bram de Knegt - Ruurd Ouwehand

Bram nodigde uw verslaggever uit mijn eigen commentaar erbij te verzinnen. Wat was de reden hiervan, spookte er door mijn hoofd. Vooral toen bleek dat de witspeler zelf al commentaar bij de zetten had verzonnen. Ik reageerde naar Bram toe dat dit dan wel op eigen risico was, ervan uitgaande dat hij vast wel wat steekjes had laten vallen. Nieuwgierig geworden speelde ik de partij na. Toen werd het me duidelijk. Een briljant slot. Toegegeven, Bram kreeg enkele riante assists van een zwarte onrustige loper.

Oké Bram, ik bedenk mijn eigen commentaar. En ga natuurlijk naarstig op zoek naar jouw blunders… om je daarna flink aan te pakken (met behulp van de computer, want anders kost me dat veel teveel tijd).

Op zet 17 had zwart vrijwel gelijkspel kunnen krijgen door zoveel mogelijk te ruilen, te beginnen met Pxe4. Na het gespeelde Lc8 speelde Bram ijzersterk! Daarom zit hij ook in het gezellige Colateam (Erasmus 3) natuurlijk. De zwartspeler zat eigenlijk de hele partij met zijn c8-Loper in zijn maag. Daarmee forceerde hij keurig de beslissing, via een nette assist (22. .. Lb7) liet hij Bram briljant aanvallen met 23. Ph5, maar na Ruuds oogstrelende (lees: huiveringwekkende) 23. .. gxh5? (in plaats van Lc8 (wéér die rotloper, waarna zwart nog even door kan ploeteren), dwong Ruurd Bram tot oogstrelende brille, om met 27. .. Dg6 Bram te dwingen de trekker over te halen.

Martin Rensen - Art Hoogendijk

Martin mailde: Afgelopen maandag werd ik ingedeeld tegen Art Hoogendijk, één van de opkomende mensen uit het rondeverslag van vorige week. Zo’n overwinning op Leo Verhoeven, dat doe je niet zomaar even, weet ik uit ervaring. Kortom, een gewaarschuwd mens enz... Nadat ik in de opening al snel een pion cadeau kreeg, besloot ik om volle bak ten aanval te trekken. Art antwoordde thematisch met tegenspel in het centrum. Het werd vreselijk scherp, mede doordat ik weigerde om te rokeren, en Art vocht zich uitstekend terug in de partij. Het werd een mooi gevecht, wat ik uiteindelijk met een leuke tactische wending in mijn voordeel besliste.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in de voorronde van de interne competitie.

Jaap van Meerkerk