Voor de tweede maal in mijn gevarieerde leven betrad ik afgelopen zaterdag, met enige weemoed, de Goede Herderkerk te Schiebroek.

In de vorige eeuw omstreeks de 60-er jaren was ik er, na net de spelregels te hebben geleerd, tijdens een jeugdtoernooi van een van de illustere voorgangers van Erasmus. Het was in dezelfde speelzaal als waar wij afgelopen zaterdag met onze drie teams aantraden voor de KNSB-competitie.

Opvallend dat ik mij slechts prominent een treffen herinnerde met een zusje van Ada van der Giessen, maar dat zal vast een oorzaak hebben gehad in de ontwikkeling van mijn toenmalige puberale brein, als jullie begrijpen wat ik bedoel. Vele jaren later heb ik Ada nog een keer ontmoet bij een schaakvriend, maar heb ik haar niet kunnen vragen naar het welzijn van haar zus. Net zoals het gaat in het verloop van een schaakpartij, passeren in het leven vele onbenutte kansen, wendingen en mogelijkheden.

Ditmaal speelde ons derde team onder de bezielende leiding van Ruud Neumeijer tegen Dordrecht 2. Andere koek dus, zeker daar waar het gaat over mijn goedlachse en imposante tegenstander die verrassend met b3 opende. Deze lijfopening van Bent Larsen beleefde enige jaren geleden weer een korte opleving, maar is inmiddels weer geruisloos van vele repertoires verdwenen. Nadat het mij lukte om de veelal gevaarlijke loper op b2 te promoveren tot een veredelde pion door het centrum af te sluiten, bleef slechts een dichtgeslibde stelling over die eindigde in … jullie raden het al, een remise. Het eerste resultaat die middag.

Snel daarna volgde met een winstpunt Thijs Slob, die met wit vanuit de ‘London’ zijn tegenstander, die kennelijk niet op de hoogte was van de theorie, twee pionnen afhandig maakte. Door het middenspel enigszins slordig af te handelen kon zijn tegenstander nog een kwaliteit winnen, echter het eindspel met ongelijke lopers eindigde alsnog in het voordeel van Thijs.

Hans Brobbel liet zich al ras wat materiaal afsnoepen en stevende, uiteraard zeer tegen zijn in, af op een onvermijdelijk slot, dat hem vreugdeloos naar huis liet afdruipen. Zijn resultaat behoeft derhalve geen lang betoog.

Peter Weeda had zich, voor zover dat kon, voorbereid op zijn, zowel kwalitatief als kwantitatief zeer actieve tegenstander. De opening verliep, zo laat Peter weten, zoals gepland, Grünfeld met Tb1. Via een kleine zetverwisseling werd een gelijke stelling bereikt waarna een zeer dynamisch middenspel volgde. Nadat Peter een mooi eindspel had bereikt met een verre vrijpion, zag hij in een moment van onoplettendheid (toch weer de concentratie wat verloren) een röntgenaanval over het hoofd, en verloor een toren. Uit latere analyse bleek dat Peter wel voordeel had, maar waarschijnlijk geen winstkansen had kunnen benutten. Een zuur verlies dat een ieder van ons wel bekend voor komt.

Jan Hoek van Dijke speelde een, voor hem zo kenmerkende, partij vol dynamiek met wisselende kansen, die zoals vaak uiteindelijk meedogenloos in zijn voordeel uitpakte. Velen hebben zich reeds op zijn stellingen stukgebeten.

Kees Schrijvers werd geconfronteerd met een Engelse opening die uitmondde in een levendig middenspel met wederzijdse aanvalsmogelijkheden. Zijn tegenstander wist echter middels een lastige vrijpion steeds meer druk uit te oefenen en het initiatief naar zich toe te trekken. Na onvermijdelijk materiaalverlies moest Kees aldus de vlag strijken.

Rinus van der Linde werd door Conchita Dwars langzaam maar zeker in het defensief gedreven en uiteindelijk, na een korte black-out, in een onwelkome hoek tot mat veroordeeld.

Rest nog de avonturen van teamcaptain Ruud Neumeijer. Ruud kwam na een van zijn zijde minder goed uitgepakte opening in de verdrukking te staan met ook nog eens twee pionnen achterstand. Toen kwamen echter de ontsnappingscapriolen van Houdini op zijn repertoire. Ruud wrikte zich los en bereikte mooi tegenspel met een kwaliteitsoffer, dat uiteindelijk de grondslag was voor een vernietigende mataanval. Driewerf bravo.

Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in klasse 6K van de KNSB-competitie.

Karel de Neef