Team 3 naar Gouda!

De proloog is ditmaal ontsproten aan het brein van teamchef Ruud, die groen en geel uitsloeg na het aanhoren van de ludieke inleiding aan het begin van het drieluik tegen Messemaker van voorzitter Jan Evengroen.

Deze stelde dat onze naamgever wellicht in Gouda was geboren omdat hij er zijn jeugd had doorgebracht en in het klooster Steyn zijn kinderstoel stond. Ruud behaalde overigens een onbedreigde overwinning (zie aan het einde van het verslag).

We zaten er natuurlijk al weken naar uit te kijken, onze tweede uitwedstrijd dit seizoen. In de aankondiging naar deze wedstrijd had ik deze dag ook al geïntroduceerd als een semi-thuiswedstrijd. Wat was het geval, al onze derde teams speelden deze zaterdag in Gouda tegen Messemaker. Hoe verzin je het, erg leuk in elk geval! 😉

Er wordt weleens geklaagd dat het een beetje schort aan de opleiding van onze jeugd, het leesniveau moet omhoog, veel leerkrachten die zelf het rekenen nauwelijks onder de knie hebben, laat staan de leerlingen, en sinds deze zaterdag kan ik daar nog iets aan toevoegen: kennis van de Nederlandse geschiedenis! Ik zal het u uitleggen:

Onder verwijzing naar de naam van onze schaakvereniging ‘Erasmus’ werden wij door de voorzitter met een toespraak ontvangen, waarbij hij beweerde dat deze geboren Rotterdammer eigenlijk uit Gouda komt. Hij trachtte het verhaal aannemelijk te maken met voorbeelden die hij natuurlijk uit zijn mouw had geschud en sloot zijn “Welkom” af met: we gaan er vandaag om spelen en dan zullen we zien waar Erasmus echt vandaan komt.

Welnu, laat ik je dit vertellen: duik nog maar eens in je studieboeken Jan; Erasmus komt toch écht uit Rotterdam en Gouda…? Daar heeft ie in zijn tijd vast weleens van gehoord, maar hij liep er lekker aan voorbij. Blijven jullie maar gewoon trots op jullie kaa(r)s!

Jan Hoek van Dijke bleek aan bord 1 een onverzettelijke kopman te zijn, zoals blijkt uit het hierna het beeldende verslag van zijn overwinning: Sinterklaas kwam vroeg dit jaar… In een tamelijk gesloten stelling net na de opening speelde mijn tegenstander zijn d-pion op om wat ruimte te maken in het centrum. Het was voor mij echter gunstiger de boel dicht te houden en ik passeerde deze met mijn c-pion. Bijkomend voordeel was dat als ik deze pion nog een veld op zou schuiven ik hier een loper mee aanviel die dan geen kant meer op kon. Hij was daarom verplicht een paard te verzetten dat als enige ruimte voor deze loper kon maken, en laat dat paard nou net weer alleen terug kunnen naar de achterste rij. In gedachten zag ik al de passiviteit in zijn stelling dramatische vormen aannemen. Maar hij deed heel wat anders, en daarmee was stukwinst een feit.

Echter, een aantal zetten later ging hij met zijn h-pion aan te wandel, en op een soortgelijke manier had ikzelf ook geen tijd om mijn beide lopers die zich daar bevonden in veiligheid te brengen. Ik verloor daarmee ook een loper, maar kon wel zelf kiezen welke. We bleven daarna achter met lopers van ongelijke kleur. Zelf had ik een tot op de zesde rij gevorderde vrijpion die gedekt werd door mijn loper, en daarom alleen tegen inlevering van een kwaliteit kon worden veroverd. Mijn tegenstander had een sterke druk op mijn f1 en f2 velden, waar al onze zes zware stukken op waren geconcentreerd. Hij kon er verder niet doorkomen, en ik kon er niet weg om mijn vrijpion te gaan ondersteunen, en als we alles af zouden ruilen dan waren er onze ongelijke lopers om alle aspiraties van elkaars pionnen de das om te doen.

Ik zag er dan ook geen enkel brood meer in, en nadat ik nog even had gewacht totdat de teamgenoten tenminste 4 punten hadden behaald bood ik na de eerstvolgende zet remise aan. Na hierover een minuut of vijf te hebben nagedacht besloot mijn tegenstander toch nog wat te proberen en tot mijn stomme verbazing bleek dit probeersel het afruilen van de dames te betreffen, de scherpste angel in de stelling. Hierna kon mijn pion op de zesde rij doorschuiven en was niet meer te houden, want een toren erachter zetten kon niet omdat het betreffende veld gedekt was, en een toren op de achterste rij haalde ook niks uit omdat ikzelf ook een toren had om op de achterste rij te zetten, die door deze bewuste pion werd gedekt. Die ging dus hoe dan ook promoveren. Compleet overzien door mijn tegenstander, en dat was gelijk einde oefening. Een gewonnen remisepartij.

Onze Kees (Schrijvers) bereikte ondanks, dan wel dankzij enkele positieve nostalgische gedachten een verdiende remise. Aldus Kees: Het bezoek aan Messemaker 1847 riep bij mij veel herinneringen op. Eind jaren 90 / begin 2000 organiseerde ik veel toernooien (o.a. 5x het Open NK Rapid, met als hoogtepunt circa 430 deelnemers in 2005 met 17 GM’s). Bij die toernooien had ik altijd veel hulp van Ab Scheel. Hij organiseerde zelf ook toernooien, zoals het Groene Hart toernooi. Die sponsorde ik dan. Zo hielpen we elkaar. De laatste keer dat ik veel mensen van Messemaker had ontmoet was helaas tijdens de begrafenis van Ab. Voor mensen die de naam Ab niets zegt: zie ‘Ab Scheel, liefhebber van de schaaksport’.

Maar nu de partij; eigenlijk ging dit gelijk op. Totdat ik een zet uitvoerde waarvan ik, zodra ik hem deed, gelijk door had dat die niet goed was. … Wat te doen? Overigens stond het voor deze zet volgens Stockfish gelijk (0,0). Ik speelde te snel een toren van f2 naar b2 (-1,7), terwijl ik naar a2 had gemoeten? Dat was wel wat beter geweest (-0,4). Ik had echter beter op g5 kunnen slaan met f4xg5. Uiteindelijk heb ik het kunnen keepen. Toen mijn tegenstander remise aanbood ging ik even buurten bij de medespelers om onze winstkansen te beoordelen. Na enige tijd wachten nam ik de remise aan.

Ons erelid Jaap van Meerkerk is altijd te herkennen en te bewonderen om zijn immer bedachtzame en rustgevende houding achter het bord, dat hij slechts bij zeer hoge uitzondering verlaat. Zijn ervaring verwoorde hij als volgt: Aan bord 3 trof ik met wit een tegenstander (Nick Schouten) zonder rating. Dat wist ik op het moment van spelen niet. Ik heb mezelf voorgenomen gewoon tegen het bord te spelen, wie daar ook zit. Na 1. d4 werd c6 gespeeld en ik koos deze keer voor de Slaaf ondanks mijn voorbereiding op het Londen systeem. Op een te vroeg gespeeld Lf5 reageerde ik met cxd5 en Db3 met aanval op d5 en b7. Dit resulteerde in een duurzaam initiatief, met druk op het gepende paard op d7. Zwart had zijn koningsvleugel verzwakt en even later verloor hij zijn recht op de (korte) rokade. Ik hield aan mijn initiatief niet meer dan een gezonde pion over en gaf, zo bleek bij de analyse thuis, zwart een goede tegenkans. Die miste hij. Het toreneindspel werd door mijn opponent niet optimaal gespeeld. Wit kon zijn meerderheid op de koningsvleugel met de koning steunen, terwijl de zwarte buitenspel stond. Zwart had torenruil moeten verhinderen. Na gedwongen torenruil was het pionneneindspel technisch eenvoudig te winnen.

Peter Weeda had tevergeefs voorbereidend huiswerk gedaan, maar wist wel een puntje binnen te hengelen. Zijn commentaar: Na enig speurwerk had ik me stevig voorbereid op mijn te verwachten tegenstander. Helaas: die speelde ditmaal aan bord 1 tegen Jan. Mijn opponent speelde een soort Grünfeld, met snel a3 en b4. Stockfish is er minder van onder de indruk dan ik was, maar gelukkig deed hij het net iets minder nauwkeurig, zodat ik het middenspel tamelijk comfortabel binnenstapte. Mijn tactiek was langzaam en gestaag de druk opvoeren en inderdaad, hij ging minder actief spelen en dat kostte hem een pion, waarna hij pardoes ook nog een toren als voortijdig sinterklaascadeau inzette en gelijk opgaf. Vreemd genoeg zag ik niet onmiddellijk dat ik kon pakken, terwijl ik vlak daarvoor al wel had gezien dat deze torenzet niet mogelijk was. Het menselijk brein, zeker het mijne, is toch ondoorgrondelijk.

Hans Brobbel werd met de Jobava Londen geconfronteerd, die hem de nodige hoofdbrekens kostte. Een partij met wisselende kansen en bedreigingen die uiteindelijk in remise eindigde.

Thijs Slob speelde zijn favoriete opening met wit en kon ongehinderd via verdubbeling van zijn torens op de h-lijn de zwarte koningsvleugel opblazen. Een vluchtende koning werd daarna in open veld overweldigd.

Tja en onze Karel zat weer eens met zijn gedachten in een ander universum en liet tegelijkertijd zijn onderbewustzijn onbenut. Het resultaat was ‘a pain in the ass’ in de vorm van een binnendringende loper op f7 die voor naderend onheil zorgde, dat uitmondde in een verliespunt.

En zo stond er aan het einde van de middag een eindstand van 6-2 in het voordeel van Erasmus op het scorebord! Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in klasse 6K van de KNSB-competitie.

Karel de Neef