Over een lawaaizet, een dichter en lessen in de praktijk

Een povere handklap in plaats van een welluidende gongslag liet om acht uur de klokken aan 27 borden in werking stellen. In een bijzonder sfeervolle speelzaal waar we al een voorproefje kregen van het naderende kerstfeest.

26 klokken van de interne en 1 klok van Leo Verhoeven die voor Erasmus 2 een wedstrijd vooruit speelde. Nergens te vinden, die gong en zijn mooie door Bram de Knegt vervaardigde standaard.

Gene tranen

Onverwacht – we hadden nog geen zet gedaan – kreeg ons schaakgezelschap na deze klap een andere. Woorden over rommel die vorige week na afloop in de zaal was achtergebleven. Daarna was ik stil, vond gene tranen, doch weende zeer (voor de liefhebbers: deze frase heb ik, zij het enigszins bewerkt, van niemand minder dan de in 1958 overleden dichter Geerten Gossaert, in zijn prachtige gedicht De Moeder).

Standbeeld en stukken

Op een zaterdag in oktober liep ik eindelijk weer eens de Bijenkorf binnen. We komen niet vaak meer in het centrum van onze stad. Eigenlijk moet ik zeggen helaas, maar ik betwijfel of dat zo is. Dat doet er nu niet toe, het gaat om een waar gebeurde anekdote die ik voor dit of een volgend verslag nog in de wacht had staan.

Ja, ze waren er nog, de ruim bemeten etalages. Even voor de draaideuren wees Els me op een daarin opgesteld schaakbord. Met stukken waardig opgesteld in de beginopstelling. Ik vertraagde mijn pas. “Even wat checken”, zei ik. Maar Els was al door de deuren heen. Een vluchtige blik op het tentoongestelde bord was voldoende voor een opmerkelijke reactie. Die stukken natuurlijk weer verkéérd stonden opgesteld. De witte dame op een zwart veld, géén gezicht! Ik móest hier iets mee, mijn dag nog te redden. De gedachte aan dat bord zou me blijven achtervolgen, met een dwangneurose als gevolg. Er restte mij slechts één ding: die stukken móesten naar de goede velden.

Dus schoot ik net voorbij de draaideur de eerste de beste Bijenkorver aan. Dat bleek een standbeeld in uniform. “Wilt u even meekomen, dan laat ik u iets zien!” hoorde ik mezelf zeggen. Ik had mezelf niet meer in de hand, merkte ik. Wat had ik gedaan! Gek die je bent, schoot er door me heen. Plots schoot het beeld tot leven. Hij moet aan een bom of zo gedacht hebben, gezien zijn alertheid, terwijl ik hem meetroonde naar de etalage. Om die te bereiken repten we ons om een blind muurtje en keken nu van achteren de etalage in. “Zie je dat schaakbord? De stukken staan verkeerd! Dat kan echt niet. Meld dat straks even aan je baas en zeg maar dat je dit van een echte schaker hebt gehoord.” Een glazige, afwezige blik kreeg ik van hem terug. Waarom riep hij niet: “Idioot die je bent!” of in Haags jargon: “Doe jij effe normaal man!” Want daartoe had hij alle reden, schoot het door me heen, op weg naar mijn ergens verderop wachtende echtgenote.

“Waar bleef je nou!?” zei ze, waarbij het woordje bleef eerder lichte irritatie dan nieuwgierigheid openbaarde. Uitleggen wat me tot de idiote actie van zo-even dreef was zinloos.

Dam Uil

In een van de verslagen staat het woord dameruil. Word zet daaronder een rood golflijntje, zoals u ziet. Zo van: Let op de spelling. Word, totaal geen schaakfan, en dus onbekend met ons schaakjargonnetje, geeft braafjes de volgende suggesties: dam ruil, dame ruil, dame uil.

Waarom Word geen ‘dam uil’ suggereert is me niet duidelijk – een uil op de Dam, waarom niet. Zeker daar kan men wel wat wijsheid gebruiken. Maar met dameruil is niets mis, hoewel…

Ga jij ook mee naar Oostende?

In het weekend van 21-23 maart 2025 willen wij met de schaakvereniging weer een schaakweekend organiseren. Met onder meer een match met de Koninklijke Oostendse Schaakkring (KOSK). Speciaal verzoek aan de mensen die de enquête nog niet hebben ingevuld. Dat is nog mogelijk tot donderdag 12 december.

Heb je de mail met de uitnodiging om de enquête in te vullen niet ontvangen? Stuur dan even een mail naar webmaster@sv-erasmus.nl. Dan stuur ik de enquête alsnog toe.

Bijdragen van onze deelnemers

Met deze week dank aan Jesus Canedo, Paul Wilhelm, Adam Harkanyi, Pascal Cialdella, Arno van Houten en Eric Hoogenes.

Peter Torczynski – Jesus Canedo

Jesus deed verslag: Ik had eerder dit seizoen in de RSB-competitie al met zwart tegen Peter gespeeld en die partij was ook in remise geëindigd. Peter week op de zevende zet van die eerdere partij af en omdat ik in de opening al een aantal moeilijke beslissingen moest nemen had ik al snel aardig wat tijd verbruikt. Ik vond dat ik wel passief stond, maar doordat Peter niet goed reageerde op mijn actie op de damevleugel kreeg ik groot voordeel, al was ik me daar niet echt bewust van.

Na de beste voortzettingen gemist te hebben besloot ik in de eindstelling zijn remiseaanbod te accepteren. Ik stond nog steeds wel beter, maar gezien het feit dat ik bijna een half uur achter stond op de klok in een nog steeds ingewikkelde stelling leek het me wel veiligst.

Paul Wilhelm - Dominique Taapken

Paul vertelde: Na wat onnauwkeurigheden in de opening van zwart had ik een goede drukstelling met een pion meer. Op het niveau van mijn schaaktraining zou goeroe Job zeggen “wit staat gewonnen.” Op een wat lager niveau zeggen ze: er moet nog gespeeld worden en er kunnen fouten gemaakt worden. Anyway, zwart stond gedrukt en kon niet veel doen; dan komt er vaak een zogenaamde lawaaizet; die produceert wat ruis, kost een ander veel tijd, zoals nu: ik moest kijken of het gat op f3 veel kwaad kon. Ondertussen gaf de engine plus 3,5 aan. Na eenvoudig Db3 moest dat paard weer terug en dan kon ik zo nog een kwaliteit winnen.

Maar ik zag wat leukers: een stukoffer op f7: de koning kon niet terug, dame en toren konden matgeven of de zwarte dame winnen. Zo gezegd, alleen een rekenfout, het was geen mat, maar nu moest ik een toren ruilen en hierna de koning het vrije veld injagen. Nog een pion geofferd voor ruimte, dame weggejaagd en op naar het mat.

Ondertussen had ik nog maar een minuutje over. Nog wat trucen erin gevlochten, de koning van Dominique moest zich voelen zich als een nagezetene, die wanhopig keek of er nog een schuilhoekje is. Hij wist inderdaad een direct mat te voorkomen, maar toen hij dameruil toestond bleef er een totaal verloren eindspel over waar wit vier of vijf pionnen had voor een loper. Toen die oprukten naar de vijfde lijn gaf zwart op.

Adam Harkanyi - Cander Flanders

Het verslag is van Adam:

Aad van Dop - Pascal Cialdella

Pascal schreef het volgende verslag: Aad speelde met wit tegen me en opende Italiaans met de bedoeling de ‘fried liver’ te spelen.

Oscar Koppenens - Arno van Houten

Arno deed verslag: Van Jaap van Meerkerk kreeg ik complimenten over mijn winstpartij tegen Oscar Koppenens, tevens het verzoek om een verslag te schrijven. Dat kun je natuurlijk niet weigeren. Je hoopt hem achter het bord niet tegen te komen, maar in de dertiende ronde was het zover: met zwart tegen Oscar Koppenens, winnaar van het negende RSB Jeugd Grandprix-toernooi 2024. Zijn rating is inmiddels ver door de 2000 gebroken, met recht een jeugdtalent. Oscar speelde goed en agressief, a tempo kwamen de zetten op het bord. Terwijl ik in de denktank zat zag ik Oscar in mijn ooghoeken heel relaxed door de zaal wandelen.

Op de 23e zet speelde Oscar Dd4. Naar mijn idee was dit een kritiek moment in de partij. Een partij waarin ik probeerde om de lessen van Jop Delemarre in de praktijk te brengen. Controleren van het centrum en aanvallen via de flanken.

Na mijn antwoord 23. .. Lf6 stond de witte dame in een vervelende penning. Oscar had dat uiteraard gezien en na een geforceerde zettenreeks stond de volgende stelling op het bord:

Hier had ik voor het eerst vertrouwen in mijn stelling. Wit had het loperpaar, zwart een gevaarlijke vrijpion. De kleinood op c4 wist de overkant te bereiken en zo ontstond er een eindspel dame tegen toren.

Oscar probeerde nog een vesting te bereiken, maar dat lukte hem niet. Uiteindelijk won ik met schaak de toren en daarmee de partij.

Dick Straathof - Eric Hoogenes

Eric mailde: Ik had een interessante Franse partij tegen Dick Straathof. We hadden al een keer een partij met zelfde opening gespeeld paar jaar terug. Die werd remise. In de partij van maandag kreeg ik met zwart snel initiatief door veel druk op pion f2. Wit kon het net allemaal dekken, maar zwart stond comfortabel. Het voordeel slipte daarna een beetje weg. Ik had nog wel een half uur voorsprong op de klok. Toen ik de dame naar de koningsvleugel ging dirigeren, gaf Dick zwart een kans om zijn loper op de witte velden in stelling te brengen.

Op de 29e zet dacht ik lang na over een paardoffer met een mooi matbeeld er in. Als de zwarte koning de goede kant op ging, kon ik het niet goed beoordelen. Ik besloot de kwaliteit te nemen en kon op die manier ook vrij gemakkelijk het punt binnenhalen. Toen ik later thuis de partij invoerde bleek het paardoffer toch prima te zijn. Er was echter nog een fantastisch dame offer 29. Dh4+ dat een nog mooier matbeeld op leverde, of als die niet werd aangenomen veel materiaalwinst. Al met al weer een leuke partij tegen Dick.

Op naar de slotronden

En dat was het helaas weer voor deze ronde. We konden weer genieten van ingezonden partijen en wat verhalen daar omheen. Op naar de steeds spannender wordende slotrondes van onze interne competitie. Nog vier te gaan! Zet hem op. Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in de voorronde van de interne competitie.

Jaap van Meerkerk