Goede afsluiting tweede team

We zijn dit seizoen een elftal, dat ook zonder de door team 1 opgeëiste spits weet te scoren tegen de koplopers, met gemotiveerde invallers, die in de laatste ronde ook weer van de partij zijn. Op naar een mooie afsluiting van dit seizoen en met vertrouwen uitkijken naar het komende. En dat werd het, het tweede team sloot af met een overtuigende 5-3 overwinning tegen het tweede van CSV.

De uitslagen op volgorde van binnenkomst.

Een snelle remise van Jelle Engelberts (bord 6) toen na zestien zetten in het Scandinavisch een T+T+P en zeven pionnen op het bord stond.

Cander Flanders (bord 2) won na 12 zetten een stuk. Een snelle 1½-½ voorsprong.

Op bord 4 speelde Leo Verhoeven tegen Harry Stroosma, die goed tegenspel bood. Ook hier werd snel tot remise besloten: 2-1 voor Erasmus.

De aanpak van Peter Weeda (bord 7) verraadde openingskennis, maar zijn tegenstander hield het droog. Remise was het resultaat. Een 2½-1½ tussenstand.

Joop van ‘t Hoenderdaal en zijn tegenstander hielden elkaar aan bord 8 mooi in evenwicht. 3-2 voor Erasmus.

Op bord 3 bij Wim Posthumus was het genieten voor de toeschouwers. Wim herinnerde zich een effectief plan tegen de witte opzet van 1. b3 2. e3 en korte rokade. En bracht dat na de lange rokade ten uitvoer. Wit werd compleet overspeeld door zwarte stukken met een fraai slot. Wim schreef vulde zelf aan: ‘Bizar slotdrama’. Met een tikje weemoed en toch ook spanning ging ik naar mijn laatste wedstrijd als clubschaker. Erasmus 2 was natuurlijk favoriet tegen het onderaan bungelende CSV 2 uit het naburige Capelle aan den IJssel. Na het gongsignaal waren nog drie borden leeg bij de bezoekers. De eerste gast kwam snel. Na 10 minuten arriveerde mijn tegenstander. Ik liep naar bord 3 en stelde me voor. Mijn tegenstander zei niets. Hij deed snel zijn eerste zet: 1. b3. “Met wie heb ik het genoegen?” Mijn tegenstander noemt zijn naam: Derk Brus.

Nadat ik de administratie op orde had, begon de partij. De zet 1. b3 staat bij mij in een kwade reuk sinds de partij tussen Bent Larsen en Boris Spasski in 1970 tijdens de match USSR – Rest van de wereld: 20½-19½. Ik was op bekend terrein en Derk werd overspeeld. Na mijn zet 22. .. Ph3+ deed hij een onreglementaire zet 23. Dc6 in plaats van op te geven. Ik riep om de wedstrijdleider, maar hij nam zijn zet terug en liet mijn klok lopen. Onze wedstrijdleiders gaven mij twee minuten erbij. Hij liep intussen naar de bar. Na zijn verplichte zet 23. Kh1 was het na mijn 23. .. Pxf2+ torenverlies of mat. Weer was hij intussen in geen velden of wegen te bekennen. Wij keken uit het raam en zagen hem in zijn autootje stappen en wegrijden. Zesenvijftig minuten later viel zijn vlag en eiste ik de partij op. 4-2 voor Erasmus.

Op bord 6 speelde ik zelf (Jan de Korte). Het FvZ-systeem leverde weer resultaat op. De trainingen van Kennemer Combinatie inspireerden mij tot een ongewone loperruil (11. Lg2xh3 Dd7xh3) om een zwakte te creëren bij zwart. Met een plan om daar gebruik van te maken. Zwart zag het gevaar te laat en kwam klem te staan, waarna materiaalwinst de doorslag gaf.

Marcel Tillemans (bord 1) won een kwaliteit, bereikte een gewonnen stand, maar hij hielp zijn tegenstander per ongeluk terug in het zadel. Helaas een nederlaag en een 5-3 eindstand in het voordeel van Erasmus.

We hebben een goed seizoen gedraaid, met drie punten tegen nummers 1 en 2. Het had met wat geluk nog iets mooier kunnen uitpakken, tegen Woerden en Charlois Europoort, maar ook dan was promotie buiten bereik gebleven.

Kijk hier voor alle uitslagen en de eindstand in klasse 5J van de KNSB-competitie.

Jan de Korte