Over de jongste clubkampioen ooit, de opvallende prestaties van onze wedstrijdleiders en onze eigen-aardigheden…
Het zit er weer op, de vanaf 2005 wel geteld negentiende interne competitie van onze schaakclub Erasmus.
Onze nieuwe clubkampioen, die van 2025 is niemand minder dan de jongste onder de deelnemers, de jongste clubkampioen in de geschiedenis van onze vereniging ooit, winnaar van de A-finale: Oscar Koppenens!!
Met 3½ punt uit 5. Alleen Pieter Sturm kon een vol punt tegen Oscar incasseren, Jesus Canedo een halfje. De overige A-finalisten moesten buigen voor het jonge talent. Oscar, gefeliciteerd! Je naam wordt bijgeschreven in de Hall of Fame van Erasmus!
In de A-groep moet nog een wedstrijd worden ingehaald tussen Jesse en de Jong en Adam Harkanyi. Die wordt op 7 april tijdens de eerste ronde van het Watertorentoernooi ingehaald. Daarna wordt duidelijk of Adam of Jesus Canedo tweede en derde worden.
In de B-finale heerste onze intern wedstrijdleider Arno van Houten als geen ander. In deze sterke finalegroep scoorde Arno een ongekend aantal van 6½ punt uit 7 op plek 1 en schreef daarmee de B-finale on uitwisbaar op zijn naam. Arno, gefeliciteerd met je kampioenschap!
Op ruime afstand moeten Dick Straathof en Cander Flanders in hun onderlinge inhaalwedstrijd nog gaan bepalen wie tweede en derde gaan worden achter Arno.
In de C-finale werd Paul Wilhelm kampioen. Paul leverde met 8½ uit 11 een prima prestatie en eindigde met deze score op de eerste plaats. Daarmee schreef Paul de Zwitserse C-finale op zijn naam. Paul, gefeliciteerd met je kampioenschap! Ton Dulk en Andrzej Pietrow, eindigden beiden met 7½ punt uit 11, op de tweede en derde plaats. Gefeliciteerd, heren! Paul was na ronde 10 reeds onbereikbaar voor zijn achtervolgers en hoefde in de laatste ronde dus niets meer te bewijzen. Hij kwam niet in actie.
Na ronde 10 deelden vijf spelers met 6½ punt de plaatsen 2 tot en met 6 en was er dus in de slotronde volop spanning! Om het eremetaal streden Ton Dulk, Joop van ’t Hoenderdaal, Jonas Verdonschot, Andrzej Pietrow en Jan Smit. Ton haalde het volle punt tegen Jan Smit (tiende plaats) en Andrzej deed dat tegen Joop van ’t Hoenderdaal die daarmee zevende werd. Jonas moest buigen voor Winifred Paulis, die met haar score van 7 uit 11 (vierde plaats!) een fraai visitekaartje heeft afgegeven. Jonas leverde een goede prestatie waarmee hij zeker kan thuiskomen. Hij eindigt met 6½ punt op plek 8.
Het was een drukbezochte slotronde, met 22 partijen voor de interne en 6 voor de externe competitie. 18 voor de C-finale, 3 voor de B-finale en 1 voor de A-finale.
Frank van Zutphen en Jeroen Landsheer kwamen beiden succesvol in actie tegen Krimpen aan den IJssel 2. Zij speelden hun wedstrijden vooruit. Toeschouwers genoten van hun eindspeltechniek! En zorgden voor een 2-0 voorsprong in de wedstrijd die thuis op donderdag 24 april wordt gespeeld.
Ons eerste viertal kwam helaas minder succesvol in actie tegen het tweede viertal van Onésimus (‘Eerste viertal zakt naar laatste plaats’).
Eigen-áárdigheden
Ieder van ons heeft zijn eigenaardigheden. Voor mij een positief, nieuwsgierigmakend gegeven, hoewel het woord eerder een negatieve uitstraling in ons wakker maakt. Dat wil ik graag wat nuanceren. Een eigenaardig persoon handelt niet te kwader trouw. Zijn handelen lijkt me vooral een aardigheid, een grappig anders zijn. Wat zou het omgaan met elkaar er saaier op worden als we allemaal nóg minder gaan afwijken van de grote gemene deler, het ‘normale’.
Ooit tijdens mijn studie Engels kwam ik het woord idiosyncracy tegen, leerde dat uit mijn hoofd om er tijdens het mondeling indruk mee te maken. Mijn fluency (spreekvaardigheid) liet te wensen over. Het betekent zoiets als: ‘a mode of behaviour or way of thought peculiar to an individual’. Ik geloof dat het lukte, hoewel mijn examinator me glimlachend in ogenschouw nam.
Veel schakers zijn te herkennen aan hun gedrag tijdens de partij. Het kleeft als het ware aan ze. En voor alle duidelijkheid, het hoeft niet irritant te zijn, integendeel. Dat Anton geregeld wat zegt tijdens de partij is bekend. Ik kan me daar onmogelijk aan storen. Het hoort een beetje bij hem en hij wil er zijn tegenstander al helemaal niet mee afleiden. Wat hij niet zal begrijpen is als u dat wel storend zou vinden, wat uw volste recht is natuurlijk. “Die zag ik niet aankomen!” zei Anton bijvoorbeeld. Even later, na een combinatie toen ik voor de volle winst wilde gaan: “Het lijkt wel een briljant offer.” Nog iets wat zich aan het prille begin van onze partij voordeed. Ik had 2 zetten met wit gedaan en omdat ik niet tegen Wim Westerveld speelde, bood ik mijn opponent koffie aan, ik ging immers toch richting de bar. Bij de bar in een rijtje staand keek ik de zaal in. Tot mijn verwondering zag ik Anton net ons hele bord schoonvegen. Wat doet ie nu?? De stukken stonden, zo bleek, niet naar zijn zin, de zwarte stonden waar de witte hoorden. En dan kún je je in de notatie gaan vergissen, zeker als dammer. Een grappig en ook wel eigenaardig gezicht, Anton zo bezig te zien! Dat hij de stukken vanwege de haast nogal schots en scheef op het bord achterliet, kijk, dáár kan ík dus beslist niet tegen. Ze horen in het midden! Dat is dus mijn idiosyncrasie. Dat weet Anton inmiddels, want ik zette na elke zet zijn stuk even recht. Rare uitdrukking trouwens, rechtzetten van een stuk.
Zoals gezegd, we hebben allen onze eigen-aardigheden. Zo kunnen we spelers herkennen aan de wijze waarop zij stukken verplaatsen. Je hebt de geruisloze schuivers. Er zijn herriemakers. Gooiers en smijters. De zelfverzekerden zijn de beste toneelspelers. Sommigen doen zelfs de slechtste zetten zó kordaat dat ze niet meer slecht lijken. Ook zijn daar de tovenaars, of wellicht goochelaars. Ze weten handig twee handelingen tot één te reduceren. Staat er een paard, hups, het volgende ogenblik is daar een pion voor in de plaats getoverd. Onze voorzitter kan dat als geen ander. Hij mept in één beweging een stuk weg van e4 met zijn pion als slagwapen in de hand. Daarbij hoort het geluid van langs elkaar glijdend hout. De beweging gaat razendsnel en imponeert in combinatie met het geluid, vooral door er nog enige abruptheid aan toe te voegen. Je ziet de tegenstander kleiner worden. Wil je snelschaakkampioen van Erasmus worden dan moet je ook daarin meesterlijk worden.
Dan zijn daar nog de hardhandigen die een paard bijvoorbeeld hard op het nieuw gekozen veld duwen, het als het ware in het bord wrijven. Ik citeer een idiosyncrasie uit ‘Een greep uit 50 jaar Schiebroekse schaakhistorie’, bladzijde 26, over de jaren 60: “Ik herinner me De Paauw (bestuurslid van SV Schiebroek, tevens boekhandelaar op de Peppelweg) als een forse man die alleen al met zijn grote lijf, rechtop gezeten vanachter zijn stukken op je neerkeek, een paard bij de nek greep en meedogenloos op veld f3 liet neerploffen, ronddraaide en snoeihard ‘DAT!!’ riep, waarna zijn jonge tegenstander geïntimideerd in elkaar kroop van ontzag.” Carel Keller en Bram de Knegt zullen zich deze eigen-aardigheid zeker nog herinneren, al moet ik toegeven dat aan dergelijk misbaar weinig aardigheid valt te bespeuren.
De drie winnaars van de A-, B- en C-finales werden bijna vanzelfsprekend uitgenodigd een partijverslag in te leveren. Eventueel hun mooiste. Oscars motivatie een partij te winnen is vele malen groter dan er een verslag van te maken. Gelukkig maakte hij voor deze speciale gelegenheid op mijn verzoek een uitzondering. “Een unicum” aldus zijn vader Ben.
Hier dus een partijverslag van onze nieuwe clubkampioen Oscar Koppenens. Een bloedspannende partij!! Met wederzijdse kansen, en hoe kan het haast anders, met een stukoffer. In de daarop volgende cruciale stelling miste ons andere schaaktalent, Jesse, de correcte verdediging (Kd8).
Ook onze extern wedstrijdleider Paul Wilhelm is niet zo van het schrijven van uitvoerige partijverslagen. Meestal krijg ik een korte nuchtere tekst van Paul, die een broertje dood heeft aan opschepperij. Maar deze keer kwam hij er niet zo gemakkelijk van af. Mijn gezeur bleek niet tevergeefs. En dus ook van Paul als kampioen van de C-finale een volledige partij met hier en daar wat commentaar van de kampioen himself.
Heren, onze dank voor jullie bijdrage!
Oscar Koppenens – Jesse de Jong
Oscar geeft het volgende commentaar bij een aantal zetten. Zwart speelde een soort van Fianchetto-lijn. Ik rokeerde lang en hij kort.
Paul Wilhelm- Jan Smit
Paul stuurde zijn partij tegen Jan Smit in van de voorlaatste ronde.
Dat was het weer voor deze ronde en voor de hele interne competitie. Klaar! Het zit er op! We hebben volop genoten van de vele wedstrijden, van de spanning en hopelijk bracht de interne u zelfs ontspanning. Uw verslaggevers (Frank en Jaap) hebben wekelijks voor de verslagen gezorgd. En veel clubleden hebben met hun inbreng onze website verwend en u wellicht vele mooie naspeelmomenten bezorgd. En nu staat het Watertorentoernooi al weer op de agenda. Voor alle leden die hieraan meedoen, veel schaakplezier en veel succes!
Kijk hier voor de uitslagen in finalegroep A, finalegroep B en finalegroep C.
Jaap van Meerkerk