Het is weer begonnen

“Alle begin is moeilijk”, is een typerend Calvinistisch Oudhollands spreekwoord dat bij Erasmus in alle opzichten niet van toepassing is.

Niet bij onze naamgever en ook niet bij ons inmiddels gerenommeerde Watertorentoernooi, dat vernoemd is naar de oudste nog bestaande watertoren van Nederland.

Aan het begin van deze week, begonnen 92 deelnemers geroutineerd hun plaats in te nemen achter fraai gesneden stukjes hout, die in slagorde stonden opgesteld in zwart-witte strijdperken. Een vrolijk en verwachtingsvol geroezemoes was hieraan voorafgegaan, hetgeen in beginsel een sfeer van herkenning en vriendschappelijke causerie kenmerkt in een sportieve ambiance.

En zo geschiedde het dat voorzitter Frank van Zutphen voor de 27ste maal de inleiding verzorgde. Tot zover onze taalkunstenaar ‘tussen twee happen kwark met fruit’ Karel de Neef.

Van start

Daarna klonk de gong en gingen 74 deelnemers, rijkelijk voorzien van alle toernooi-informatie en – regeltjes van start. Ja, met zoveel deelnemers heb je altijd afmeldingen. Deze keer waren het er 18. Dat kan minder.

Ik stuurde uitnodigingen voor hun opvallende en fraaie resultaat aan de beide en enige Nielsen van dit toernooi en was benieuwd naar de Peterpartij waarin de ene Peter in deze partij verrassend ruimschoots beter presteerde. Ook uitgenodigd natuurlijk. En Daan Manni die tegen Hans Ranft verraste.

Voor de verandering

“Met Niks hier!” zei mijn klasgenoot uit de jaren zestig ooit door de telefoon. Zijn voorouders hadden hun naam veranderd van Niks naar Nix, maar via de telefoon blijft het behelpen, het blijft niks. Je naam veranderen, ach, ik snap dat wel. Een naam als ‘Dekwaadsteniet’ kan er nog wel mee door, je doet er geen vlieg mee kwaad, maar ‘Kwaadvlieg’ mwah, toch maar doen. Onlangs kwam ik echter Quaedvlieg in de krant tegen – ja ik lees gelukkig nog de papieren edities. Evenals Nix, wederom een wat minder geslaagde naamswijziging. Je zegt immers nog steeds koewaadvlieg. En dat klinkt nog beroerder. Hoe dit verhaaltje te rijmen met ons Watertorentoernooi? Wil ik soms voorstellen die enigszins enigmatische naam van ons toernooi naar het historisch archief (lees: prullenmand) te verwijzen?

Nee, juist dié naam moeten we behouden omwille van haar unieke historiciteit. Een naam hoefden we bij de fusie in 2005 gelukkig niet te bedenken voor dit nog steeds ongekend populaire schaaktoernooi. Trouwens, zo’n bijzondere zou toch nooit in je opkomen? Slechts één minpuntje, want er moet altijd wat te klagen wezen: Hoezo watertoren? Waar dan, hoe dan? Welnu, dát antwoord ga ik hier niet geven. Lees: …

Openingskeuze

Is dat eigenlijk wel verstandig, na heel veel jaar van opening te veranderen? Bevalt dat? Passen al die nieuwe varianten bij uw vertrouwde speelstijl? Wordt uw rating er blij genoeg van? Of boeit die rating u niet meer en speelt u er lekker ontspannen – zo van ‘we zien wel’ op los?

Hebt u ter voorbereiding op ons toernooi uw opening gewijzigd, aangescherpt, afgestoft of uit de mottenballen moeten halen? Of bent u vanwege beroerde resultaten, het eens over een andere boeg gaan gooien en een geheel andere opening gaan spelen? Een beetje fanatieke schaker heeft het daar liever niet over en houdt zijn repertoire, als hij daar überhaupt over beschikt, het liefst geheim. Als u een verslag inlevert, spontaan of op ons verzoek , til dan ook eens een sluier op over het verhaal van uw openingskeuze, over verrassende varianten, of … nou ja, ik laat het graag aan u over.

We gaan het allemaal zien en ervaren in de komende ronden. Ik maakte aan het begin van de eerste ronde na een minuut of 10 diverse foto’s met een stelling uit uw opening op uw bord na een zet of 7. En wellicht valt uw openingskeuze daaruit op te maken.

Dingen die ertoe doen

De schaker klotst de adrenaline tegen de enkels na 3 uur intensieve belegering en ordinair sloopwerk. Week in week uit. Met menig slapeloze nacht als gevolg. Gelukkig zijn er in ons jaarprogramma enkele lichtpuntjes ingebakken. Een weekendje Oostende en een feestavond op 16 juni zorgen voor de nodige balans en voor pure ontspanning. Het zijn de dingen die er naast het serieuze schaakwerk ook toe doen!

Natuurlijk, schakers zien hun passie niet als spelletje. Opmerkingen in die richting zijn ronduit beledigend. Wat aanvankelijk als hobby begon groeide geleidelijk uit naar serieuze bezigheid die er steeds meer toe begon te doen. De passie liep uit naar meer dan intensieve sportbeoefening, en soms – en nu wordt het bedenkelijk – naar verslaving. Ik dacht zelf nog niet tot deze laatste categorie te zijn doorgedrongen. Grappig hoe mijn echtgenote anders naar dingen die ertoe doen kijkt. Bij twijfel of u al verslaafd bent geraakt, pols uw echtgenote, partner, of beste vriend. Als die reageert met “De vraag stellen is hem beantwoorden” bel dan, als 16 juni nog veel te ver weg is, even de RET met het verzoek ook met hun biljartspel mee te mogen doen. Biljartspel?

Voor al die gespannen bestuurders van de RET wordt – zo las ik onlangs in de krant – via deelname aan bestuurderskampioenschappen ook voor ontspanning gezorgd. Ik dacht aan een 1 aprilgrap, maar nee, het bleek serieus. Bestuurders moeten hun trams, op de voorplecht bewapend met een keu, tegen een grote biljartbal stoten. Kennelijk doen die spelletjes er voor de RET toe en worden ze in hun kampioenschappen opgenomen. Ze zorgen voor relativering en net als Oostende en 16 juni bij ons voor heerlijke ónt-spanning. U heeft het verslag van ons schaakweekend in Oostende al gelezen?

Opvallende resultaten:

De eerste twee ronden wordt op rating ingedeeld. En dat levert natuurlijk aan elke bord gemiddeld 200 tot 300 punten ratingverschil op. Met voorspelbare uitslagen. En dus ging ik op zoek naar de kleine en grotere verrassingen:

De grote:
– Bord 13: Manni Daan (1718) wint met zwart van Hans Ranft (1919)
– Bord 16: Niels Engelen (1690) wint met wit van Ruud Bosch (1912)
– Bord 31: Peter Ruimschoot (1538) wint met zwart van Peter Weeda (1813)

De kleinere:
– Bord 4: Jaap van Meerkerk (1766) remise tegen Lucas Gortemaker (2064)
– Bord 5: Ruud Neumeijer (1764) remise tegen Oscar Koppenens (2031)
– Bord 7: Marcel van der Linden (1762) remise tegen Adam Harkanyi (1958)
– Bord 10: Rinus Van de Linde (1742) remise tegen Pieter Sturm (1939)
– Bord 18: Jesse de Jong (1685) met wit remise tegen Bert ten Wolde (1901)
– Bord 20: Alik Tchavelachvili (1681) remise met wit tegen Martin Rensen (1895)
– Bord 22: Bram de Knegt (1668) met wit remise tegen Leo Verhoeven (1875)
– Bord 26: Karel de Neef (1628) met wit remise tegen Fons Scholvinck 1(840)
– Bord 34: Niels van den Braber (1372) met wit remise tegen Aad Jan Roos (1790)

Bijdragen van onze deelnemers

De bezorgers van de grootste verrassingen kregen allen uitnodiging een verslag in te leveren. Met dank aan Niels van den Braber, Niels Engelen, Ruud Neumeijer en Peter Ruimschoot.

Oscar Koppenens – Ruud Neumeijer

Ruud deed uitgebreid verslag. Ruud mailde: Een Zwitsers toernooi, met de eerste twee ronden op rating is heel vaak lastig voor beide kleuren. Heel vaak zit ik zelf net in de onderste helft, waardoor ik moet spelen tegen een hoger gerate speler, maar die is het ‘eigenlijk’ aan zijn stand verplicht om die partij te winnen. Maandag mocht ik acteren tegen Oscar, de kersverse (en jongste) clubkampioen van onze vereniging Erasmus. Ik ken Oscar al jaren doordat ik regelmatig op jeugdtoernooien ben te vinden. Maar laten we naar de partij gaan.

Het werd een Franse doorschuiver, onlangs had ik daar al eerder succes mee dus waarom niet. Je kunt hooguit verliezen zeggen ze… Na de negende zet van wit dacht ik de d-pion te kunnen winnen, ik zag wel dat mijn dame in de problemen ging komen, maar ik krijg er ook ‘veel’ voor terug. Tsja, wat is veel… Nog een keertje rekenen en ja hoor, laten we het maar doen 😉

Oscar antwoordde op de manier die ik had uitgerekend, vervolgens viel ook de e-pion. Ik stond twee pionnen voor, maar had wel een dame die ingesloten was, er volgde een kleine slagenwisseling. Het resultaat: wit had nog een dame, beide torens en 5 pionnen en daar zette zwart het volgende tegenover: beide torens, het loperpaar en 7 pionnen.

Hierna ruilde Oscar een toren tegen de witveldige loper + de b-pion. Alleen mijn a-pion was nog over en die zag nu de witte a- + b-pionnen op zich afkomen. Na wat gehannes waren de a-, b- en lijn geheel pionloos. Wit had nu nog drie pionnen over op f2, g2 en h2 met een toren en dame. Zwart had met 2 torens, de zwartveldige loper en 5 pionnen (dubbelpion op g6 + g7) naar mijn idee voldoende weerwerk.

Inmiddels was één van zwarts pionnen opgerukt tot d3, dat werd te link voor wit en vervolgens ging deze eraf en werd er aan beide kanten een toren afgeruild. Nadat zwart twee witte pionnen had geslagen bood hij remise aan: wit had nog 1 pion over en de dame, de zwarte koning stonden inmiddels al in een vesting en met een loper, toren en 4 pionnen (waarvan er eentje instond) moest dit voldoende zijn. Wit realiseerde het zich waarschijnlijk nog niet helemaal, maar besloot zes zetten later zich neer te leggen bij het onvermijdelijke: remise!

Ik analyseer mijn partijen met Lichess en vind het grappig om te zien hoe men in een grafiekje de partij kan samenvatten. Ik wil de partij ook indienen voor de spektakelprijs, het is natuurlijk niet zomaar wat om je dame tegen twee stukken te offeren tegen de kersverse clubkampioen!

Niels Engelen - Ruud Bosch

Niels Engelen zorgde voor een grote verrassing met zijn overwinning tegen Ruud Bosch! Hij stuurde zijn partij ook in voor de spektakelprijs. De partij is hieronder na te spelen met zijn commentaar.

Peter Weeda - Peter Ruimschoot

Peter Ruimschoot schreef: Mijn eerste partij van het Watertorentoernooi 2025. Ik verwachtte een behoorlijk sterkere tegenstander en dat klopte. Nou, in ieder geval wordt spelen tegen Peter Weeda vast ook gewoon prettig dacht ik. De opening ging eigenlijk helemaal niet slecht. Kort nadat Weeda gerokeerd had kwam de mogelijkheid om de dames via een penning op de koning af te ruilen. Hierdoor leek me het beter mogelijk om een aanval op te gaan bouwen naar de inmiddels gerokeerde koning. Even verder in de partij koos ik ervoor om zelf niet te rokeren maar de achterste lijn geheel ter beschikking te geven aan mijn torens en mijn witte loper beter mee te laten doen.. Dat gaf meer flexibiliteit en mijn koning stond toch redelijk veilig.

Weeda begon de aanval op de a- en b-lijnen en tegelijkertijd speelde ik mijn pionnen richting zijn koning. Ik deed een verkeerde zet (zet 26) en dacht hierdoor een paard te gaan verliezen. Weeda zag dit niet of dacht er meer uit te kunnen halen. Inmiddels was mijn tijd schaars geworden en kwam ik alsnog een stuk achter. het werd een race voor beiden. ik had nog de mogelijkheid om mijn loper tegen een toren te ruilen maar wilde deze loper behouden. Ik dacht een zet te kort te gaan komen maar Peter Weeda koos ervoor om nog een paard bij de aanval te betrekken en tegelijk mijn toren aan te vallen. Mijn stukken stonden inmiddels zodanig dat ik dit gelijk af kon straffen: Ik had nog 48 seconden op de klok en zag een mat in 3. Met mijn pionzet naar g2 gaf ik de koning schaak en zou op de volgende zet promoveren met schaak. Peter Weeda gaf op (0-1).

Niels van den Braber - Aad Jan Roos

Niels schreef: Dit is mijn eerste jaar bij SV Erasmus, en ik ben voor het eerst sinds mijn tiende weer lid van een schaakclub. Elke week leer ik weer meer over schaken, openingen, pionnenspel, eindspel en noem maar op wat nog meer. De opening van een nieuwe ronde of toernooi is daarom extra spannend, omdat je niet weet welke sterke speler je tegenover je hebt staan. Nu merk ik ook dat ik steeds rustiger schaak, blunders blijven steeds vaker uit en fouten worden minder, de 1300 waarop ik begon is daarin een onderschatting, maar toch is elke partij een uitdaging tegen een sterkere speler.

Het Watertorentoernooi startte met een partij tegen Aad Jan Roos waarin de spanning rondom de centrale pionnen bleef. Als ik terug denk aan de partij was het thema het behouden van deze spanning op de pionnen, deze spanning verdragen, en steeds weer zoeken naar een potentiële doorbraak. We waren gewaagd aan elkaar en ondanks een wat agressieve en impulsieve start met mijn dame op b3 wist Aad Jan dit te pareren en wist ik langzaam mezelf te herpakken. Er ontstond een langzame dans van pionnen op het speelveld, een dreiging van de witte loper van Aad Jan die het bord doorkliefde, en paarden die bleven rond hoppen, zoekend naar een opening.

Het eindigde in een remise, met ongeveer 18 minuten op de klok voor Aad en 35 minuten op de klok voor mij. Ik wist dat ik de tijd had en kon nemen, maar zag geen duidelijke weg voorwaarts. Toen Aad Jan het gelijkspel aanbood heb ik deze genomen, ik speelde met dezelfde gedachte. Het zelf aanbieden van remise aan een sterkere speler voelde als de ander ‘verleiden’ om diens winst niet te pakken tegenover mij een beginnende speler. Dit keer voelde het ok. Ik ben benieuwd naar jullie mening: was het een remisestelling, of was er winst te behalen voor één van ons?

Tot zover het verslag van deze eerste ronde. Op naar de tweede! Ik wens u allen veel spelplezier en een bevredigend resultaat. Kijk hier voor alle uitslagen en de stand in het Watertorentoernooi.

Jaap van Meerkerk