Iedere keer als het staalbedrijf uit IJmuiden in moeilijkheden verkeert, houden schakers hun hart vast. Ook nu. Tata Steel heeft ernstige problemen. Financiële en milieutechnische problemen plus vergroeningseisen waaraan voldaan moet worden.

Bij de bewoners in de directe omgeving van het bedrijf zijn de gevoelens gemengd, trots op de werkgelegenheid, maar ook bezorgd over stank, grafietregen en gezondheidsrisico’s. Gaat ons roemrijke schaaktoernooi dit overleven, is zoals steeds de bange vraag.

Onwillekeurig gaan mijn gedachten terug naar het jaar 2001. Tata Steel was nog Corus en het jaarlijkse toernooi heette dan ook het Corus Chess Tournament. Die naamgeving was van recente datum, want tot de eeuwwisseling was het sinds 1938 nog gewoon Hoogovens Schaaktoernooi.

In die tijd speelde ik weinig. Wel nam ik ieder jaar in januari een dag vrij van mijn werk om de sfeer van het toernooi op te snuiven. Zo ook in het jaar 2001. Corus zat in zwaar weer, de fusie van Hoogovens met de Britse staalgigant was niet geworden wat ervan gehoopt werd. Er waren ernstige financiële problemen die later zouden leiden tot een ingrijpende reorganisatie en massaontslagen. Van die situatie was ik me toen nauwelijks bewust, des te meer van de opwinding dat Kasparov een geweldig toernooi aan het spelen was.

Op de dag van mijn bezoek aan het toernooi, zat ik aan het eind van de middag in het café van Dorpshuis De Moriaan een biertje te drinken. Op een gegeven moment kwam er een groepje mannen binnen. Ze waren strak in het pak. Het contrast met de slecht geklede schakers in De Moriaan kon niet groter zijn. Een van die mannen meende ik te herkennen, een jongen met wie ik een jaar in de klas had gezeten, de vijfde van het gymnasium. Ik sprak hem aan en het bleek inderdaad die jongen te zijn, Cees Brink. Hij vertelde me dat hij met leden van de Raad van Bestuur van Corus op ‘veldonderzoek’ was. Zelf was hij secretaris van de Raad van Bestuur en hoofd van de afdeling Public Relations met onder andere het schaaktoernooi in portefeuille.

De Raad zou binnenkort gaan beslissen of Corus door zou gaan met het toernooi. Dan moeten we even praten, dacht ik. Ik heb de lange traditie van het toernooi onder zijn aandacht gebracht en gewezen op de goodwill die het toernooi het bedrijf bezorgt zowel binnen als buiten de schaakwereld. En dat de kosten van het toernooi toch eigenlijk peanuts zijn voor het bedrijf. Bovendien zou stoppen met het toernooi juist daardoor een teken zijn voor de buitenwacht dat Corus er nog veel slechter aan toe is dan gedacht werd. Zoiets heb ik hem gezegd. Hij zei niet veel terug, bedankte me en vertrok met die andere in strak pak gestoken mannen. Ik heb hem daarna nooit meer gesproken of gezien.

Wat later, toen duidelijk was dat de naaste toekomst van het toernooi verzekerd was, vertelde ik Gert Ligterink, internationaal meester en schaakjournalist van de Volkskrant, van het voorval. Hij was ervan overtuigd dat ik het toernooi gered had. Een strelende gedachte natuurlijk, maar het leek me weinig aannemelijk. Mogelijk had ik Cees wat argumentatie gegeven, meer niet.

Maar hoe zou de afweging destijds precies gegaan zijn binnen de Raad van Bestuur van Corus? Ik heb geprobeerd contact te leggen met Cees. Een klasgenoot, die naast hem zat in vijf gym, heeft me geholpen. Via hem kwam ik er achter dat Cees in 2022 is overleden. Veel te laat contact gezocht dus, ik kan hem jammer genoeg niet meer vragen hoe het toen verlopen is binnen de Raad en of ons gesprekje van toen enig gewicht in de schaal gelegd heeft.

Op het internet vond ik nog dat Cees twee maanden na onze ontmoeting Corus heeft verlaten. Vanwege een ernstig meningsverschil over de communicatiestrategie. Cees stapte over naar Heineken, waar hij tot zijn pensioen manager Public Relations was.

Laten we hopen dat er ook nu een ‘Cees’ in de Raad van Bestuur zit die zich laat influisteren, zodat het opnieuw met een sisser afloopt voor het ‘Wimbledon van de schaakwereld’.

Wim Westerveld

P.S. 1. In 1999 stelde Cees Brink Jeroen van den Berg aan als toernooidirecteur. Die functie vervult hij tot op de dag van vandaag met verve.

P.S. 2. Gert Ligterink meldde me dat hij ons gesprek nog levendig kon herinneren. Maar, zo voegde hij eraan toe, het was Hans Goossens die uiteindelijk voor de continuïteit van het toernooi zorgde. Goossens trad na het vertrek van Cees Brink toe tot de afdeling Public Relations van het staalbedrijf. Hij overtuigde de directie van de waarde van de ruim zestigjarige traditie en hij zorgde ervoor dat het toernooibudget met behulp van subsponsors op peil bleef.