High fivend betraden ze nog net niet hun speelzaal, maar een gelukzalig gevoel van euforie straalde van menig gezicht. De eerste speelavond na de zomervakantie heeft iets wat in woorden lastig is uit te drukken. “Je mag weer” of “we gaan er weer lekker tegenaan” vind ik te mager.
Tegenwoordig hebben we opvallend veel superlatieven nodig om blijdschap uit te drukken. Super en vet zijn al gauw niet sterk genoeg. Voor het stoffige tof, oké, gaaf, te gek, lauw, halen we onze neus op. Mijn oma vond iets gewoon goed, fijn of, vooruit, voortreffelijk. Voor lieden in enthousiaste stemming bedacht een verslaggever deze week high fiven. Maar dergelijke omschrijvingen horen allemaal niet bij schakers die na een lange zomer het fijn vinden om weer te mogen beginnen. Waarom eigenlijk niet?