Het zonnetje schijnt, het voetbalveld ligt erbij als het spreekwoordelijke biljartlaken. De aanvoerder van het thuisspelende team zet aan voor een dribbel. Dwars door het midden slingert hij zich als een balletdanser langs uitgestoken benen en wanhopig graaiende armen en bereikt de rand van het stafschopgebied. Hij houdt even in en maakt zich klaar om uit te halen.
Dan schalt de stem van Hugo Walker* door het stadion. Komt dat schot …… GOAL!!! Het stadion stampt, het stadion zweet, de supporters raken in een extatische roes. Een droom.